Weinig netwerk net na het werk

Ze zijn overal en nergens, de jongelui onder de veertig. Ze schuimen niet alle grote recepties af, maar verschuilen zich vaak in hun eigen netwerken.

Door sjoukje smedts, illustratie debora lauwers

Door sjoukje smedts, illustratie debora lauwers

Ze zijn opportunistisch en willen hun vrije tijd alleen opofferen als ze er op korte termijn iets voor in de plaats krijgen. Of ze zijn best bereid om hun werkdagen te verlengen om ‘s avonds bijeenkomsten af te schuimen, maar alleen als ze het er leuk vinden. Professionals onder de veertig zijn schizofreen als het aankomt op netwerken. Het woord netwerken klinkt hen ook vies in de oren. Het doet de jongeren denken aan het leggen van contacten met het oog op snel gewin. Daar willen zelfs zij met een agenda overvol met avondactiviteiten niet mee worden verbonden. Net als de generatie voor hen trouwens.

Is het daarom dat het vaak moeilijk is om de aanstormende bedrijfsleiders te spotten op de evenementen van organisaties die – soms tegen hun zin – aan netwerken worden verbonden? Jongeren vormen geen 20 procent van het ledenbestand van de serviceclub Lions, schat de voorzitter van de gouverneursraad, Elien Van Dille. Het ledenaantal van De Warande in Brussel piekt in de categorie van 40- tot 60-jarigen. Op de lokale of algemenere ontmoetingen van werkgeversorganisaties is het ook geregeld speuren naar het jonge volkje. “Ik ken geen enkele manager van mijn leeftijd die naar de netwerkmomenten van een werkgeversorganisatie gaat”, bevestigt Stijn Van Rompay (34), de CEO van Uteron Pharma Operations. “De elitaire clubs blijven wel hun nut hebben, maar daar raken veel leeftijdsgenoten dan weer niet binnen.”

De redenen voor de afwezigheid van de nieuwe generatie zijn divers. “De netwerkevenementen van Voka richten zich bijvoorbeeld meestal op een breder publiek. Je kunt er moeilijk doorgaan op specifieke dossiers”, vindt Tom De Bruyckere (36), zoon van Voka-voorzitter Luc De Bruyckere en zelf bestuurder bij Voka Oost-Vlaanderen. Hoewel Van Rompay beseft dat hij en zijn collega-managers en -ondernemers ook zouden moeten optrekken met de ervaren, oudere garde, merkt hij dat weinig jonge leiders buiten hun eigen categorie netwerken. “Het is moeilijk voor hen om zich terug te vinden in clubs waar de meeste leden een generatie ouder zijn”, geeft Van Dille toe. “Zij steunen goede doelen dan liever op individueel vlak. Ach, ook de jongeren worden ouder en gaan nog wel andere prioriteiten stellen”, relativeert hij meteen.

De vergrijzing speelt niet alleen op leeftijdsvlak vindt de hoofdeconoom van Itinera, Ivan Van de Cloot (33). “Oudere verenigingen hebben de traditie om gelijkgezinden samen te brengen. De concurrentiestrijd laat dat steeds minder toe.” Om geregeld dezelfde 500 mensen tegen het lijf te lopen, komen hij en zijn leeftijdsgenoten niet buiten. “Al kan je jezelf soms een vergadering besparen als je net de mensen die je nodig hebt op een receptie tegen het lijf bent gelopen”, glimlacht Lorin Parys (34), voorzitter van Flanders DC en operationeel directeur van projectontwikkelaar Uplace.

De truc is dan natuurlijk om te maken dat je jonge werknemers niet eens het kantoor moeten verlaten om professionele contacten te leggen. Steeds meer grote bedrijven richten daarom eigen – soms internationale – netwerken op. Om de productiviteit te bevorderen en om medewerkers sterker aan hen te binden. Zo worden naast de alumni van de universiteiten ook de alumni van multinationals belangrijke netwerken. En vergeet ook niet de sport-, kaart-, en wijnclub tegenwoordig te bekijken als interessante plaatsen om kiemen van zakelijk succes te leggen.

