Weg naar nieuw stakingsrecht is nog lang

Het stakingsvuur bij de cipiers en de NMBS dooft uit, maar België is en blijft een van de landen waar het meest wordt gestaakt. Werkgevers en politici ergeren er zich volop aan. Ze vrezen voor blijvend imagoverlies dat investeerders weghoudt uit België. Sommigen dromen van een nieuw, strenger stakingsrecht.

Er komt geen twee weken durende staking bij de NMBS. En het protest van de Franstalige cipiers haalt amper nog het nieuws, want in steeds meer gevangenissen wordt het werk hervat. Van de stakingsaanzegging tot het einde van het jaar van de Waalse socialistische metaalbond is weinig te merken. Is daarmee een einde gekomen aan weken van sociale onrust? Zeker niet. Op vrijdag 24 juni houdt de socialistische vakbond ABVV een algemene staking. Op 7 oktober, de tweede ‘verjaardag’ van de regering-Michel, willen alle vakbonden het werk neerleggen.

Is België dan een paradijs voor stakers? Volgens het European Trade Union Institute (ETUI) wordt in slechts vier Europese landen meer gestaakt. In de periode 2009-2013 werden per 1000 Belgische werknemers gemiddeld 66 stakingsdagen geteld. Dat is een stuk minder dan de top drie: Cyprus (514), Frankrijk (171) en Denemarken (82). Noorwegen (76) staat op vier. België zit boven het Europese gemiddelde van 53 stakingsdagen per 1000 inwoners.

Opstoot in 2014

Een recent onderzoek van de Vlaming Kurt Vandaele in opdracht van het ETUI toont aan dat het aantal stakingsdagen in 2014 – toen de regering-Michel aantrad – sterk omhoog ging. Waar er in 2013 bij alle werknemers samengevoegd 205.974 stakingsdagen werden geteld, waren er dat 760.297 in 2014. Vorig jaar daalde het aantal stakingsdagen dan weer naar 207.563.

“De cijfers komen uit syndicale hoek, maar zijn zeer betrouwbaar”, zegt Patrick Humblet, professor arbeidsrecht aan de Universiteit Gent. “Ik vind dat we de recente stakingsgolf niet moeten overroepen. Stakingen zijn cyclisch. Er zijn altijd periodes waarin meer wordt gestaakt. De stakingen zitten nu ook in mediagenieke sectoren, denk aan de NMBS. Dat is een verschil met stakingen in de industriële privésector die minder aandacht krijgen.”

Marc De Vos, directeur van de denktank Itinera en collega van Humblet, sluit zich deels aan bij die analyse: “Die vakbondsacties zitten in de tijdsgeest. Je vindt ze in heel Europa. Sinds de bankencrisis is de sociale druk op de ketel permanent. Overheden moeten besparen. Er is veel frustratie. Maar voor België moet ik toch zeggen dat de stakingen politiek geïnspireerd zijn. Dat heeft te maken met de samenstelling van de regering, met slechts één Franstalige partij. Deze regering wordt ook aangepakt omdat ze iets probeert te doen om de vergrijzing betaalbaar te houden. Er rest weinig anders dan de tering naar de nering te zetten. Dat veroorzaakt veel tegenwind.”

Stakingsrecht zonder stakingswet

De recente stakingsgolf was zowel voor de ondernemers als voor politici van de meerderheidspartijen een bron van ergernis. Bedrijfsleiders en werkgeversorganisaties vrezen voor de aantrekkelijkheid van België als investeringsland. Dat blijkt ook uit de reacties die Trends verzamelde. Politici – Kamerleden Zuhal Demir van N-VA en Egbert Lachaert van Open Vld voorop – pleiten voor een stringenter stakingsrecht. Het recht op staken dreigt andere rechten in het gedrang te brengen, zoals het recht op werken of het eigendomsrecht. Er zou ook een einde moeten komen aan de bezetting van bedrijventerreinen of wegen.

Maar een beperking of een bijsturing van het stakingsrecht is niet vanzelfsprekend. Omdat er in België geen wet is die stakingen regelt. Marc De Vos: “Vooral de rechtbanken geven het stakingsrecht vorm. In België geldt het principe: we laten de oorlogvoerende partijen, de sociale partners dus, de termen van oorlog en vrede zelf bepalen. Als het uit de hand loopt, moeten de overlegtraditie en de controle over de achterban ervoor zorgen dat alles binnen de grenzen van het toelaatbare blijft. Het enige echte regelgevende element zijn de sociaal bemiddelaars.”

