‘We moeten meer Europa hebben’

Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Solvay-topman Jean-Pierre Clamadieu is als nieuwbakken voorzitter van de chemiefederatie Cefic voortaan toponderhandelaar voor de Europese chemiesector. “We moeten nog harder roepen”, zegt Clamadieu in zijn eerste interview als Cefic-baas.

Clamadieu neemt het voorzitterschap van Cefic over van Kurt Bock, de CEO van de Duitse chemiegigant BASF. Bock vindt dat Clamadieu het wat gemakkelijker zal hebben omdat hij in Brussel huist en zo vlot bij de Europese Commissie kan langslopen. Dat logistieke voordeel zal ongetwijfeld welkom zijn, want net als Bock krijgt Clamadieu veel complexe dossiers op zijn bord. Vooral de energiekostenhandicap van Europese bedrijven ligt almaar zwaarder op de lever bij Clamadieu en Cefic, de koepel boven 29.000 Europese chemiebedrijven die samen 1,2 miljoen jobs vertegenwoordigen.

Bent u klaar voor twee frustrerende jaren?

JEAN-PIERRE CLAMADIEU.(lacht) “Zo zou ik het niet helemaal stellen. Maar de chemische industrie vertegenwoordigen bij de Europese instanties is inderdaad een moeilijke missie. Er zijn een aantal zware onderwerpen. Ik ben al elf jaar baas van een chemiebedrijf — eerst van Rhodia en nadien van Solvay — en ik ken de sector dus goed. Ik zie de uitdagingen zeer helder. Ik ben klaar om aan de Europese Commissie en het Europees Parlement uit te leggen wat onze behoeftes zijn om bij te dragen aan de Europese prioriteiten.”

Dat zei uw voorganger Kurt Bock ook al.

CLAMADIEU. “Een groot verschil tussen ons is het accent. Ik spreek Engels met een vrij zwaar Frans accent, en hij bijna accentloos (lacht). Maar in wezen is onze boodschap inderdaad dezelfde. De prioriteiten van de grote chemiegroepen lopen gelijk. We zijn er wel van overtuigd dat we nog harder moeten roepen over wat we goed doen. We hebben net een duurzaamheidsrapport uitgebracht, waarmee we aantonen wat de chemiesector bijdraagt tot innovatie en duurzaamheid. We herhalen ook wat onze uitdagingen zijn. De energieproblematiek is een topprioriteit. Er is ook het probleem van onderwijs in Europa, waar het aantal afgestudeerden in wetenschappelijke en technische opleidingen afneemt. Het is voor ons noodzakelijk dat Europese universiteiten dit soort gediplomeerden blijven afleveren. Nog een prioriteit: de milieuwetgeving moet evolueren op een voorspelbare manier, zodat we ons tijdig kunnen organiseren. Anders komen onze industriële installaties in zware moeilijkheden.”

Schaliegas heeft de regels van het spel veranderd. Is het een spel dat u niet meer kunt winnen?

CLAMADIEU. “Het is in ieder geval een spel dat zeer moeilijk wordt. Iedereen weet intussen dat de kosten voor gas in Europa drie tot vier keer hoger zijn dan in de VS. Elektriciteit is hier dubbel zo duur. In sommige gevallen moeten we nu spijtig genoeg constateren dat we niet meer kunnen blijven produceren in Europa. Investeringen in de chemiesector zijn tussen 2003 en 2013 in Europa stabiel gebleven, terwijl ze in de VS over dezelfde periode zijn verviervoudigd. En dan zit in die cijfers zelfs nog niet het volledige effect van de productie aan lage kosten in de VS als gevolg van schaliegas. De strijd is zwaar.”

En schaliegas in Europa?

CLAMADIEU. “Dat zal niet als bij toverslag onze problemen oplossen. Als je spreekt met kenners, zoals de helaas net overleden Christophe de Margerie van Total, weet je dat de omstandigheden die maken dat schaliegas zich zo snel ontwikkelde in de VS, niet bestaan in Europa.

“Gelukkig neemt het bewustzijn over de energieproblematiek enigszins toe. Er zijn bemoedigende elementen. Zo is voor het eerst in de nieuwe Europese Commissie iemand verantwoordelijk voor zowel klimaat als energie. Wij riepen al vijf jaar dat die zaken met een totaal verschillende benadering aanpakken tot slechte beslissingen leidde. Daarnaast worden in landen als België, Frankrijk en Duitsland maatregelen genomen om grote energieverbruikers vrij te stellen van sommige belastingen om hen te helpen hun concurrentiekracht wat te herwinnen. Er is dus vooruitgang. Maar dat de Europese energiepolitiek ons niet tevreden stelt, is duidelijk.”

Is het ook niet allemaal too little too late?