Netwerkkloof

Er tekent zich dus een kloof af tussen het aanbod van de traditionele netwerken en de netwerknoden van jongeren. Ondanks initiatieven als Jong Voka of de Jongerenraad van De Warande. “De activiteiten van onze Jongerenraad zijn op maat van jonge ondernemers en opkomende financiële directeurs in plaats van voor gevestigde CEO’s. Zij hebben andere zaken aan hun hoofd dan onze oudere leden, zij zijn eerder bezig met starterszaken. Al trekken we ook voor de Jongerenraad eerder veertigers dan dertigers aan”, zegt Wouter Esseldeurs, clubmanager van De Warande. ” Decision makers die elkaar willen ontmoeten, zijn nu eenmaal meestal ouder dan veertig.”

Maar het is misschien correcter te stellen dat de netwerkkloof net wordt versterkt door deze goedbedoelde initiatieven. Bedrijfsleiders die de startblokken al even voorbij zijn, vinden daardoor maar moeilijk aansluiting bij de oude getrouwe organisaties. De Bruyckere nam daarom het heft al in eigen handen. Samen met zijn schoolvriend, Mathieu Van Marcke, van Hooox Real Estate Communication richtte hij een club op waar vijftien jonge ondernemers tussen de 33 en 40 jaar elkaar om de zes weken ontmoeten. “Wij hebben niet langer nood aan antwoorden op de vraag hoe je jouw bedrijf best opstart. Wij merkten dat we plots helemaal alleen bovenaan de piramide stonden. De behoefte om ons verhaal te doen en daar opmerkingen over te krijgen, drong zich op”, verklaart De Bruyckere.

De werking die De Bruyckere en Van Marcke kiezen voor hun netwerk is tekenend voor een nieuwe golf van grote en kleine netwerken die in beweging komt. De bedrijfsleiders die werden toegelaten tot de club van De Bruyckere en Van Marcke tekenden namelijk een non-disclosure-clausule voor ze elkaars bedrijven bezochten of naar de uitgenodigde sprekers kwamen luisteren. “Zo kunnen we op een meer open manier problemen delen en debatteren”, reageert De Bruyckere.

Parys merkte ook al dat er steeds meer netwerkevenementen achter gesloten deuren plaatsvinden voor de uitgenodigde bedrijfsleiders. Hij doelt vooral op de iets grotere privéontmoetingen. Hij vindt dat die wel nuttig kunnen zijn omdat ze over een inhoudelijk thema gaan en niet louter het leggen van contacten, maar de uitwisseling van visies als doel hebben. Frank Buysse (40) benadrukt dat ook de kleine besloten netwerken aan belang winnen bij zijn generatie. “Het gebeurt steeds vaker dat enkele koppels samen een gastspreker uitnodigen of een debat organiseren. Ook lichte lunches waarbij wordt gediscussieerd over thema’s worden echte netwerkmomenten”, vertelt de topman van durfkapitaalbedrijf Buysse & Partners, en de zoon van Bekaert-voorzitter Paul Buysse.

De zonen en dochters van ervaren bedrijfsleiders zitten duidelijk niet stil als het op netwerken aankomt. Met de Young 1’s verenigden sommigen onder hen zich zelfs in een heus eigen netwerk. De moeders van Karl Huts, Steven Tritsmans, John-Eric Bertrand, Pieter Delbaere, Dieter Toye en Mieke Neven richtten zo’n zeven jaar geleden de Young 1’s op. “De ouders van onze kleine honderd leden (23-33 jaar) hebben een mooi netwerk. Het zou jammer zijn om die contacten te laten verwateren”, zegt Mieke, dochter van Tony Neven. “Nieuwe kandidaten worden vaak aangebracht door de ouders, maar het is zeker niet voldoende om ‘zoon of dochter van’ te zijn om te mogen toetreden. Je moet vooral zelf ook iets te bieden hebben. De bedoeling is niet alleen om het netwerk van de vorige generatie te koesteren, maar ook zelf een interessant netwerk op te bouwen.”

