We hebben besloten te eten

De markt van voorschriftvrije geneesmiddelen (OTC) is meer dan ooit in volle beweging. Yvan Vindevogel en Vemedia hebben besloten mee te spelen. Hun visitekaart: drie kapitaalsverhogin- gen vier overnames.

Sinds 2002 kent Yvan Vindevogel de weg van zijn thuisbasis Kortrijk naar zijn werkplaats Amsterdam van buiten. De GPS in zijn blitse wagen hoeft hij niet eens meer aan te zetten. Het grootste deel van zijn activiteiten ligt boven de Moerdijk. Yvan Vindevogel zal vermoedelijk nog een tijdje door het leven stappen als de man die samen met Marc Coucke aan de wieg stond van Omega Pharma, maar in zijn hoofd is die episode al lang afgesloten. “Ik ben weer volop ondernemer en voel het ondernemersbloed eindelijk weer stromen zoals voordien,” zegt de West-Vlaamse ex-vennoot van Marc Coucke.

De bron van dat businessgeluk heet Vemedia, de Nederlandse OTC-firma die hij in 2002 samen met enkele zakenpartners – onder wie Paul Vandenheuvel – kocht uit handen van Solvay.

De twee voorbije jaren stonden zelfs in het teken van een sprong voorwaarts op alle fronten. Het begon in januari 2005 met de uitverkoop van alle medevennoten. “Ze wilden een eerder conservatieve koers varen en dat was niet aan mij besteed”, zegt hij veelbetekenend. “Mijn vrouw, mijn steun en toeverlaat, gaf me de raad mijn businessinstinct te volgen. Ik heb me dat nog geen seconde beklaagd.” De buitenwereld heeft het amper geweten, maar de insiders uit de sector des te meer. Met drie kapitaalsverhogingen en vier overnames op ruim een jaar tijd heeft Vindevogel goed en wel zijn visitekaartje afgegeven. “Een klein maar een heel ander visitekaartje,” vergoelijkt hij een beetje zijn reeks van opgemerkte demarches.

Eten of worden gegeten

Yvan Vindevogel heeft besloten om met Vemedia zijn eigen weg te gaan in de grote en soms boze of overweldigende wereld van de OTC-producten, de voorschriftvrije geneesmiddelen. Een branche waarin multinationals desinvesteren – zoals Roche, Pfizer of recent UCB – en andere multinationals volop investeren – zoals Bayer. “Met deze grote jongens willen we ons vooral niet vergelijken,” zegt Vindevogel. “Onze ambitie bestaat er alleen in een professioneel bedrijf te runnen en te doen groeien volgens de principes van een familiale onderneming. In deze wereld komt het er op neer te eten of te worden opgegeten. Welnu, we hebben besloten om zelf te eten. Weliswaar op kleinere schaal, maar toch volgens een welbepaald groeiscenario. We zullen niet doen zoals Omega Pharma en de overnames aaneenrijgen. We willen met een beperkt aantal merken scoren in een beperkt aantal maar vooraanstaande Europese landen. De Benelux is ons eerste jachtterrein. In Frankrijk, Spanje en Portugal zoeken we opportuniteiten die we snel willen invullen.”

Yvan Vindevogel, keurig in het pak, legt een catalogus voor waarmee hij investeerders over de streep weet te trekken. “Ik krijg alleen positieve reacties,” zegt hij na de derde kapitaalsverhoging in zes maanden tijd (zie kader “Geld voor groei”). In de nabije toekomst sluit hij een nieuwe kapitaalronde niet uit. Vemedia heeft in zijn portefeuille 70 % eigen merken zitten – een handvol OTC-producten en voedingssupplementen – en leeft voor 30 % van distributieactiviteiten voor derden. Die laatste tak is zeer internationaal gekleurd met klanten als het Belgische Solvay, Zambon (Italië), Norit (Nederland), Vifor (Zwitserland), Madaus (Duitsland), SC Johnson (VS) of het Japanse Kobayashi. Eind 2005 klokte Vemedia af op een omzet van 15 miljoen euro en een winst na belasting van 1,771 miljoen euro. Eind 2006 is de omzet meer dan verdubbeld naar om en bij 32 miljoen euro.

Davitamon achterna

In het hectische jaar 2006 werden slag om slinger vier overnames gerealiseerd. Vindevogel haalde eerst het Nederlandse Viatris in huis. Met die onderneming verzekert hij zich van de productie en distributie van vier eigen extra merken. “Viatris past perfect in onze strategie,” zegt hij. “We azen op merken die nummer één, twee of drie zijn in hun niche. Anders hoeft het niet. Dankzij Viatris hebben we de vitamine Dagravit in huis, zo je wil een tegenhanger van Davitamon. Het product was een beetje verwaarloosd in Nederland, hoewel uit testen bleek dat het product het beste in zijn soort is. Dat opent heel wat perspectieven. Met Dagravit willen en zullen we uitpakken buiten Nederland. De Belgische consument zal er dit jaar van horen. Onze marketing- en commerciële benadering zullen heel vernieuwend zijn. Sorry, maar meer kunnen en willen we in deze fase ook niet zeggen. Maar u zal er van horen.”

Na Viatris was het de tijd om de steven even te wenden naar België. In het Brusselse – Braine en omgeving – kocht hij Axo Pharma en ABC Chemicals, onderdeel van het beursgenoteerde Propharex. Voor ABC legde hij 3 miljoen euro op tafel. Axo en ABC zijn twee toegangstickets tot de markt van de basisingrediënten. Beide bedrijven produceren een reeks van “grondstoffen” waarmee honderden Belgische apothekers hun eigen geneesmiddelen bereiden. “Noem het gerust een vorm van verticale integratie,” zegt Yvan Vindevogel.

Met het in huis halen van het Nederlandse Distributiecare – voedingssupplementen – heeft Vindevogel op de valreep van 2006 zijn jongste zet gedaan op het schaakbord. Met zijn kleine maar fijne portefeuille wil hij naar nieuwe markten zoals Frankrijk, Spanje en Portugal. “Engeland en Duitsland laten we links liggen wegens te scherpe concurrentie”, zegt hij.

En of er na de jongste kapitaalsverhoging nog nieuwe overnames zitten aan te komen? “We willen ons de nodige tijd gunnen om met nieuwe innovatieve producten voor de dag te komen”, zegt Yvan Vindevogel. “Gezien onze state-of-the-artfabriek in Amsterdam, met zijn equipe aan goede onderzoekers, hebben we die mogelijkheid. Interne groei is dus ten minste even belangrijk. Maar als er zich externe kansen voordoen, zullen we niet de andere kant opkijken. Grootse avonturen met tientallen merken in portefeuille? Daar bedanken we voor. Fijn groeien met fijne merken? Heel zeker. Voor het eerst stroomt het echte ondernemersbloed weer door mijn aderen. Man, dat voelt heerlijk. Ik merk eenzelfde revival bij mijn Nederlandse managers. Eén van hen werkte jarenlang voor Sara Lee. Die man zegt me dat hij herleeft en zijn tweede businessjeugd beleeft. Dan weet ik dat het hier goed zit.”

Karel Cambien

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content