“We hebben ons lesje geleerd”

Ja, hij zit verveeld met de debacles van Headtrick en Starlab. En neen, daar kon hij als minderheidsaandeelhouder weinig tegen beginnen. Marc Van Rompaey van het durfkapitaalfonds Pythagoras blijft er rustig onder. Hij heeft zijn lesje geleerd: “Het businessplan als onderdeel van een contract tussen de geldschieter en de onderneming, daar gaan de entrepreneurs in 2002 mee wakker worden. Geen excuses meer.”

We zitten zes hoog, pal onder het ruwe dakgebinte van een modieus gerenoveerde stapelloods. Voor ons ontplooit zich een weids panorama over de Antwerpse haven. Marc Van Rompaey, topman van het durfkapitaalfonds Pythagoras, heeft moeilijke maanden achter de rug. Eind vorig jaar ging het mediabedrijf Headtrick op de fles, waarin het fonds 20% bezat. In juni wierp een andere participatie, het futuristische onderzoekslabo Starlab, de handdoek in de ring. En in juli volgde Web-Diggers, een zoekexpert op het internet. Minder bekend is dat Pythagoras in februari nog een ander faillissement moest slikken: het Franse softwarebedrijf StellarX.

Van Rompaey en de twee andere stichtende vennoten van Pythagoras _ Stefaan Top en Johan Konings _ zijn geen groentjes. Voor hij eind 1998 het durfkapitaalfonds opstartte, was Van Rompaey algemeen directeur bij het Belgische softwarebedrijf TechGnosis. Nadien was hij actief bij het Belgisch-Britse beurshuis Quartz Ca Partners. Stefaan Top komt onder andere van bij Apple en Konings zat bij Creafund. In 1998 bracht dit drietal met Pythagoras 50 miljoen euro (2 miljard frank) bijeen. De voornaamste geldschieters waren: TrustCa Partners (35%), Mercator & Noordstar (13%) en Bank Corluy (8%).

Marc Van Rompaey schuift niet onder stoelen of banken ontnuchterd te zijn door de voorbije periode. “Maar,” zegt hij, “we zijn niet de enigen.” Nadrukkelijk wijst hij met de wijsvinger naar een vier meter lange antieke, mahoniehouten vergadertafel. “Alle voorstellen en dossiers die door Pythagoras werden behandeld, zijn aan deze tafel besproken geweest, samen met de raad van bestuur. Het is dus níét zo _ zoals Trends onlangs schreef _ dat ik diegene was die de dossiers door andermans strot duwde.”

MARC VAN ROMPAEY (PYTHAGORAS). “( kregelig) Was ik er niet door geraakt, dan zou ik een abnormaal mens zijn. Net zoals ik ook persoonlijk geraakt ben door de twee bedrijven die in onze portfolio zitten en ondertussen al een beursgang achter de rug hebben: Swan in juni 1999 op Nasdaq Europe en Time Square in juni 2000 op de beurs van Tel Aviv. We hebben ondertussen ook diverse aandelenswaps gedaan, fusie- en overnamedeals waarvan het fonds geprofiteerd heeft. Maar inderdaad, die faillissementen zijn niet plezant. Het heeft geen zin om daarna mensen met de vinger te wijzen. Maar zoals je weet, de waarheid ligt altijd ergens in het midden. Het enige verwijt dat we ons zouden kunnen maken is dat we een aantal participaties niet genoeg van nabij hebben opgevolgd. Pythagoras is een fonds dat investeert in startupbedrijven. En in een opstartfase is eender welk bedrijf bijzonder kwetsbaar. Als op een bepaald moment het tij keert, zijn uitgerekend zij daar erg gevoelig voor.”

VAN ROMPAEY. “Dat is nooit mijn mentaliteit geweest. Je moet er goed rekening mee houden dat we in die bedrijven minderheidsaandeelhouder waren. Wij hadden niet de laatste stem in het kapittel. Trouwens, als er in een bedrijf iets wordt beslist, en je gaat ermee akkoord of niet, dan ga je nadien niet de vuile was buiten hangen. Meer ga ik daar niet over vertellen.”

VAN ROMPAEY. “Klopt. En dat daar gesprekken en opmerkingen over geweest zijn, jazeker. Het is een harde les geweest. Als minderheidsaandeelhouder zullen we veel sterker op onze strepen moeten staan, om niet opnieuw in dergelijke scenario’s te verglijden.”

VAN ROMPAEY. “Dat is bij Web-Diggers gebeurd in juni, want toen hadden we ons lesje al geleerd. Maar wanneer er een nieuwe kapitaalronde komt en er wordt daarbij een derde investeerder aangetrokken, dan wil die derde ook een stuk continuïteit in de investering zien. En tezelfdertijd treden er dan bepaalde antidilutieve reflexen op binnen de raad van bestuur van het fonds. Dan wordt gezegd: kijk, ook al is de waardering zus en zo, we moeten toch wel zien dat we een belang van bijvoorbeeld 8% à 9% in het bedrijf behouden. Dat zijn overwegingen waar je niet omheen kunt.”

