Wegwijs in de MBA-jungle

Postacademische opleidingen zijn uitgegroeid tot een miljardenindustrie. Het aanbod blijft maar groeien, van gerichte seminars tot meerjarige doctoraatsopleidingen.

Kleppers als de Universiteit van Chicago of Duke hebben ook een campus in steden als Sjanghai en Singapore. De lessen worden gecombineerd met afstandsonderwijs via een IT-platform. Een stevige reputatie is de beste manier om een internationaal publiek te lokken en de omzet en rentabiliteit te verhogen. Maar de markt bepaalt hoeveel een diploma waard is, dus moet die goede faam ook worden bewaakt.

Harvard denkt er niet aan een onlineversie of een deeltijdse variant van zijn MBA-programma aan te bieden. Wie het felbegeerde diploma wil bemachtigen, heeft geen andere keuze dan de zware selectieprocedure te doorlopen en naar Boston te trekken om er de tweejarige slopende opleiding te volgen.

De ene MBA is de andere niet. Hoe kan je ze tegen elkaar afwegen? De Financial Times en Business Week publiceren jaarlijks een ranglijst. Daarnaast leveren organisaties als Association of MBA’s (AMBA), European Foundation for Management Development (EFMD) en Assocation to Advance Collegiate Schools of Business (AACSB) accreditaties af op basis van kwalitatieve en kwantitatieve parameters. Let op, het is niet omdat een opleiding als goed wordt bestempeld, dat ze aan ieders criteria beantwoordt.

De quotering moet in een context worden geplaatst en beantwoorden aan de specifieke doelstellingen en noden van de kandidaat-student. Zo is een MBA van de Universiteit van Duke een uitstekende manier om het te maken in de Amerikaanse IT-sector, kijk maar naar Melinda Gates en Tim Cook. Toch geniet hetzelfde diploma lang niet hetzelfde aanzien in de Europese auto-industrie.

MBA: het paradepaardje

MBA-programma’s bestaan al meer dan 100 jaar. Ze ontstonden in de Verenigde Staten zes jaar voor de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Het is dan ook niet vreemd dat de VS nog altijd de markt domineren, zowel in aanbod als in vraag van studenten en rekruteerders. In de jaarlijkse ranking van de Financial Times bezetten de Amerikaanse scholen Stanford, Harvard, Wharton en Columbia vier van de vijf eerste plaatsen.

De status en de populariteit van een MBA-opleiding in de Verenigde Staten hebben te maken met het onderwijssysteem van het land: in de eerste academische cyclus (undergraduate) verwerven de studenten algemene en vooral theoretische kennis. Daarna begeven ze zich op de arbeidsmarkt, om na een paar jaar vaak terug te keren naar de universiteitsbanken. Op dat ogenblik komt de hogere studie (graduate studies) in beeld.

Pas als de student rijper is en zowel academische als professionele ervaring op zak heeft, richt de opleiding zich op het beroepsleven. In Europa zijn de MBA-studenten gemiddeld iets ouder dan in de Verenigde Staten, zijn de programma’s doorgaans korter en is de opleiding minder verankerd in de academische en de bedrijfswereld. Het Europese MBA-aanbod is het sterkst ontwikkeld in het Verenigd Koninkrijk.

Een MBA-opleiding is per definitie een algemene vorming die alle managementdomeinen omvat. Het traditionele Amerikaanse opleidingsmodel duurt twee jaar. In het eerste, intensieve jaar volgt de student verplichte basiscursussen, in het tweede jaar heeft hij meer vrijheid en kan hij zich bijvoorbeeld specialiseren in financiën, financieel beheer of bedrijfsbeheer. Tussen de beide jaren doet hij een bedrijfsstage op hoog niveau, wat hem de kans geeft zich te profileren bij een toekomstige werkgever. In tegenstelling tot zuiver academische opleidingen zijn MBA’s praktisch gericht met gastlezingen en groepsgesprekken.

De waarde van een MBA-opleiding bestaat uit drie aspecten: het diploma zelf, het verwerven van nieuwe competenties en ten slotte vooral het opbouwen van een netwerk van alumni en bedrijfscontacten. Europese media beschouwen een MBA vaak als een opleiding voor toekomstige leiders. Toch lijkt het erop dat heel wat Europeanen die een voltijdse MBA-opleiding volgden aan een internationale topuniversiteit na hun terugkeer geen directiefuncties opnemen in de industrie, maar eerder aan de slag gaan bij Amerikaanse bedrijfsconsultants of durfkapitalisten, waar de loopbaanperspectieven het Amerikaanse model volgen en waar de sleutelfiguren in de organisatie zelf een MBA op zak hebben.

De financiering van de opleiding is een belangrijk punt. De studiekosten kunnen oplopen tot 35.000 dollar per academiejaar. Daarbij komen nog de kosten voor cursusmateriaal, excursies, verzekeringen, transport, kost en inwoon. De beste universiteiten hebben een goed uitgebouwde samenwerking met banken en andere financiële instellingen. Kandidaten die in aanmerking komen, kunnen vaak een studiebeurs krijgen. Voor buitenlandse kandidaten zijn de mogelijkheden om van de school zelf een studiebeurs te krijgen helaas beperkt. In België kan je een studiebeurs aanvragen bij de Belgian American Education Foundation of de Fulbright Commissie.

Executive MBA

Er bestaan opleidingen voor verschillende profielen. Zo is een ExecutiveMBA of EMBA bedoeld voor hogere kaderleden (working executives) die zich willen vervolmaken terwijl ze hun beroep blijven uitoefenen. Zo’n traject duurt niet noodzakelijk langer dan een voltijdse MBA. Vreemd misschien, want beide trajecten leveren een MBA-diploma op. ‘MBA’ is geen beschermde titel, dus kunnen scholen elk programma een MBA-opleiding noemen. Net als bij een voltijdse MBA bepaalt de arbeidsmarkt hoeveel een EMBA-diploma echt waard is.

