WEINIG REDEN VOOR EEN GOEDNIEUWSSHOW

Alleen de Controledienst voor de Verzekeringen ( CDV) kan een allesomvattend beeld van de verzekeringssector in België schetsen. Maar behalve een kort alarmberichtje over enkele kleinere spelers in moeilijkheden, heerst in die hoek radiostilte. Trends trok naar vermogensbeheerder Petercam voor een algemeen beeld.

Investment analist Bertrand Veraghaenne en hoofdeconoom Geert Noels zijn het erover eens: “De crisis in de verzekeringssector is enorm. Misschien is de malaise in België minder groot dan in andere landen, maar als het in Parijs regent…” Dat de malaise in België minder groot is, berust volgens de verzekeraars op een aantal punten.

1. De Belgische verzekeraars zijn goed op weg om ‘positieve technische ratio’s’ te halen: een positief verschil tussen uitbetaalde schade en geïnde premies.

“Klinkt mooi,” geeft Veraghaenne toe, “maar het gezond maken van de technische resultaten is dezer dagen een basisvereiste van het metier, en dus geen punt waarmee je kunt scoren om te bewijzen dat je een gezonde business runt. Ik vind het maar een evidentie dat ze op deze ratio’s werken.”

2. Aangezien de verzekeraars slechts 15 % tot 20 % van hun portefeuille in aandelen hebben belegd, zijn ze minder afhankelijk van de beurscrisis.

“Verzekeraars moeten de waarde van het aandelenpakket niet afzetten ten opzichte van de totale waarde van de portefeuille maar ten opzichte van hun kapitaalbasis of het eigen vermogen,” aldus Veraghaenne. “Neem het voorbeeld van Fortis. De 7 % aandelen die zij bezitten, waren eind 2002 9,87 miljard euro waard. Zet dit bedrag af tegenover het eigen vermogen (10,8 miljard euro) of het kapitaal dat wordt aangewend voor hun solvabiliteitsberekeningen (17,5 miljard euro), dan kom je tot relatieve percentages van 91 % en 56 %. Een sterke daling van de aandelenmarkten kan dus een zeer grote impact hebben op hun solvabiliteit. En Fortis weet dat, want ondanks de 7 % aandelen heeft het zijn risico’s goed ingedekt met hedge-producten.”

3. Belgische verzekeraars halen nog altijd goede solvabiliteitsratio’s die ver boven het wettelijke minimum liggen.

“Een evidentie,” vindt Veraghaenne weer. “De markt kijkt niet naar die ratio. Wat de markt wel interesseert, is de hoeveelheid kapitaal die de maatschappijen bezitten om een goede rating te bekomen. Net het minimum in huis hebben, geeft een triple B-rating bij Standard & Poor’s. Dat wil zeggen dat er geen enkele maatschappij is die met u nog zaken wil doen. Voor een single A heb je 125 % van het minimale kapitaal nodig, 150 % voor een double A en 175 % voor een triple A. Als de verzekeraars zich op de borst kloppen omdat ze boven het wettelijk minimum zitten, zeg ik ‘goddank, wat een evidentie’.”

4. Een groot deel van de verplichtingen die de verzekeraars moeten indekken, liggen op de lange termijn. Tegen dan zullen de beurzen weer heropgeleefd zijn.

“Gedeeltelijk correct,” besluiten Veraghaenne en Noels. Maar, relativeert Noels: “Tijdens de periode dat de beurzen niet omhoog gaan, eten de verzekeraars hun eigen kapitaal op. Duurt die periode te lang, dan zijn kapitaalverhogingen noodzakelijk. Iedereen weet wel dat de beurzen over twintig jaar weer hoger zullen staan, maar het punt is om daar te geraken. Bovendien kunnen de verzekeraars momenteel niet sparen voor hun toekomstige verplichtingen.”

5. Belgische spelers zijn weinig afhankelijk van internationale schokken.

“Hun afhankelijkheid is wat koffiedik kijken,” geeft Noels toe. “Maar het zijn wel allemaal communicerende vaten en de precaire situatie in landen als Duitsland en Zwitserland mag niet uit het oog verloren worden.” Voornamelijk Duitsland wekt ongerustheid omdat het hele financiële systeem (banken en verzekeraars) daar als een ketting aan elkaar verbonden is.

Vlaams, Belgisch, Europees of internationaal, de verzekeringssector moet zichzelf hervormen. Volgens berekeningen van Veraghaenne kwijnt de rentabiliteit van de verzekeraars in de toekomst nog verder weg. “Het model dat de verzekeraars momenteel aanhouden, grenst bijna aan het absurde. Ze zijn verantwoordelijk voor 101 risico’s waarop niemand een cijfer kan plakken,” aldus Noels. “De verzekeraars moeten leren limieten trekken in wat verzekerbaar is.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content