We zijn allemaal dieven

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Ik ben opgeschrikt door een artikel in De Standaard van 13 december. De Vlaming is blijkbaar een doortrapte schurk. Hij pleegt geregeld minstens een van de volgende misdrijven: iets persoonlijks printen op het werk, het zakje fruit in de supermarkt wat optillen om minder gewicht aangerekend te krijgen of zwijgen indien de kassierster toevallig te veel wisselgeld teruggeeft.

Dit soort schokkende vaststellingen blijkt uit een enquête van de Christelijke Mutualiteit West-Vlaanderen. Ik vraag me af of de organisatie, de uitvoering en de bekendmaking via de pers van zo’n enquête wel een juist gebruik is van de ledenbijdrage. Of is dat ook een soort diefstal? Ik zal het wel niet ver genoeg zoeken, maar betwistbare enquêtes organiseren lijkt me niet tot de kerntaken van een mutualiteit te behoren.

In ieder geval trok Financial Times enkele jaren geleden ook al aan de alarmbel. Bijna alle zakenlui zijn dieven. Ze zien er blijkbaar geen graten in om stukjes zeep, busjes shampoo of douchecaps mee naar huis te nemen. Georganiseerde misdaad.

Uiteraard voelt niemand van bovenstaande voorbeelden zich een misdadiger. De meesten onder ons vinden dat soort gedrag normaal. Als mens hanteren we een aantal inconsistente regels om te beslissen wat mag en niet mag. In onze christelijke traditie blijft de dominante norm: schaad je naaste niet.

En dat mag je blijkbaar omdraaien. Wie niet je naaste is, die mag je wel schaden. Ik mag een verzekeringsmaatschappij oplichten, maar niet mijn nicht. Als ik met een buur op reis ben, en hij heeft een stuk zeep en ik niet, dan mag ik zijn stuk zeep niet stelen. In mijn hotelkamer mag ik dat wel. Ik heb er bovendien voor betaald, dus is het niet eens diefstal. In zakenhotels heb ik nochtans vaak alleen gelogeerd in kamers die duidelijk voor twee personen waren bedoeld. Mocht ik dan twee potjes bodylotion wegnemen? Of maar één?

Het naastenprincipe neemt in deze vlakke wereld steeds vreemdere vormen aan. Ik ben geen politicus en ik mag het dus zeggen: een beslissing waarbij tien Belgische jobs verloren gaan, maar twintig nieuwe ontstaan in Polen, is een goede zaak. Maar het is overduidelijk, het verlies van een Belgische job is veel erger dan het verlies van een Poolse, Litouwse of Zweedse job. Bemin vooral je naaste.

Je mag blijkbaar ook je eigen rechter spelen. Veel studenten stelen een fiets, gewoon omdat hun eigen fiets gestolen is. Als je in een tearoom slecht bediend wordt, hun ‘zaalsysteem’ lijkt nergens op, en door diezelfde inefficiënties is de rekening gevoelig lager dan wat was afgesproken, dan zullen de meeste klanten dat niet melden. ‘Het is hun verantwoordelijkheid, zij moeten maar zien dat hun rekening klopt.’ Niet tevreden? De uitbater krijgt zijn rechtmatige geld niet!

We spelen blijkbaar oh zo graag alwetend rechtertje. We hadden ooit in Blankenberge een erg verzorgde en bijzonder lekkere pannenkoek gegeten met koffie. Toen de rekening kwam lag die bijna de helft te laag. Toen kon ik het echt niet over mijn hart krijgen dat niet te signaleren. Maar hadden ze mij een half uur laten wachten op een opgewarmde pannenkoek, met een ijzige glimlach opgediend, dan had ik waarschijnlijk met een brede glimlach en met mijn veel te lage rekening dadelijk de horecazaak verlaten.

Die individuele christelijke moraal zie je overal opduiken bij morele oordelen. Van anonieme, vrij abstracte organisaties, en de staat dus in de eerste plaats, mag je probleemloos stelen. Verzekeringsmaatschappijen, oliemaatschappijen, de overheid, je kan ze naar hartenlust leegplunderen. Geen belastingen betalen? Een fictieve schade opgeven? Allemaal geen probleem, want we benadelen toch alleen maar anonieme instituties.

Zulke vaststellingen maken het zo moeilijk morele oordelen te vellen. We spelen nu met vuur, of beter, we spelen met CO2-uitstoten. De kans dat daar in Bangladesh over x jaren enkele miljoenen mensen zware schade door lijden, is ontzettend hoog. Bijna niemand beweegt. Tegelijk staat België terecht in rep en roer voor vier of vijf dodelijke slachtoffers van brutale terreur.

Bijna niemand – behalve psychopaten – wil een man op de rails duwen om op die manier vier anderen te redden. Maar op een anonieme knop duwen die een wissel in beweging zet waardoor er ook één man sterft en vier worden gered, dat doet een meerderheid wel. Ethiek zit diep in ons brein. Sommige dingen doen we nu eenmaal wel en andere dingen niet.

Al dat soort voorbeelden wijst op een primitieve moraal. De traditionele en christelijke moraal is perfect afgestemd op een kleine leefgemeenschap, waar je de vrouw van je buurman niet begeert, maar vandaag de dag is de vraag of je naar diezelfde vrouw kan kijken via haar site met webcam. Neen, je steelt het brood van je buur niet, maar wat met het ontduiken van btw waarmee een regering misschien mensenlevens kan redden in Afrika?

De auteur is partner-hoogleraar management aan de Vlerick Leuven Gent Management School.

MARC BUELENS

In onze christelijke traditie blijft de dominante norm: schaad je naaste niet. Wie niet je naaste is, die mag je wel schaden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content