“We blijven geloven in de Luikse staalindustrie”

Flexibiliteit. Dat is het antwoord van ArcelorMittal op de vraag hoe de staalindustrie in ons land kan blijven. Maar voorlopig blijven de Luikse hoogovens dicht.

ArcelorMittal maakte in 2009 een miniwinst van 118 miljoen dollar, in 2008 was dat nog 9,4 miljard dollar. Een gevolg van de crisis op de mature staalmarkten. En die crisis is nog niet voorbij, zegt CEO Lakshmi Mittal. Meteen rijst de vraag of de staalgigant zijn hoogovens in Luik nog opnieuw opstart.

“Continu halfafgewerkte staalproducten vanuit de groeilanden naar Europa verschepen is niet noodzakelijk rendabel”, sust Michel Wurth, een van de acht leden van het groepsmanagement van ArcelorMittal. Hij is de verantwoordelijke voor het segment Flat Europe, vlakke staalproducten. “Europa zal dus staal blijven produceren. Hoeveel? Dat hangt af van de competitiviteit. En het is uiteindelijk de klant die beslist of onze inspanningen voldoende zijn geweest.”

Het valt op dat de totale staalproductie in ons land vorig jaar met 48 procent terugviel, veel sterker dan in andere Europese landen. Volgens Patrick Van den Bossche, staalspecialist bij technologiefede- ratie Agoria, heeft dat te maken met de Belgische anticrisissystemen van tijdelijke werkloosheid, waardoor het relatief weinig kost om de productieniveaus naar beneden te halen, want je moet er niemand voor ontslaan.

“De hoogovens en de productielijnen tijdelijk stilleggen, zoiets ingrijpends doe je toch niet met systemen van tijdelijke werkloosheid in je achterhoofd”, zegt Wurth. “Wat we wel in rekening nemen, zijn onze klanten. De vestigingen in Gent en Luik leveren heel wat producten aan de auto-industrie. Toen er in Europa nog geen sprake was van schrootpremies, lag de vraag naar auto’s zeer laag. We moesten ons aanpassen.”

Wurth wijst erop dat België vier hoogovens heeft, wat relatief veel is in vergelijking met andere Europese landen. Drie ervan lagen op een bepaald moment stil en daardoor ging het Belgische productieniveau zo fel naar beneden. Ondertussen werd een van de drie stilgelegde hoogovens weer opgestart en draait Gent weer als vanouds. Maar in Luik liggen de beide hoogovens stil, de volledige warme fase.

“Geen intentie om Luik te sluiten”

De ongerustheid over de situatie in Luik groeit, te meer omdat Arcelor in 2003 eigenlijk al beslist had om de warme fase voorgoed uit te doven tegen 2009. Lakshmi Mittal zag het anders en draaide die beslissing terug, geholpen door de hoogconjunctuur.

Ondertussen stelde het gespecialiseerde medium Steel Business Briefing een top tien op van vestigingen die het meest kwetsbaar zijn voor een permanente sluiting. Luik staat op de lijst. Wurth reageert gepikeerd. “We hebben geen enkele intentie om de definitieve sluiting van Luik aan te kondigen. Stel dat we Luik hadden opgegeven, waarom zouden we de flexibiliteit daar dan nog willen verhogen? Het is allemaal een kwestie van voldoende vraag en van waar die vraag zich bevindt. We evalueren de situatie in Luik permanent. Tot hiertoe waren er altijd redenen om de hoogovens niet opnieuw te starten.”

Waarom Gent wel en Luik niet? Een vergelijking tussen de beide vestigingen is niet ernstig, vindt Wurth. Luik rijdt in het peloton van de kleinere sites die gesofisticeerde staalproducten maken met een hoge toegevoegde waarde – zoals ook het Franse Florange – en die bijgevolg een competitieve verkoopprijs kunnen afdwingen. Gent is een maritieme fabriek, wat logistieke voordelen biedt. Het is ook groter dan Luik, schaalvoordelen dus. Bovendien is Gent de technische benchmark van ArcelorMittal Flat Europe, zegt Wurth. Het is een geïntegreerde site, waar alle installaties dicht bij elkaar staan. “In Luik zijn de fabrieken relatief ver van elkaar verwijderd, dus er is veel nood aan intern transport. Dat is een moeilijkheid, ja.”