VAN ROMPAEY. “Maar natuurlijk, en wij niet alleen. Iedereen! Ga dat maar eens in Kortrijk vragen bij TrustCapital. Of in New York, op Wall Street. Vind je het normaal dat er bedrijven zijn die aan 64 dollar stonden en nu nog nauwelijks aan 98 dollarcent noteren? Achteraf is het makkelijk praten: ik heb niets geïnvesteerd, ik heb nergens een early stage-investering gedaan, ik heb al mijn centen op de bankrekening staan en ik heb een rendement van 3%. Daarvoor staat iedereen vandaag in zijn handen te klappen. Diegenen die hun nek hebben uitgestoken in risicokapitaal, die krijgen nu de klappen.

“Er was trouwens niet alleen de hype, maar ook de concurrentie onder de durfkapitaalfondsen. Bleef je aan de kant staan, dan was er een trein vertrokken waaraan centen verdiend konden worden. Wat is de slotconclusie voor Pythagoras? Wat we aan de ene kant gewonnen hebben, hebben we aan de andere kant weer moeten afgeven. En dan kan je zoveel tussentijdse waarderingen hebben als je wil, ze zijn niet tastbaar zolang ze op papier staan. Het is op het einde van de rit, bij het afsluiten van het fonds, dat de rekeningen worden vereffend.”

VAN ROMPAEY. “Dat is juist. Dat was een participatie die samen met de investeringsfondsen Galileo en Atlas ging gebeuren. Ik ga die mensen hun rekening niet maken, maar die hebben te elfder ure afgehaakt. Je kan daar een proces over gaan voeren, maar daar komen we niet mee vooruit. Uiteindelijk hebben we de handdoek in de ring moeten gooien. Dat is iets ( lange stilte)… Bon, in moeilijke tijden zijn er mensen die hun woord niet houden.”

VAN ROMPAEY. “Als je goede investeringen wil doen én je wil zekerheid hebben, koop dan een staatsbon. Neem eender welk fonds dat vandaag naar de beurs stapt, die krijgt per definitie een décote van 30%. Over het FLV Fund wil ik het nog niet hebben, maar ga eens naar Netfund Europe kijken, of Quest for Growth. We zitten inderdaad in een down flow, maar isoleer ons toch niet van het algemene gebeuren in de markt. Momenteel zijn er een heel aantal knapen _ en dan spreek ik niet alleen in België _ die aan fundraising hebben gedaan voor bedrijven die eigenlijk al lang failliet hadden moeten zijn of kunstmatig in leven worden gehouden. Als ik mijn telefoon oppak, vragen ze mij: ‘Marc, hoeveel bedrijven heb je nog in portefeuille?’ Ik antwoord: ‘Van de 28 heb ik er ongeveer nog twintig in portefeuille.’ ‘Ja ja, maar hoeveel daarvan zijn nog opgewarmde lijken?’ Dát is de vraag die wordt gesteld.

“In onze portefeuille zijn er momenteel nog enkele participaties waarvoor we aan het vechten zijn. Maar er zijn er ook andere die we in de huidige omstandigheden een zachte landing moeten laten maken. Door de kapitaalschaarste die er momenteel op de markt heerst zijn we een hele generatie van ondernemers en entrepreneurs aan het opofferen. Heel veel technologie en software die vandaag geschreven wordt, verdampt, verdwijnt of gaat ergens verloren. Om niet te zeggen dat wel de helft daarvan binnen nu en drie, vier jaar ten laatste zal moeten worden herschreven.”

VAN ROMPAEY. “Op een bepaald moment beslis je tot zo’n investering op basis van een businessplan. En dat plan is, om eerlijk te zijn, eigenlijk het contract van de ondernemer voor de investeerder. Ik herinner me nog heel goed, in september 1993, toen ik met het risicokapitaalfonds Ferman Sellz mijn businessplan voor TechGnosis had doorgenomen. Toen alles in kannen en kruiken was, pakte de investeringsmanager Bryan Friedman zeer ostentatief mijn businessplan en zijn terms and conditions-formulier, legde beide over elkaar en klikte met zijn grote nietjesmachine beide documenten samen. ‘ Marc, that’s our contract,’ zei hij. Ik wist ineens hoe laat het was. Want daar stond ook in dat ik eind december nog twee miljoen extra dollars aan fundraising moest binnenhalen. Maar het is die mentaliteit die nu moet terugkomen. Het businessplan als onderdeel van een contract tussen de geldschieter en de onderneming, daar gaan de entrepreneurs in 2002 mee wakker worden. Geen excuses meer.”

