Welke manipulaties kunnen niet meer?

Het anders wat saaie boekhoudland maakt dit jaar een revolutie mee. 7000 Europese beursgenoteerde bedrijven zijn op 1 januari overgeschakeld naar nieuwe, internationale boekhoudregels (IAS). Voordeel: meer transparantie, minder manipulatie. Nadeel: u, de belegger, krijgt meer huiswerk. Maar IAS biedt ook voordelen voor niet-beursgenoteerde bedrijven.

De acroniemen IAS (International Accounting Standards) en IFRS (International Financial Reporting Standards) zijn al enkele jaren gevoelige gespreksstof in financiële kringen. Sinds de Europese Commissie in 1999 besliste om de financiële verslaggeving in de Europese Unie te harmoniseren, werkte de International Accounting Standards Board hard aan een verbetering en uitbreiding van de bestaande standaarden. Lobbyisten uit alle landen en uit diverse politieke en bedrijfskringen probeerden naarstig het resultaat te beïnvloeden. Sinds 1 januari moeten 7000 Europese beursgenoteerde bedrijven zich aan de nieuwe regels onderwerpen. Alleen over de boekhoudkundige verwerking van financiële instrumenten zoals swaps en opties bestaat nog veel discussie. Daarover zijn de partijen op dit moment slechts tot een voorlopige oplossing gekomen.

Ann Jorissen is hoogleraar aan de faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen en bestudeert de IAS/IFRS-normen. In oktober vorig jaar publiceerde ze een lijvig document over de boekhouding van de gecrashte SAirGoup (zie kader: “SAirGroup gebruikte trucs om balansen op te fleuren”). Dat wetenschappelijke artikel en haar analyse van de jaarrekeningen van Sabena vormden een belangrijke inspiratiebron voor curator Christian Van Buggenhout. Op 9 november van vorig jaar diende hij een strafklacht in bij het parket van Zürich tegen voormalige bestuurders van SAirGroup, de hoofdaandeelhouder van Sabena.

Minder manipulaties, maar niet minder schandalen

Wie verwacht dat met de nieuwe boekhoudnormen Europese bedrijfsschandalen voorgoed zijn uitgesloten, komt bedrogen uit. Maar, zegt Jorissen: “IAS en IFRS geven minder ruimte voor manipulaties en earnings management. Onderzoek toont aan dat het voornamelijk de pakkans in een bepaald land is die afschrikt om te sjoemelen. Landen zoals Groot-Brittannië, waar de jaarrekeningen streng worden gecontroleerd en waar zware straffen worden uitgesproken, kennen minder onregelmatigheden dan landen waar er geen sterke controle aanwezig is. In België is de pakkans helaas niet zo groot.”

Toch worden de IAS/IFRS-normen algemeen bestempeld als hoge kwaliteitsstandaarden. “Hét grote verschil tussen IAS/IFRS en vele nationale normen is dat het resultaat dat volgens IAS/IFRS wordt gerapporteerd, veel nauwer aansluit bij het onderliggende economische resultaat van de onderneming,” legt Jorissen uit. “De regels dwingen de opstellers van de jaarrekening om rekening te houden met de realiteit wanneer ze bepaalde waarderingen uitvoeren. Veel posten moeten volgens IAS/IFRS tegen marktwaarde worden geboekt en niet meer tegen de historische waarde, en uitzonderlijke boekingen worden bijna uitgesloten. Wie ze wel wil doorvoeren, moet strenge regels volgen en zijn beslissing goed beargumenteren en documenteren.”

De Belgische, Duitse of Franse wetgevingen zijn niet zo strikt, aldus Jorissen. “De nationale wetgevingen laten veel ruimte om met kosten te schuiven zonder dat er regels worden overtreden, maar ook zonder echte realistische aanleidingen. Ze laten het management en de raad van bestuur toe resultaten in die jaren te rapporteren die hen het best uitkomen. Weliswaar binnen bepaalde grenzen.”

De truc met de voorzieningen

Een van de meer populaire maatregelen in het managen van de cijfers is het boeken van voorzieningen. Jorissen: “Het doel van een voorziening is op zich niet moeilijk: kosten registreren die in de nabije toekomst zeker zullen voorvallen en die het management goed kan inschatten. Kosten voor een bodemsanering bijvoorbeeld. Het bedrijf weet dat de bodem vervuild is en dat het die zal moeten reinigen, en het weet bijna exact wat dat gaat kosten. Hiervoor kan een voorziening geboekt worden.”

In de realiteit echter werden voorzieningen geboekt zonder dat het bedrijf zeker was dat de kosten zouden voorvallen, laat staan dat het wist hoe hoog ze zouden uitvallen. Ze werden dan onder de noemer herstructureringskosten in een provisie gestoken. Jorissen: “Zo kan je als bedrijf makkelijk met kosten schuiven. In februari beslis je te herstructureren en in de boekhouding van het jaar daarvoor voorzie je nog een provisie. Het jaar voor de herstructurering verslechter je de cijfers en heb je zogezegd een reden om de herstructurering door te voeren. Het jaar van de herstructurering boek je minder kosten en kan je dus communiceren dat de herstructurering de beoogde resultaten heeft opgeleverd. Mooi toch?”

