‘We moeten een tsunami aan procedures vermijden’

STAN BRIJS "Het is te vroeg om de gevolgen van de gezondheidscrisis op ondernemingen correct in te schatten." © D. TERMONIA

Eén op de twee bedrijven ondervindt liquiditeitsproblemen door de coronacrisis. Klassiek lost een advocaat dat op met een gerechtelijke bescherming tegen schuldeisers, maar dat is voorbarig, zeggen experts. De regering werkt aan maatregelen om het aantal procedures in te dijken.

De kledingketen e5 mode vraagt bescherming aan tegen zijn schuldeisers. Verwacht wordt dat nog meer ondernemingen naar de rechter zullen stappen voor een gerechtelijke reorganisatie. Uit een enquête op verzoek van de Economic Risk Management Group (ERMG) blijkt dat de helft van de ondernemingen liquiditeitsproblemen heeft. “Nu al een procedure starten voor een gerechtelijke organisatie, is meestal voorbarig”, stelt Stan Brijs, advocaat-vennoot van het advocatenkantoor NautaDutilh. “De crisis woedt nog volop. Het is moeilijk de impact op de liquide middelen en de schuldenlast al correct in te schatten.”

“De federale en de Vlaamse overheden hebben al heel wat maatregelen uitgewerkt om de ondernemingen meer ademruimte te geven”, zegt curator Ilse Mertens, medewerker van de faillissementsboetiek EVC Advocaten. “Pas als er meer duidelijkheid is over de impact van de crisis en de overheidsmaatregelen, kunnen ondernemingen juist inschatten welke juridische ingrepen nuttig zijn.” Confrater Bart Heyninckx van Altius wordt overspoeld door telefoons van verontruste ondernemers. “Ze vragen of de beschermingsprocedure tegen schuldeisers mogelijk is. Maar de uitgestelde betaling van huur, RSZ en fiscale verplichtingen geeft al ademruimte. Daarnaast willen ze weten of een bewarend beslag bij eigen schuldenaars zin heeft. Maar dat lost weinig op als er bevoorrechte schuldeisers zijn. Mijn klanten zitten in een juridisch vagevuur.”

BART HEYNINCKX
BART HEYNINCKX “De uitgestelde betaling van huur, RSZ en fiscale verplichtingen geeft al ademruimte.”

Afkoelingsperiode

De gerechtelijke reorganisatie is niet geschikt om te dienen als tijdelijke levenslijn om ondernemingen door deze crisis te trekken, meent insolventiespecialist Christian Van Buggenhout, vennoot bij het advocatenkantoor DLA Piper. “Ik ben een vijand van de wet op de continuïteit van de ondernemingen (zie kader Gerechtelijke reorganisatie). De opstart van gerechtelijke procedures tegen schuldenaars kan een tsunami aan rechtsvorderingen op gang brengen, waardoor ondernemingen elkaar nog meer in gevaar brengen.”

“Een stroom aan beschermings-, beslag- en insolventieprocedures moet worden vermeden”, zegt Arie Van Hoe, advocaat bij NautaDutilh. “De ondernemingsrechtbanken kunnen dat ook niet aan. Er is behoefte aan een afkoelingsperiode, waarin ondernemingen hun situatie kunnen inschatten. Later kunnen procedures volgen” (zie kader De pauzeknop induwen).

De wet de traagheid

Van Buggenhout meent dat de tussenkomst van het gerecht geen goed antwoord op deze crisis is. “Het gerecht volgt de wet der traagheid”, getuigt hij. “Om de microgevolgen van de coronacrisis te bestrijden, moeten snel maatregelen worden genomen. Je laat nu geen advocaten los op een bedrijf in moeilijkheden, want dan is het om zeep. Dat zet procedures in gang, audits, vergaderingen, heen-en-weergeschrijf. Dat duurt te lang en is niet goed voor het bedrijf, de klanten en de leveranciers. Enkel de advocaat wordt er beter van.”

