Wat verdient uw baas ?

Het is een angstvallig bewaard geheim. Een onderzoek van Watson Wyatt licht een tipje van de sluier op, maar het fijne van de zaak komen we niet te weten.

Van 8 tot 36 miljoen. Dat is de spreiding van de vergoedingen van de “loontrekkende” patroons. Loontrekkend is misschien niet het juiste woord voor het statuut van veel directeuren-generaal die, om te grote sociale en fiscale aderlatingen te vermijden, liever met een eigen vennootschap werken.

Er wordt veel subtiliteit aan de dag gelegd, ook door degenen die zich tevreden stellen met de traditionele loonfiche. “In een groot farmaceutisch bedrijf,” vertelt een ingewijde, “krijgt de patroon een basisjaarloon van 15 miljoen frank bruto. Maar dankzij de winsten van de firma ontvangt hij een ongeveer even grote bonus.” Dat is een gebruikelijke praktijk : op niveau A (directeur-generaal van een groot gediversifieerd bedrijf met filialen of divisies in verscheidene landen en een ruime ervaring in de zakenwereld) ontvangen volgens de studie van Watson Wyatt meer dan 70 % van de grote bazen een premie van 4,5 % tot 37,6 % van hun basisjaarloon.

Hoe hoger het loon, hoe groter de bonus. In het hoogste deciel (de hoogste 10 % van de loonschaal, zonder rekening te houden met eventuele extreme waarden) ziet de directeur-generaal van niveau A zijn inkomen opklimmen van 10,1 miljoen (basisjaarloon) naar 14,5 miljoen frank.

En dan zijn er nog de extraatjes. Al deze topdirecteuren krijgen een bedrijfswagen (de enquête vertelt niet of er ook een chauffeur bijhoort), meestal een Mercedes E280 of een BMW 780i of 525i. Soms kunnen ze bovendien tegen een voordeeltarief inschrijven op kapitaalverhogingen van hun bedrijf of bestaande aandelen kopen, wat de verdiensten nog veel hoger kan opdrijven.

Bovendien geniet de PDG nog enkele niet te verwaarlozen voordelen : pensioenplannen, maaltijdcheques, aanvullende medische onderzoeken, lidmaatschap van sportclubs, telefoonkosten, niet-gerechtvaardigde representatiekosten (in het slechtste geval 20.000 frank per maand) enzovoort.

De pensioenplannen kunnen erg aantrekkelijk zijn. “Ze vormen een belangrijk element voor het inkomen op lange termijn,” vertelt Daniel Wilbertz, een partner van Korn Ferry Carré Orban International. De formules variëren sterk. Naargelang van het bedrijf kan het verzekerde kapitaal op de pensioenleeftijd uiteenlopen van 10 tot 20 miljoen frank (en we hebben nog hogere bedragen gehoord). “Dat kan helpen om kandidaten aan te lokken,” zegt Daniel Wilbertz. “En het kan helpen om ze binnen het bedrijf te houden.”

Hoe moet men al die elementen afwegen ? Die vraag houdt ook de voorzitters van de raden van bestuur bezig, die de beste managers trachten aan te trekken. De geruchtenmolen doet zijn werk en de headhunters verzamelen discreet informatie. Maar mondje dicht, Daniel Wilbertz weigert uit de biecht te klappen en beperkt zich tot enkele vage percentages of internationale vergelijkingen. “Op het niveau van de topkaderleden moet men het onderscheid maken tussen degenen die deel uitmaken van het directiecomité en degenen die dat niet doen.” Het supplement kan tot 30 % belopen. Dezelfde marge scheidt de topkaderleden van het firmament waar de directeur-generaal troont.

ARME BROERTJES.

Vergeleken met hun Franse collega’s slaan de Belgische topkaderleden en patroons een pover figuur. “De kloof is erg breed,” vertelt de consultant. “België is een land van KMO’s. De Franse patroons hebben automatisch een veel groter totaalpakket.” Wij kennen een spreiding van 8 tot 36 miljoen, maar zoals een enquête van Le Nouvel Observateur vorig jaar onthulde, gaat ze in Frankrijk van 18 tot 36 miljoen Belgische frank met een aantal uitschieters die een stuk hoger liggen.

Netto is het verschil nog opvallender. “Het is bijna onmogelijk een Frans kaderlid naar België te halen,” klaagt Daniel Wilbertz. Voor de bollebozen bestaan er echter oplossingen : Le Nouvel Observateur bracht indertijd aan het licht dat Jean Gandois een nettoloon in Belgische frank heeft bedongen dat hem om fiscale redenen in België, Luxemburg en Duitsland wordt uitgekeerd.

Laat het de Belgische patroons een troost zijn : 30 miljoen voor de topman van één van de Big Six is echt niet zo slecht onderaan de ladder krijgt een vennoot van een groot consultingbedrijf ongeveer 10 miljoen en die van een kleinere firma om en nabij de 5 miljoen. Dertig miljoen is ook het tarief voor een patroon van een grote basisindustrie. “Maar dat is slechts de helft van zijn inkomen,” preciseert een welingelichte bron. “Hij krijgt ook nog tantièmes als bestuurder van een reeks filialen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content