IAS/IFRS laat deze flexibiliteit niet toe, zegt de hoogleraar. “Volgens IAS moet voor een herstructurering een duidelijk plan zijn opgesteld. Bovendien moet de herstructurering gecommuniceerd worden in het jaar dat je de kosten boekhoudkundig wil verwerken.”

Ook goed nieuws komt sneller boven

Een ander gevolg van de boekhoudkundige veranderingen is dat beleggers – en de fiscus – sneller het goede nieuws zullen vernemen. Want lepe managers namen vroeger soms meerwaarden niet in de boekhouding op, omdat die het resultaat (lees: de belastingen) deden stijgen. Dat is volgens Jorissen geschiedenis. “Omdat de nieuwe normen gebaseerd zijn op market to market-benaderingen en fair value-waarderingen (waardering op basis van actuele realistische economische basis) zullen meerwaarden sneller in de balansen tot uiting komen. Als activa in waarde stijgen, zal dat gerapporteerd moeten worden. Veel waardevermeerderingen zullen niet dadelijk de resultaatrekening beïnvloeden, maar wel het eigen vermogen. En dat heeft weer een gunstig effect op de solvabiliteit.”

Maar zelfs in de nieuwe boekhoudnormen zitten er nog een paar onduidelijkheden. Zo laten IAS en IFRS nog steeds de keuze tussen historische waarde of de marktwaarde voor vaste activa. Dat is niet onbelangrijk. Een bedrijf dat een actief (bijvoorbeeld een gebouw) in 1950 kocht – en nog steeds tegen die historische aankoopwaarde in zijn boeken heeft staan – zou zijn balans plots fors de hoogte in zien schieten als het actief nu tegen marktwaarde moet worden gewaardeerd. Blijft die keuzemogelijkheid bestaan? Jorissen: “Het is best mogelijk dat dit in de toekomst zal veranderen, maar momenteel hebben de bedrijven nog de keuze. Voor financiële analisten en beleggers is het dus heel belangrijk de toelichting te lezen. De toelichting wordt trouwens uitgebreider en zal veel waardevolle informatie bevatten om de balans en resultatenrekening correct te interpreteren.”

Bovendien hangt er aan IAS/IFRS onvermijdelijk een hoger kostenplaatje voor een onderneming. Want vaak zullen experts ingeroepen moeten worden voor het waarderen van vastgoed, pensioenverplichtingen, aandelenopties… Ook de bedrijfsrevisor zal voor hij zijn fiat geeft, op diverse adviseurs een beroep moeten doen.

Resultaten worden volatieler

Omdat veel balansposten plots tegen marktwaarde worden geboekt en de markten nogal wispelturig kunnen zijn, zullen de resultaten veel volatieler worden. Bevordert dat de transparantie en de vergelijkbaarheid van jaarrekeningen wel? Jorissen: “Het lezen van jaarrekeningen zal in de toekomst een grotere inspanning vragen, omdat de lezer veel meer informatie te verwerken krijgt en met veel meer factoren rekening moet houden. De wisselende marktomstandigheden spelen vooral bij banken en verzekeraars een rol, want zij zullen hun beleggingsportefeuilles van jaar tot jaar zien fluctueren. Ze hebben natuurlijk schrik van de reactie van de individuele belegger, want die zal al die schommelingen moeilijker begrijpen. Daarom is het belangrijk dat de communicatie goed en eerlijk verloopt. Maar iedereen zal door een leerperiode moeten gaan.”

Jorissen vindt IAS/IFRS een betere manier van boeken, omdat de resultaten nauwer aansluiten bij de realiteit. “Vroegers moesten stakeholders een beslissing nemen op basis van een fiscaal resultaat. Nu krijgen ze een realistischer beeld voorgeschoteld.”

Ook nuttig voor niet-beursgenoteerde bedrijven

De IAS/IFRS-normen gelden sinds 1 januari alleen voor beursgenoteerde bedrijven. Onderzoek toont aan dat weinig niet-beursgenoteerde bedrijven zin hebben om op deze normen over te schakelen. Toch raden veel specialisten de IAS/IFRS-normen ook aan hen aan. Jorissen: “Ik denk dat het voor grote niet-beursgenoteerde bedrijven geen slechte zaak zou zijn om de overstap te maken. Het bevordert de transparantie voor henzelf en de vergelijkbaarheid tussen hun cijfers en die van hun beursgenoteerde concurrenten. Misschien hebben zij daar weinig boodschap aan, maar voor grote kredietverschaffers is dat een belangrijk argument.”

An Goovaerts – Wolfgang Riepl

Door IAS zullen de bedrijfsresultaten wellicht volatieler worden: veel balansposten worden immers plots tegen marktwaarde geboekt.

Ook grote, niet-beursgenoteerde bedrijven zouden best overschakelen op de IAS-boekhoudnormen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content