Inhoudelijk ligt het accent bij een EMBA-opleiding meestal op strategie en leiderschap. De mogelijkheid tot individuele specialisering is beperkt. Hoewel er minder lesuren zijn, is een EMBA-opleiding doorgaans veel duurder dan een voltijdse MBA. Zo kost een EMBA aan het Insead in Europa 95.000 euro, plus reis- en verblijfskosten. De hoge prijs komt wellicht omdat niet de studenten, maar hun werkgever vaak de factuur betaalt.

Voor mensen met een gezin en een veeleisende baan kan het bijzonder stresserend zijn om een paar jaar lang hard te moeten studeren in hun vrije tijd. Het opleidingsmodel van een EMBA is geëvolueerd en is nu meer aangepast aan een beroeps- en gezinsleven. Het modulaire systeem wint terrein op het traditionele systeem van avond- en weekendlessen. Die trend creëerde een wereldwijde markt voor de EMBA. De Franse eliteschool HEC bijvoorbeeld biedt acht EMBA-formules aan, van een weekendopleiding in Parijs tot modulaire programma’s in Sint-Petersburg, Doha en Sjanghai. Het modulaire HEC-programma omvat een zestigtal lesdagen en gemiddeld 8 tot 10 uur per week afstandsleren in 16 maanden.

Het delen van ervaringen onder deelnemers is de hoeksteen van het EMBA-programma. De kwaliteit van de opleiding wordt dan ook grotendeels bepaald door het niveau van de deelnemers. “De deelnemers dragen net zoveel bij aan de lessen als de professoren. Het zijn geen beginnerscursussen. Zonder de nodige beroepservaring haal je er te weinig profijt uit.”

De inschrijvingsprocedure voor een EMBA is dezelfde als voor een voltijdse MBA, al ligt de nadruk bij een EMBA meer op beroepservaring. De GMAT-toelatingsproef is niet bij elke EMBA verplicht. De ranglijst van EMBA-opleidingen die Business Week en de Financial Times publiceren, vormt een goede basis om een keuze te maken. Daarnaast is het ook nuttig om bij een paar ex-studenten naar hun ervaringen te polsen.

Master: een Europese markt

Sinds de hervorming van het hoger onderwijs in Europa — het Bologna-proces — ondergaan de nationale academische systemen een belangrijke omschakelingsfase. Het is geen dwingend initiatief van de Europese Unie. Het is bedoeld om de transparantie, de mobiliteit en de aansluiting op de Europese arbeidsmarkt te stimuleren en de globale competitiviteit van de Europese onderwijsruimte aan te moedigen. Het gaat dus niet om een eengemaakt academisch systeem, maar om een kader waarin nationale systemen mogelijk zijn. In de onderwijswereld gaat het vaak om het “3+2+3-systeem”. Drie jaar voor het behalen van een bachelordiploma, twee bijkomende jaren voor een master en nog eens drie jaar voor een doctoraat. Meestal is dat systeem flexibeler dan het lijkt.

Als gevolg van die hervorming is het aantal Engelstalige bachelor- en masteropleidingen in Europa sterk toegenomen. Studenten die na hun studies een aanvullende masteropleiding willen volgen in het buitenland, hebben nu veel meer mogelijkheden.

Een master aan een buitenlandse school kan een troef zijn, al is de Europese arbeidsmarkt behoudsgezind en zijn rekruteerders vaak onvoldoende vertrouwd met het internationale onderwijssysteem.

“Executive education”: exclusief

Executive education of opleidingen voor kaderleden vormen het meest commerciële deel in het aanbod van de managementscholen. De combinatie van ‘business’ met een meer academische wetenschap is enigszins controversieel. Het is niet uitzonderlijk dat scholen die opleidingen in een afzonderlijke entiteit onderbrengen. Het aanbod bestaat uit open programma’s voor deelnemers uit diverse organisaties en de programma’s op maat. Die programma’s leiden niet tot een diploma, al krijg je bij sommige wel een getuigschrift.

Uit de ranglijst van de Financial Times komt de Vlerick Business School naar voren als de beste school voor managementopleidingen in de Benelux. De school heeft campussen in Gent, Leuven, Brussel en Sint-Petersburg en organiseert ook in Peking een MBA-programma, samen met de universiteit van die stad. In 2012 volgden 6700 mensen een managementopleiding aan de Vlerick school (open en op maat), goed voor een omzet van 13,6 miljoen euro.

Volgens Hannelore Waterschoot, verantwoordelijk voor de open executive education van de school, komt 90 procent van de omzet uit permanente opleidingen van de werkgevers. Maar dat percentage daalt. “Bedrijven en andere organisaties hebben gesnoeid in hun budget voor externe opleidingen, maar werknemers lijken meer dan vroeger geneigd om te investeren in hun persoonlijke ontwikkeling.”

De open programma’s duren bij Vlerick 1 tot 30 lesdagen. In de opleidingen Middle Management Programme en International Management Programme zijn er 22 lesdagen. De nadruk ligt op leiderschap en persoonlijke ontwikkeling. De lessen gaan over onderwerpen als ‘maximaal presteren als individu en als team’, ‘doeltreffende beslissingen nemen’ en ‘uw medewerkers beter motiveren’. De prijs voor een cursus bedraagt 12.395 euro plus btw en hotelkosten.

MATTIAS LINDSTRÖM

De waarde van een MBA-opleiding bestaat uit het diploma, het verwerven van nieuwe competenties en het opbouwen van een netwerk.

De kwaliteit van de opleiding wordt grotendeels bepaald door het niveau van de deelnemers.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content