Geen chronische overcapaciteit

Een expert bevestigt dat probleem, maar noemt het niet onoverkomelijk. “Luik zoekt naar een oplossing. Het wordt geen gemakkelijke oefening om alle installaties zoveel mogelijk naar één plek te brengen, maar dat betekent niet dat alle staalproductie zomaar uit de Luikse regio verdwijnt. Sommige installaties staan er minder goed voor dan andere.” Een andere expert is voorstander van een drastische oplossing. “Wallonië staat vol oude staalfabrieken waar al jaren niet meer in geïnvesteerd werd. Het heropstarten van de warme fase in ArcelorMittal Luik zou dus crimineel zijn. Waarom grijpt Luik deze kans niet om de zaak definitief te sluiten? Dan komt een gigantische oppervlakte vrij, die voor nuttiger dingen gebruikt kan worden.”

Dat gebeurt wellicht niet zomaar. Lakshmi Mittal is niet van oordeel dat Europa met een chronische overcapaciteit kampt. Er is met andere woorden geen teveel aan staalfabrieken. Voorlopig lijkt het daar misschien op, maar op termijn zit alles snor, gelooft de Indiase staalmagnaat. Bovendien is de productiecapaciteit in Gent en Luik samen goed voor 25 tot 27 procent van het totaal in het segment Flat Europe. Van zoiets sluit je niet zomaar de deuren, want dat betekent dat je marktaandeel uit handen geeft. Om van de saneringskosten nog maar te zwijgen. En, niet onbelangrijk, de niet te onderschatten volkswoede bij onpopulaire beslissingen. De Nationale Bank berekende in maart dat de sluiting van de warme fase in Luik een verlies van 7000 banen betekent, 2700 direct en 4300 indirect.

Nieuwe gezichten

Ook Wurth pleit voor flexibiliteit. Onmiddellijk bijsturen als er donkere wolken opdoemen aan de horizon. ArcelorMittal maakt er stilaan een sport van om hoogovens aan en uit te zetten. Maar daar blijft het niet bij. De staalreus streeft op groepsniveau naar een duurzame kostenreductie van 5 miljard dollar tegen 2012. “Werknemers moeten kunnen wisselen van post als dat nodig is. Soms zullen ze 30 uur per week moeten werken en soms 40 of 45 uur. Die reactiesnelheid moet een troef worden in mature markten als Europa, een compensatie voor de zaken waar we slechter scoren dan de groeilanden.”

Rony Schatteman, hoofdafgevaardigde voor ABVV-Metaal bij ArcelorMittal in Gent, zucht. “Ik heb het al eerder meegemaakt dat er bespaard moest worden, maar deze keer moeten we het redden met 80 procent vast personeel. Voor de rest wordt er gesleuteld met uitzendkrachten, vooral als er gaten moeten worden opgevuld. Het is niet evident om plots een groepje mensen te vinden dat de job kent. En altijd weer veel nieuwe gezichten. Vroeger kon je hier doorgroeien van uitzendkracht naar vaste werknemer, maar die tijd is voorbij. Tijdelijk is tijdelijk en daarmee uit.”

Zal die flexibiliteit lonen? Kurt Crollet, gedelegeerd bestuurder van Steelforce – een van de staaltraders die actief zijn rond de Antwerpse haven – plaatst enkele vraagtekens. “Hoe zal het wereldwijde staalverbruik evolueren? China bijvoorbeeld verbreekt alle records in de autoverkoop, wat van Europa allerminst gezegd kan worden. Het is mogelijk dat staalfabrieken zich verplaatsen richting eindconsument. Als de Belgische vestigingen willen overleven, moeten ze heel duidelijk focussen op hoogwaardige staalproducten, en op onderzoek en ontwikkeling.” Dat is gefundenes Fressen voor grote staalafnemers zoals Bekaert. Maar de kleinere kmo-klanten van de staalproducenten hebben vooral nood aan basisproducten, net zoals de bouwsector.

Door Celine De Coster

“Het is allemaal een kwestie van voldoende vraag en van waar die vraag zich bevindt. We evalueren de situatie in Luik permanent” Michel Wurth, ArcelorMittal

“Als de Belgische vestigingen willen overleven, moeten ze heel duidelijk focussen op hoogwaardige staalproducten, en op onderzoek en ontwikkeling” Kurt Crollet, Steelforce

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content