CLAMADIEU. “Ik ben een optimistische persoon. Anders heb je het in dit vak nogal lastig (lacht). Ik zie toch dingen veranderen. In Frankrijk werd gevreesd dat kernenergie zou worden stopgezet, maar dat gebeurt niet. In Duitsland was er zeer snel een sterke focus op hernieuwbare energie, maar probeert de regering nu de negatieve impact van die beslissing te beperken. Maar het evolueert allemaal te langzaam.”

Bent u ontgoocheld in Europa?

CLAMADIEU. “Ik ben net heel tevreden dat de EU er is. We moeten meer Europa hebben. Efficiënter en minder bureaucratisch, maar meer. Als Solvay bijvoorbeeld nu weer zou worden geconfronteerd met een Europa dat een verzameling is van een dozijn nationale markten met verschillende munten, zou dat niet doenbaar zijn.

“Ik vind wel dat de EU erg voorzichtig moet zijn met grote sectorale plannen. Dat is niet haar rol. Europa moet zorgen voor een regelgevend kader waarin wij zelf de verantwoordelijkheid hebben om voor onze bedrijven een strategie uit te tekenen. Dat kader verandert evenwel niet snel genoeg. Op sommige vlakken gaan we zelfs achteruit. Zo ben ik bezorgd over het feit dat de elektriciteitsprijzen in de EU-landen almaar sterker beginnen te variëren in plaats van naar elkaar toe te groeien.”

Hoe past u uw strategie aan de ontwikkelingen in Oekraïne en Rusland aan?

CLAMADIEU. “We kunnen het ons nog nauwelijks inbeelden, maar tien jaar geleden dachten we al dat Rusland en Europa naar elkaar zouden toegroeien. Er was al een sterke onderlinge afhankelijkheid voor energie en we hadden allemaal een scenario van convergentie in gedachten. Dat is intussen op brutale wijze ter discussie gesteld. Maar je moet je strategie niet te snel aanpassen. We moeten zien hoe de geopolitieke situatie uitklaart. We proberen intussen onze activa daar zo goed mogelijk te beheren. We moeten ook toegeven dat er in Rusland aantrekkelijke markten zijn. Het land heeft vaardigheden en grondstoffen. De pvc-fabriek die we in Rusland hebben opgestart, heeft grondstofkosten die even goed, zo niet beter zijn dan die van onze Amerikaanse concurrenten.”

Met welke producten bent u in Europa nog concurrentieel?

CLAMADIEU. “Voor producten met de grootste energetische inhoud hebben we ook de grootste concurrentie. Daarin kunnen we ons amper diversifiëren tegenover de Amerikanen. De Verenigde Staten investeren ook zeer zwaar om het wereldcentrum te worden voor zulke bulkproducten, zoals ethyleen. Ze investeren daar vooral in export. En die gaat ons onder druk zetten. Maar bij hooggespecialiseerde kunststoffen zal die energetische inhoud nauwelijks van belang zijn en kunnen we hier even competitief zijn als in de VS. De Europese chemie heeft dan ook geen andere keuze dan zich te transformeren en te gaan voor zulke producten met een hogere toegevoegde waarde.”

Welk deel van het traject van zijn transformatie heeft Solvay intussen afgelegd?

CLAMADIEU. “Ik schat tussen een derde en de helft. Het is een transformatie van zeer grote omvang, en die zal gewoon voortgaan. Maar ik wil nu niet te veel over Solvay praten.”

Maar als de nieuwe voorzitter van Cefic de topman van Solvay toevallig zou tegenkomen, welke raad zou de eerste de laatste geven?

CLAMADIEU. “Ze spreken inderdaad met elkaar (lacht). Zelfs de meest verlichte en geschikte politieke autoriteiten kunnen niet plots op magische wijze de energiekloof met de VS verminderen. Dus geven we onze bedrijven de raad hun strategie aan te passen. Dat is gemakkelijker voor de heel grote bedrijven. Veel leden van Cefic zijn kmo’s, waarvan een deel met een Europese activiteiten. Vooral voor hen is het nu heel moeilijk.”

Waar vindt u de tijd en energie om deze functie er nog bij te nemen?

CLAMADIEU. “Ik ben er sterk van overtuigd dat als je een bedrijf leidt, en zeker zo’n groot bedrijf als Solvay, je ook tijd moet wijden aan het collectieve. Vroeger bij Rhodia was ik voorzitter van de commissie voor duurzame ontwikkeling van de Franse werkgeversfederatie Medef. En nu ik bij Solvay ben, moet ik ook deze verantwoordelijkheden aanvaarden, net zoals Kurt Bock ze heeft aanvaard. Al zal ik wel mijn overtuigingskracht voort moeten ontwikkelen om mijn boodschap te kunnen overbrengen, en dat is een stevige uitdaging.”

BERT LAUWERS

“Investeringen in de chemiesector zijn tussen 2003 en 2013 in Europa stabiel gebleven, terwijl ze in de VS zijn verviervoudigd”

“Dat de Europese energiepolitiek ons niet tevreden stelt, is duidelijk”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content