“De rechtspraak is duidelijk”, vult Humblet aan. “Het Europees Sociaal Handvest garandeert een recht op collectieve actie met inbegrip van staking. Het Hof van Cassatie kende in 1981 in België een individueel stakingsrecht toe. Ook over nieuwe actievormen, zoals de bezetting van bedrijventerreinen, is er duidelijke rechtspraak. Meer dan tien jaar geleden stelde het hof van beroep van Antwerpen dat een blokkade van een weg tijdens een stakingsactie mag, voor zover de actie aangekondigd is, de politie aanwezig is en het opzet van de actie niet het belemmeren van het verkeer is maar wel ruchtbaarheid geven aan syndicale eisen. Ik stel wel een juridisering vast. Werkgevers kunnen steeds vaker met een eenzijdig verzoekschrift een blokkade opheffen.”

Vrij verkeer boven staken

Zitten de voorstanders van een strenger stakingsrecht dan klem? Zeker niet. Een paar arresten van het Europees Hof van Justitie uit 2007 leggen een bom onder het absolute stakingsrecht.

Het hof bepaalt dat bij een staking de interne markt en het vrij verkeer binnen de Europese Unie gevrijwaard moeten worden. Wat dus betekent dat een staking van de luchtverkeersleiders of zelfs de NMBS volgens de Europese regelgeving onaanvaardbaar is. “Maar om dat af te dwingen moet je naar de rechtbank gaan”, benadrukt Marc De Vos. “En dat is nog niet gebeurd.” Volgens Humblet is de kans reëel dat dit vroeg of laat gebeurt, zeker bij stakingen met een transnationaal aspect. Hij geeft het voorbeeld van de loodsen: “Een schip ligt voor de haven en vaart onder Duitse vlag. Wat als een reder naar de rechter stapt? Indien er een uitspraak komt dat zo’n staking opgeheven moet worden, dan zie ik dat bij een spoorstaking ook gebeuren.”

De vraag rijst hoe zo’n uitspraak kan worden afgedwongen. Manu militari? Vaak wordt verwezen naar de staking van de Amerikaanse verkeersleiders aan het begin van de jaren 80. Een onwettige staking, zo bleek, en president Ronald Reagan ontsloeg de balorige verkeersleiders. “De confrontatie aangaan met wie weigert te plooien: zoiets zijn we in België niet gewoon”, zegt De Vos.

Toch kunnen de Europese arresten door een Belgische rechter worden gebruikt als breekijzer om een minimale dienstverlening op te leggen bij het spoor of de luchtverkeersleiders. Over de haalbaarheid in een bedrijf als de NMBS bestaat bij experts echter allesbehalve eensgezindheid. “Gezien de structuur van het spoorwegennet in België is dat niet vanzelfsprekend”, benadrukt Humblet. “Maar vooral: wie vorder je op in een bedrijf waar zowat iedereen lid van een vakbond is? In andere bedrijven kan ik wel zien wat zo’n minimale dienstverlening inhoudt.”

Uitbreiding van minimale dienstverlening?

Voorstanders van de minimale dienstverlening wijzen erop dat het stelsel al in een aantal diensten bestaat: politie, brandweer, ziekenhuizen… Zelfs in de privésector worden afspraken gemaakt: bij stakingen in zware-industriebedrijven – zoals chemie of ArcelorMittal – is er overleg tussen vakbonden en werkgevers om te vermijden dat de installaties door stilstand schade oplopen.

Zelfs met een minimale dienstverlening is overleg met de vakbonden dus onvermijdelijk. Een nieuw stakingsrecht lijkt dan ook niet direct voor morgen. Volgens Marc De Vos staat die discussie niet los van dat andere heikele thema: de rechtspersoonlijkheid van vakbonden. “Nu zijn ze ongrijpbaar voor de wet. Ik begrijp de historische achtergrond. Vakbonden werden ooit als criminele organisaties behandeld. Maar ze ageren nu in een consensusmaatschappij. Dan is rechtspersoonlijkheid normaal. De minimale dienstverlening vergt volgens mij een rechtspersoonlijkheid. Ik kan mij moeilijk voorstellen dat er een afdwingbare minimale dienstverlening is zonder juridische aanspreekpunten.”

Alain Mouton, fotografie Thomas Sweertvaegher

Tussen 2009 en 2013 werden per 1000 Belgen 66 stakingsdagen geteld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content