Watson de weldoener

Tom Watson draagt het hart op de juiste plaats. De veteraan schonk vorige week zijn winnaarscheque van 1 miljoen dollar aan het onderzoek naar spieratrofie.

De Amerikaan Tom Watson is begaan met zijn medemens. Een week geleden maakte hij een mooi gebaar, toen hij in de Champions Tour voor senioren de Charles Schwab Cup won. Omdat hij het puntenklassement voor het hele seizoen had gewonnen, kreeg hij een cheque van één miljoen dollar. Die schonk hij prompt aan een stichting die zich inzet voor de strijd tegen spieratrofie.

Watson bekommert zich om patiënten die lijden aan die aandoening, ook wel eens de Ziekte van Lou Gehrig genoemd, naar de vroegere baseballster die er in 1941 aan overleed. Dat Watson zich inzet voor de strijd tegen die ziekte, is geen toeval. Dit jaar stelden artsen vast dat Bruce Edwards, de man die dertig jaar lang zijn caddie was, aan spieratrofie lijdt.

De eerste symptomen van de ziekte treden precies op tijdens het beoefenen van sporten waarvoor enige handigheid nodig is, zoals golf. Plots haalt de speler in kwestie zijn gebruikelijke scores niet meer, terwijl hij nog niet beseft dat hij getroffen is door een aandoening die averij aanricht in de hersenscellen die de arm- en beenspieren sturen.

Vandaag is er helaas nog geen remedie voor spieratrofie. Slachtoffers kunnen na een tijd hun ledematen niet meer gebruiken, verliezen hun spraakvermogen, kunnen niet meer slikken en uiteindelijk ook niet meer ademen. Een evolutie waartegen artsen machteloos staan, zodat het voorlopig wachten is tot vorsers een doorbraak in de behandeling kunnen forceren. Edwards was erbij in Sonoma (Californië) toen Watson zijn cheque overhandigde. Helaas heeft hij het nu al heel moeilijk om te praten, zodat hij alleen maar eventjes heel breed glimlachte.

Watson, nu 54 jaar, is een levende legende in de golfsport. Hij werd profspeler nadat hij voor het team van Stanford had gespeeld. Daar studeerde hij psychologie en verzamelde hij overwinningen, waaronder acht majors: de British Open in 1975, 1977, 1980, 1981 en 1983, de Masters in 1977, 1981 en de US Open 1982.

Aan deze kant van de Atlantische Oceaan is hij bekend om zijn vijf overwinningen in de British Open, maar in de States is hij vooral de man die op Pebble Beach de Open won tegen Jack Nicklaus, nadat hij op de zeventiende hole een chip binnen gaf, maar ook een lange putt sloeg die tergend traag tot op de rand van de hole rolde en uiteindelijk viel.

“De mensen spreken me nog heel vaak aan over dat toernooi,” zegt Watson. “Dat is natuurlijk leuk, maar ik besef ook heel goed dat er belangrijker dingen zijn in het leven. Ik amuseer me nu in de Champions Tour en vind het helemaal niet zo erg als mijn scores eens tegenvallen. Ik ben blij dat ik op een goed niveau kan blijven evolueren en dat ik slachtoffers van de ziekte waaraan Bruce lijdt kan helpen. Dat is voor mij veel belangrijker.”

Voorzichtige Woods.

Tiger Woods stond tijdens zijn jaren als amateur vooral bekend als een aanvallende speler. Nu heeft hij veeleer de neiging om almaar behoudender te spelen. Woods probeert de bal altijd precies tussen de fairway en de green te slaan. Al even oud als de golfsport zelf, die tactiek, maar nog altijd een succesformule.

Dat onderstrepen de cijfers: op 27-jarige leeftijd won hij 30 van de 32 toernooien waarin hij na drie dagen aan de leiding stond. “Iedereen denkt dat Tiger een agressieve en aanvallende speler is,” zegt zijn trouwe coach Butch Hamon, “maar niets is minder waar.”

En om mentaal fris te blijven, speelt Woods amper 22 toernooien per jaar.

John Baete

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content