VAN ROMPAEY. “Ik ben, om eerlijk te zijn, op het rapport van de revisor Andersen aan het wachten. Wij hebben in het fonds een assessment lopen van zes maanden, telkens op 31 december en telkens op 30 juni, waarbij we zoveel mogelijk gegevens rapporteren aan de raad van bestuur. Het faillissement van Web-Diggers viel na 30 juni maar dat gaan we toch mee opnemen in de rapportering van 30 juni. Ik zal zien waar we uitkomen, maar ik denk dat we met het fondsrendement terug op nul staan. Ik zou er zelfs niet voor terugschrikken om de EVCA-regels ( nvdrEuropean Venture Ca Association) voor waardering van de portefeuille zo rigoureus mogelijk toe te passen. En dan denk ik dat we zelfs onder het initiële kapitaal van 50 miljoen euro gaan uitkomen. En dat is nog altijd, laten we wel wezen, een waardering op papier. Papier is geduldig.”

VAN ROMPAEY. “Op een bepaald moment zijn er prioriteiten. En die zijn: het eerste fonds zo goed en zo degelijk mogelijk houden. Zolang we daar voltijds mee bezig zijn, zullen we weinig of geen tijd spenderen aan het opzetten van Pythagoras II. Bovendien, als je in het eerste fonds een hele slechte track record achterlaat, dan is het de vraag welk kapitaal je nog zal ophalen voor het tweede fonds. En ten slotte, als je ziet hoe laag de activiteitsgraad momenteel is in de kapitaalmarkten, dan zou het oprichten van een tweede fonds voor ons vechten tegen de bierkaai zijn. Daarom hebben we de fundraising voor Pythagoras II op een laag pitje gezet.”

VAN ROMPAEY. “Er is op dit ogenblik een commitment van 17 miljoen euro ( nvdr – 686 miljoen frank). En van die 17 miljoen euro bevinden er zich 7 miljoen ( nvdr – 282 miljoen frank) op de bankrekening. We zijn wel een zoektocht begonnen naar iemand die in onze opdracht de fundraising zal organiseren. In de huidige omstandigheden is het beter dit over te laten aan een institutionele belegger.”

VAN ROMPAEY “Ik denk dat het investeringsfonds van Christian Dumolin in IT en andere sectoren al meer dan voldoende is blootgesteld aan de bokkensprongen van de markt. Een uitzondering was zijn recente engagement in Big Bang Ventures, maar dat is dan ook alles geweest.”

VAN ROMPAEY. “Er zullen daar inderdaad vragen worden gesteld en er zullen op- of aanmerkingen zijn. Afwachten wat het gaat worden. Maar de hamvraag is hoe lang deze situatie zal blijven aanhouden en hoe lang er nog continuïteit in de portfolio is. We zitten in een zeer oncomfortabele positie. En wie daar zijn koelbloedigheid verliest, weet perfect wat hij verloren heeft maar zal nooit weten wat hij aan potentiële winsten heeft laten liggen. Dat is een beslissing die iedereen voor zichzelf moet proberen te maken.”

VAN ROMPAEY. “Die is beperkt. Wij hebben gedaan wat we konden doen. Er is nog een beetje ruimte, maar eigenlijk is het fonds fully invested. En als er nieuwe investeringen zouden komen, dan moeten die gebeuren in Pythagoras II. Maar de continuïteit bevorderen wil ook zeggen: nieuwe investeerders helpen aanbrengen, openingen creëren op het gebied van business development en, waar we kunnen, meer klanten gaan zoeken.”

VAN ROMPAEY. “Om eerlijk te zijn, neen. Ik had wel verwacht dat wat er in 1999 en begin 2000 aan het gebeuren was, niet aan hetzelfde ritme kon voortgaan. Dat er correcties zouden komen, ja, maar dat die correcties zo zwaar en zo diepgaand zouden zijn, neen, dat had ik niet verwacht.”

VAN ROMPAEY. “Dan heb ik bedrijven in de portfolio die ondertussen ook break-even draaien. Akkoord, we zijn niet aan het groeien op dat moment, maar we zijn wel aan het overleven. En ondertussen houden we de uitgaven van de firma’s in onze portfolio in de gaten.”

Alain MoutonPiet Depuydt

Piet Depuydt

“Door de kapitaalschaarste die er momenteel op de markt heerst, zijn we een hele generatie van ondernemers en entrepreneurs aan het opofferen.”

“Dat er correcties zouden komen, ja, maar dat die zo zwaar en zo diepgaand zouden zijn, dat had ik niet verwacht.”

“Als minderheidsaandeelhouder zullen we veel sterker op onze strepen moeten staan om niet opnieuw in Starlab- of Headtrick-scenario’s te verglijden.”

“Ik denk dat we met het fondsrendement terug op nul staan.”

“Er staat 7 miljoen euro op de bank voor een tweede Pythagoras-fonds. Maar we zijn voorlopig voltijds bezig om het eerste fonds zo degelijk mogelijk te houden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content