WEES UW EIGEN EXPERT (VOOR 2006)

Het jaareinde is niet alleen zwanger van terugblikken, maar ook van voorspellingen: hoe zal de wereld er uitzien in 2006, hoe zal de beurs evolueren (zie omslag van deze Trends), zal de economie slabakken, wat met de politiek, het weer of uw gezondheid?

Een verhoging of verlaging van de rente, de olieprijs en inflatie, de euro, de Aziatische en Latijns-Amerikaanse economie, een vastgoedzeepbel of niet. Een rist obligate experts, analisten en consulenten passeert daarbij de revue en overstelpt u met cijfers, meningen, inzichten en inschattingen. Wat valt daaruit te leren?

Een psycholoog van Berkeley University, Philip Tetlock, schreef daarover zopas een boek (*). De conclusies die hij na twintig jaar onderzoek verzamelde, zijn opvallend: hoe beter een expert bekend is en hoe vaker hij wordt geciteerd, hoe groter de kans dat zijn inschattingen van de toekomst minder betrouwbaar zullen zijn. “Er is geen reden om aan te nemen dat specialisten van vakbladen beter de toekomst kunnen lezen dan journalisten of alerte lezers van The New York Times,” stelt hij.

Als basis voor zijn onderzoek liet hij tussen 1983 en 2003 welgeteld 184 personen die regelmatig commentaar of advies geven over politieke of economische trends, voorspellingen maken in hun vakgebied. Hij verzamelde op die manier 82.361 uitspraken, vroeg die personen hoe zij tot die beoordelingen waren gekomen, wat hun reactie was toen bleek dat ze fout waren en hoe zij tegenover andere voorspellingen stonden.

Wat bleek? Deze experts konden de kans dat iets al of niet zou gebeuren niet beter inschatten dan anderen. Ze bleken ook niet meer dan leken in staat om te voorspellen wat er precies zou gebeuren. Sterker nog, veel kennis blijkt een expert zelfs minder betrouwbaar te maken. En hoe beroemder de expert in kwestie, hoe groter de kans dat zijn voorspellingen overdreven zijn.

Uiteraard speelt hierin mee dat elke analist of consulent zijn dada’s heeft. Hij of zij kan verliefd worden op een persoonlijk voorgevoel en haat het om verkeerd te zijn of uit de bocht te gaan. Ook wij maken die fout. Hoe meer we over iets weten, hoe meer we intuïtief geneigd zijn om te putten uit de dikke soep van feiten, cijfers en verbanden die onze favoriete redenering of intuïtie ondersteunen.

Geen haar op ons hoofd die ons zal doen zoeken naar elementen die bewijzen dat we met onze redenering fout zijn. Of zoals een criticus in The New Yorker over het boek van Tetlock schreef: we gaan er intuïtief van uit dat alle zwanen wit zijn en om dit te bewijzen gaan we nog meer witte zwanen opsporen, terwijl we eigenlijk op zoek zouden moeten gaan naar één zwarte zwaan. Een paradox die wetenschapsfilosoof Karl Popper al jaren geleden vaststelde.

Er zijn experts die alles zien in termen van grote drijfveren, wereldmechanieken of tijdsgewrichten, zoals globalisering en vrijhandel, de tanende hegemonie van de VS of de botsing der beschavingen. Zij slaan de bal geregeld mis. Bijna 20 % van wat die experts als onmogelijk beschouwden, gebeurde toch en 30 % van wat zij mogelijk achtten gebeurde niet, zo stelt Tetlock in zijn onderzoek vast.

De andere categorie, experts die niet geloven in hét grote idee, blijken doorgaans beter te scoren. Al dient wel gezegd dat de eersten een voordeel hadden: als zij met hun grote redenering juist zaten, dan zaten ze spectaculair juist. Een nuance die kan tellen en vele experts naast hun schoenen doet lopen. IJdelheid streelt.

Wat moet u uit dit alles leren? Niets bijzonders. Tenzij één ding dat nog altijd primeert, ook om 2006 in te schatten: uw gezond verstand. Ondanks alle studies en onderzoeken terzake, zien we maar één remedie die vermijdt dat u als leek verloren loopt in het wijde web van expertises. Het boek van Tetlock voor onder de kerstboom en deze editie van Trends op uw leestafel.

(*) Philip Tetlock, ‘Expert political judgment: how good is it? How can we know?’, Princeton.

Piet Depuydt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content