‘We hopen nog lang in België te blijven’

Luc Huysmans senior writer bij Trends

Met een nettowinst van 4,17 miljard euro in 2010 – bijna zes keer zoveel als het nummer twee, Truvo – maakt ExxonMobil zijn naam als ‘s werelds grootste beursgenoteerde olie- en gasbedrijf ook in ons land waar.

Negentigduizend auto’s. Dat is het equivalent van de CO2-emissies die ExxonMobil bespaart door de warmtekrachtcentrale op zijn Antwerpse raffinaderij. De macht van het getal speelt mee in alles wat de multinational doet: wereldwijd heeft de groep inmiddels meer dan honderd zulke centrales gebouwd.

De industriële reus stelt in België rechtstreeks 2800 mensen tewerk. Het hoofdkwartier van de Benelux-tak, met als president Joost van Roost, ligt in het Nederlandse Breda, maar toch oogt het lijstje vestigingen in België indrukwekkend. Twee polymerenfabrieken in Meerhout en Zwijndrecht, een productie-eenheid voor verpakkingsfilm in Virton, een solventenfabriek en een raffinaderij in Antwerpen, drie brandstofdepots in Sclessin bij Luik, Doornik en opnieuw de Scheldestad. In Machelen heeft de groep twee vestigingen: het hoofdkwartier voor Europa, Afrika en het Midden-Oosten, en het European Technology Center, het Europese onderzoeks- en ontwikkelingslaboratorium van ExxonMobil Chemical. Daarnaast zijn er nog ongeveer 260 Esso-tankstations. Wereldwijd telt de groep 83.600 werknemers, die in 2011 goed waren voor een omzet van 486,4 miljard dollar. De winst verdubbelde tussen 2009 en 2011 van 19,4 naar 41,1 miljard dollar.

Ondanks de verhoogde aandacht voor hernieuwbare energie blijft de jaarlijkse Outlook for Energy, de energieprognoses op lange termijn van de groep, ervan uitgaan dat fossiele brandstoffen als olie en gas nog minstens een aantal decennia de belangrijkste energiebronnen zijn. Vooral gas lijkt in de energiemix van de toekomst een belangrijke rol te zullen spelen. Toch besteedt de groep ook veel aandacht aan energie-efficiëntie en het verminderen van emissies. Door innoverende technieken wordt er nu veel efficiënter en milieuvriendelijker geproduceerd dan ooit tevoren.

Zorgwekkende situatie

Al betekent dat niet dat alles rozengeur en maneschijn is. Want, merkt woordvoerder Johan Scharpé op, “de Europese en Belgische regelgeving wordt steeds strenger, en het wordt almaar duurder om eraan te voldoen. Onze raffinaderijen hier concurreren met moderne installaties in India en elders in Azië, terwijl de vraag naar olie in Europa daalt.”

Voor België komt daar nog een handicap bovenop: de loonkosten. Volgens een onderzoek van de Belgische Petroleumfederatie in 2009 overtreft het Belgische brutoloon in de petroleumsector ruimschoots het niveau van de buurlanden. “We zijn al sinds 1891 – als American Petroleum Company – actief in België, en we hopen dat nog lang te blijven. Maar de situatie is wel zorgwekkend voor de Belgische industrie. Ook de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven bevestigde al dat de loonkosten relatief hoog zijn tegenover de buurlanden. De automatische loonindexering versterkt dat nog, en dat vormt een risico voor de competitiviteit van de Belgische industrie.”

LUC HUYSMANS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content