Wereld met drie snelheden

Een flexibel beheer en een breed, internationaal beleggingsuniversum zijn grote troeven binnen een moeilijke beurscontext.

Bij Carmignac Gestion worden de spreiding over de verschillende activaklassen en de keuze voor individuele aandelen grotendeels bepaald door de analyse van macro-economische trends. Die manier van werken heeft tot nog toe haar vruchten afgeworpen voor het fonds Carmignac Patrimoine. De geannualiseerde prestaties komen op vijf jaar op 8,5 % en op tien jaar op 10,2 % uit. Dat op zich is al opmerkelijk, maar daarnaast hebben we het hier ook nog eens over een product met een volgens Morningstar lager dan gemiddeld risiconiveau. Hoe gaat Rose Ouahba, de beheerder van het fonds, in deze voor aandelen- en obligatiemarkten woelige periode te werk?

Macrovisie

“Griekenland was het eerste land waarvan we vernamen dat het er niet goed ging met de overheidsfinanciën, maar het is zeker niet het enige land dat met dat probleem kampt en de ongerustheid van de markt sloeg al snel over naar de rest van het continent, ook naar de grotere economieën. Met uitzondering van Duitsland lijkt geen enkel land gespaard te blijven: Frankrijk bijvoorbeeld kent al sinds 2002 een tekort, schulden niet meegerekend! Een reddingsplan was noodzakelijk, anders zou het aandeel van de rente op de schulden in het bruto binnenlands product (bbp), dat voor Griekenland voor 2011 bijvoorbeeld op 6,1 % uitkomt, ondraaglijk worden. Toch blijven er nog twee belangrijke risico’s bestaan. Het eerste is van conjuncturele aard: de besparingsplannen die nodig zijn om de tekorten terug te dringen, worden gelanceerd op een moment dat het economische herstel nog pril is. De kans bestaat dat het geneesmiddel dodelijk wordt voor de patiënt. Het tweede risico is van structurele aard: sinds een jaar of tien – sinds de lancering van de euro – is de economische politiek niet in alle Europese lidstaten dezelfde. Zo geeft Duitsland de voorkeur aan winst uit concurrentie en export, terwijl Frankrijk de plaatselijke consumptie ondersteunt. De eenheidsmunt versterkt de verschillen binnen de eurozone en elke hervorming die de politieke visies meer op elkaar wil afstemmen, zal tijd vergen. Als we daar rekening mee houden, dan is het risico van deflatie voor Europa groter dan dat van inflatie. Ook een verhoging van de rente hoeven we nog niet meteen te verwachten.”

“Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan zien we in de VS een optimistischer beeld. Daar is het herstel zichtbaar. De arbeidskost blijft er laag, wat goed is voor de ondernemingen; de inflatie blijft binnen de perken; de bedrijfsinvesteringen kennen sinds midden 2009 een sterke stijging en sinds zes maanden sneuvelen er geen jobs meer. Het enige minpunt is de enorme overheidsschuld, die nog nauwelijks afgenomen is. Dat is een euvel dat de overheid de komende jaren zal moeten aanpakken.”

“Aan de andere kant zijn de opkomende landen gezond wat budget en schuld betreft en de groeicijfers zijn er heel wat hoger. Die worden bijvoorbeeld voor 2011 geschat op 9,3 % voor China en 7,6 % voor India, tegenover 1,7 % voor de eurozone en 2,0 % voor Japan, aldus de OESO.”

“Het risico van oververhitting in China lijkt ons overschat. Historisch gezien, volgt de evolutie van de inflatie met zes maanden verschil die van de monetaire massa. Die laatste neemt af als gevolg van de overheidsmaatregelen. Bij de kredieten die vandaag worden toegekend, zijn er steeds meer langetermijnkredieten en geen speculatieve kredieten. Bovendien worden ze steeds vaker gegeven aan gezinnen en niet aan ondernemingen, wat aangeeft dat de overheid de consumptie wil stimuleren. De vastgoedprijzen uit het hogere gamma in grote steden zijn duidelijk te hoog, maar de nationale gemiddelde vastgoedprijs op vijf jaar wijst op een zeer bescheiden stijging: de gemiddelde toename van de prijzen blijft lager dan die van de lonen.”