Van Buggenhout bepleit dat ondernemingen zelf oplossingen uitwerken. “Iedereen ondergaat de crisis. Schuif de liquiditeitsproblemen niet door. Werk aan een plan. Spreek af welk deel van de schuld onmiddellijk, later en niet zal worden betaald. Zo kan je na de crisis sneller heropstarten in wederzijds vertrouwen. Solidariteit tussen bedrijven werkt beter dan gerechtelijke oorlogen.” Dat is de beste oplossing, beaamt Brijs. “Zo’n plan kan later worden bekrachtigd door de rechtbank.”

Heilzame crisis

Deze crisis is op termijn misschien zelfs heilzaam voor de economie, voorspelt Van Buggenhout. “Heel wat bedrijven hebben hun thesaurie geoptimaliseerd, waardoor ze geen financiële reserve meer hebben om na de huidige herstructurering te herstarten. Bovendien hebben velen zwaar geleend, omdat de rente zo laag stond. Banken komen bij problemen wel achter hun geld. Verzwakte ondernemingen zullen verdwijnen als artificiële concurrenten van sterke sectorgenoten. Die kunnen flink saneren in de variabele kosten en opveren na de crisis.”

Dit is ook het moment om het productieproces te herbekijken. Van Buggenhout: “De productie van heel wat bedrijven stuikte in elkaar, doordat ze afhankelijk zijn van verre aanvoerlijnen die stilvielen. Die aanvoerlijnen zullen worden herbekeken, net als andere bedrijfsprocessen. Ook het dividendbeleid is aan herziening toe. Aandeelhouders zullen enkele jaren geduldig moeten zijn, zodat kan worden geïnvesteerd en gespaard. Bedrijven kunnen beter uit deze crisis komen.”

Volgens Van Buggenhout houdt de overheid zich het best ver van algemene steunmaatregelen. Ze moet zich concentreren op “strategische sectoren, die prioritair moeten overleven”. “Europa kan het best de coördinatie in handen nemen, want anders rommelen de lidstaten maar wat aan in de sectoren”, stelt de curator. “Maar waar blijven de apparatsjiks van Brussel? We zien ze niet, net nu we ze nodig hebben.”

Gerechtelijke reorganisatie

De procedure van de wet op de continuïteit van de ondernemingen (WCO) werd elf jaar geleden ingevoerd en is als de ‘gerechtelijke reorganisatie’ geïntegreerd in het wetboek economisch recht. De ondernemingsrechtbank kan daardoor een onderneming in moeilijkheden toestaan dat ze gedurende een periode een deel van haar schulden niet betaalt. Dat gebeurt na een minnelijk akkoord met enkele schuldenaars of een collectief akkoord met de meerderheid. Ook kan de onderneming of een deel ervan onder gerechtelijk toezicht worden overgedragen aan een derde partij.

Sinds 2005 zijn 10.664 gerechtelijke organisaties opgestart, leert een onderzoek van Trends Business Information. Daarvan overleefde 38 procent de eerste drie jaar.

De pauzeknop induwen

“In een tijdelijke crisis zoals deze is een pauzeknop alles wat de schuldenaars en de bedrijven nodig hebben”, stelt professor Edward Morrison (Columbia Law School), de Amerikaanse expert in recht en insolventie in een paper. In de Verenigde Staten betekent dat een tijdelijke schorsing van alle beslagen en insolventieprocedures na de inleiding van een faillissement. Ook in België pleiten specialisten voor een juridische afkoelingsperiode. De kabinetten van ministers Koen Geens (CD&V, Justitie) en Denis Ducarme (MR, Middenstand) bestuderen zo’n regelgeving. Een van de denksporen, vernamen we uit goede bron, is een tijdelijk moratorium, waardoor de betaling van schulden niet kan worden afgedwongen door een beslag of de ontbinding van de overeenkomst. Ook zouden ondernemingen die door de crisis in betalingsproblemen komen, tijdelijk niet worden verplicht de boeken neer te leggen. Dat moratorium geldt enkel voor ondernemingen die na het uitbreken van de coronacrisis in liquiditeitsproblemen kwamen, niet voor de zombiebedrijven die vroeger al ronddwaalden. “Maar hoe maak je de selectie?”, vraagt advocaat Stan Brijs zich af. “Een onderscheidend criterium zal aanleiding geven tot processen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content