Liever net werken

Netwerkende jongelui zijn dus nog te vinden voor wie in de juiste kringen zoekt, maar zijn zij voldoende representatief voor hun leeftijdsgenoten? Verzekeraars, advocaten, consultants en mensen in hoge hr-functies even niet te na gesproken. Zij blijven op alle leeftijden bekendstaan als de personen die beroepsmatig zo veel mogelijk recepties afschuimen op zoek naar nieuwe klanten of nieuwe medewerkers. “Tja, het is nu eenmaal gemakkelijker om contacten te leggen tussen pot en pint. En sommige zaken lukken nog altijd sneller als je de juiste mensen kent. Toch heb ik de indruk dat jongeren minder bereid zijn om na de uren in hun professionele leven te investeren”, reageert Karl Huts (32) van Katoen Natie.

Zijn indruk lijkt in veel gevallen te kloppen, maar niet altijd om dezelfde reden. “De zondagnamiddag is d’office gereserveerd voor ons gezin. En ook twee avonden per week”, zei Open Vld-voorzitter Alexander De Croo (34) al in Het Laatste Nieuws. Twee vrije avonden per week zijn misschien schamel, in zijn functie worden ze beschouwd als een luxe. “Wat nieuw is aan deze generatie, is dat ze ook zeer ambitieuze partners hebben. Tegelijk willen de beide ouders wel voor hun kinderen zorgen. Het gezinsleven is dus een nieuwe concurrent”, merkt ook Esseldeurs op. De netwerktijd van mannen daalt maar weinig als ze kinderen krijgen, de netwerken die ze frequenteren, spelen zich volgens socioloog Marc Hooghe vanaf dan minder vaak af op profes-sioneel vlak.

Ook het professionele leven laat jongeren niet altijd toe om nog naar hartenlust te netwerken. “Lunchen, lang dineren of naar een voetbalmatch gaan, is er niet meer bij”, vertelt Van Rompay. “Als ik netwerk, is het om contacten te leggen voor als ik ze nodig heb. Dan moet het snel en efficiënt gaan. Op mijn leeftijd moet je toch het meeste van je tijd in je bedrijf kunnen investeren.”

Hoewel digitale netwerken als Facebook en LinkedIn nog altijd eerder aanvullend worden gebruikt, sturen zij mee deze manier van denken. Ze laten de nieuwe generatie netwerkers toe om contacten heel gemakkelijk lang warm te houden en ze uitsluitend te activeren als ze van pas komen. “Jongeren netwerken inderdaad veel gerichter, vanuit een concrete behoefte”, weet Buysse ook. “Ze moeten nu eenmaal de juiste zaadjes planten.”

Netwerkcoach Jan Vermeiren analyseert het fenomeen scherper. “Mensen gaan vaak pas netwerken als ze dringend iets nodig hebben: een nieuwe baan, nieuwe klanten, bepaalde expertise. Wie alleen met een doel netwerkt, komt geregeld van een kale kermis thuis. Wie het netwerken helemaal inruilt voor meer vrije tijd, ondervindt vaak problemen als hij of zij zonder werk valt.”

Zelfs bij het jongerennetwerk JCI merken ze een verschuiving in het gedrag en engagement van hun leden. “Vroeger waren er nog veel mensen zonder diploma die wel de capaciteiten hadden om het te maken. Zij netwerkten om door te kunnen groeien. Nu starten veel meer mensen op het juiste niveau waardoor er veel minder diepgang zit in het netwerken”, vindt Edwin Grutman, voorzitter van JCI Vlaanderen. “Jongeren zitten in veel verenigingen, maar ze zijn er minder actief. De professionele en persoonlijke contacten lopen ook meer door elkaar dan vroeger. Volgens mij sluiten sommige vrouwelijke leden zelfs bij ons aan om een man te vinden.”

Bindingsangst gecombineerd met de drang naar het opzoeken van gelijkgezinden dus. “Mensen zijn tegenwoordig mobieler en kunnen daardoor eenvoudiger netwerken opbouwen en stopzetten”, analyseert Hooghe. Ze weten ook minder snel wat hun vaste baan of sector is. Daarom wijzen ze permanente lidmaatschappen ook meestal af. De flexibiliteit die in het bedrijfsleven wordt gevraagd, heeft dus negatieve gevolgen voor verenigingen.”

“Sommige vrouwelijke leden sluiten bij ons aan om een man te vinden”

Edwin Grutman, JCI Vlaanderen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content