“Er is wel één gevaar waarvoor we op onze hoede moeten zijn, namelijk dat de vertraging van Europa overslaat op de rest van de wereld. De vooruitgeschoven economische indicatoren beginnen om te buigen en we moeten ons ervan vergewissen dat het niet om een trendommekeer gaat.”

Aandelen

“In het kader van die wereld ‘met drie snelheden’ is een niet te verwaarlozen deel van het kapitaal van het aandelencompartiment van Carmignac Patrimoine, namelijk 30 %, aan de opkomende landen toegewezen. Aangezien de waarderingen van de aandelen uit geïndustrialiseerde en opkomende landen dicht bij elkaar liggen, is het beter de voorkeur te geven aan die aandelen met het aantrekkelijkste groeipoten-tieel. Ook de VS krijgen een voorkeurspositie via ondernemingen die kunnen profiteren van een toename van de investeringen, terwijl Europa onderwogen is. Binnen die zone wordt er vooral gekozen voor bedrijven die dankzij de daling van de euro winst uit export halen. Tegelijkertijd mikken wij ook op goudmijnen, enerzijds omdat de huidige moeilijkheden nog wel eens een tijdje zouden kunnen aanhouden en anderzijds omdat goud profiteert van de wil van de centrale banken in opkomende landen om hun reserves ook buiten papieren activa te diversifiëren. We hebben de hoeveelheid aandelen binnen de portefeuille opgetrokken tot ongeveer 30 %. Een van de elementen die ons ertoe gebracht hebben om onze allocatie aan te passen, is dat de markten besloten hebben belangrijk negatief nieuws, dat toch als een verrassing kwam, te negeren, namelijk de nieuwe verlaging van de rating voor de Griekse schuld door ratingagentschap Moody’s. Een technisch herstel van ongeveer 5 % bij de aandelen lijkt ons voor de komende weken dan ook waarschijnlijk.”

Obligaties

“Het obligatiecompartiment van Carmignac Patrimoine is momenteel goed voor zowat 50 % en beslaat drie grote thema’s. Het eerste is de evolutie van de rente. De belangrijkste reden voor ongerustheid was begin 2010 het ogenblik waarop de rente opnieuw zou beginnen te stijgen. Vandaag is die kwestie dankzij de Europese schuldencrisis niet langer aan de orde, net zo min als die van het inflatierisico. De schuldencrisis heeft immers het moment waarop er een monetaire verstrakking zou komen, vooruitgeschoven in de tijd. Wij zijn lang min of meer aan de zijlijn blijven staan wat de schulden van de staten aan de rand van Europa betreft. Vandaag is dat voor 100 % het geval: sinds maart is de volledige inzet op schulden van Europese staten doorgeschoven naar Duitsland. Ondanks het reddingsplan van de Europese Unie blijft het risico van een verdere verslechtering van de schulden van Griekenland en andere staten bestaan. Wij voelen dan ook niet veel voor die coupons, die op het eerste gezicht nochtans aantrekkelijk lijken. Het tweede thema is de evolutie van de munten. Daarmee kunnen we profiteren van een van de sterke punten van het fonds: het feit dat het toegang heeft tot de internationale markten. Er zullen wel tussentijdse technische herstelperiodes komen, maar wij denken dat de zwakte van de euro nog een tijd zal aanhouden en daarom is 70 % van de schulden in portefeuille in dollar, yen en munten uit opkomenden landen. De lokale schuld in de opkomende landen levert een mooi rendement op, bijvoorbeeld 12 % in Brazilië en 9 % in Turkije op de staatsschuld op twee jaar, tegenover 1,1 % in de VS. Het derde thema ten slotte is de evolutie van de risicopremies op de bedrijfsschulden. We hebben onze blootstelling aan speculatieve privéschuld licht opgetrokken, in het bijzonder die op schuld van BB-kwaliteit: wij mikken voor groepen als Bombardier en Pernod Ricard immers op de verhoging van de rating van de schulden tot het hogere investmentgradeniveau.” (C)

Door Béatrice Denis

“Het risico van oververhitting in China lijkt ons overschat.”

Carmignac Gestion

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content