Wat eten we morgen?

Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Voor de Belgische voedingsindustrie – goed voor een omzet van 881 miljard frank – is het dioxineschandaal een nachtmerrie. Voedselveiligheid beheerst alweer de agenda. Is biologisch voedsel de markt van de toekomst? Krijgen de geitenwollen sokken dan toch gelijk?

Op 29 april 1999 gaf de inmiddels opgestapte federale minister van Landbouw Karel Pinxten (CVP) een persconferentie, onder de mooie hoofding: “De biologische landbouw heeft toekomst.” Drie dagen voordien, op 26 april, kreeg Pinxten het onomstootbare bewijs in handen dat Belgische kippen met dioxine waren besmet.

Die anekdote meldt terloops Erik Krosenbrink, woordvoerder van de vzw Biologische Landbouw, Instituut voor Voorlichting en Onderzoek. Blivo beleeft momenteel drukke tijden. Een tiental personen in het Controlebureau voor de Biologische Teelt beantwoordt onophoudelijk telefoontjes. “Biologische landbouw heeft plots een positief imago. We krijgen vooral telefoons van ongeruste consumenten. Maar ook boeren vragen hoe ze zich kunnen notificeren ( nvdr – de registratie voor de omschakeling naar biologische teelt).”

Deense inspirator

Aapt België het Deense voorbeeld na uit 1994? Alarmerende berichten over het giftige aflatoxine in veevoeder leidden toen tot een spectaculaire groei van biologisch voedsel. Dit voedsel wordt gemaakt zonder chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Ook het gebruik van genetisch gewijzigde organismen is verboden.

Argumenten die de Denen overtuigen, want vandaag klimt het marktaandeel naar een vijfde. Motor achter de groei was de grootste supermarktketen, FDB, een coöperatie met 1,2 miljoen leden-huishoudens en 1200 winkels-filialen. Vanaf 1994 trok FDB volop de kaart van het biologische gamma. De supermarktketen opteerde voor een nieuwe strategie: lagere prijzen, een grootscheepse reclamecampagne, verruiming van het assortiment, en een gegarandeerd aanbod in alle 1200 filialen.

De verkoop steeg pijlsnel. De consument liet zich vooral leiden door argumenten als gezondheid (gifvrije producten), lager medicijngebruik bij dieren, en minder milieubelasting. Bovendien kon FDB bogen op een trouwe schare aanhangers: volgens marktonderzoek van GfK koopt 9% van de consumenten 66% van de producten. Melk is goed voor de helft van de verkoop. De biologische melkproductie explodeerde van 39 miljoen kilo in 1993 naar 275 miljoen kilo in 1998. Goed voor 10% van de totale Deense melkverwerking.

Ook de Deense overheid reageerde op de onverwacht sterke groei. Een actieplan moest de groei van de biologische voedselproductie stimuleren. Tot op de vooravond van het millennium wordt 5 miljard frank vrijgemaakt. Jaarlijks groeit het biologisch beteelde areaal met 12.500 hectare.

Resultaat:

in 2000 zorgen biologische producten in Denemarken voor een vijfde van het totale levensmiddelenpakket.

“Er zijn wél grote verschillen tussen de diverse producten,” nuanceert Nils Sven Johansen van de voorlichtingsdienst voor landbouw in Kopenhagen het Deense succesverhaal. “Vooral eenvoudige producten doen het uitstekend. Eieren en melk halen hoge marktaandelen. Eieren van legbatterijen hebben in Denemarken nog altijd een slecht imago. De negatieve berichtgeving in de media, met de eis tot meer dierenwelzijn, bracht de verkoop van biologische eieren in een stroomversnelling. Maar biologisch vlees haalt een marktaandeel van amper 1%. Het is veel te ingewikkeld om die dingen te commercialiseren. Je hebt te veel versneden delen, de supermarkten moeten extra ruimte in de rekken vrijmaken, én het registreren van al die producten vergt meer administratief werk.”

Verzadigde markt

Hoeveel ruimte heeft de biologische markt? Behalve Denemarken, behoren ook Oostenrijk en Zwitserland tot de koplopers in Europa. Tien procent van de boeren in de Duitstalige landen werkt biologisch, ook op de consumentenmarkt heeft bio 10% aandeel. Volgens cijfers van de World Trade Organization ( WTO) kopen de Oostenrijkers voor 7 miljard frank biologisch, de Zwitsers voor 15 miljard.

“De voorbije vijf jaar groeide de markt spectaculair. Maar nu merken we een verzadiging. De biologische markt zal dus nooit een dekkingsgraad van 100% bereiken. Want biologische producten blijven gemiddeld 30% duurder. Slechts een bepaald percentage van de bevolking koopt die duurdere dingen. Het gros van de consumenten opteert voor de goedkoopste producten,” analyseert Ignace De Roo.

Zijn naamkaartje leest bio-adviseur bij de Boerenbond. Want ook de grootste van de Vlaamse landbouworganisaties heeft sinds een half jaar aandacht voor de biologische kweek. In 1998 waren er in België 291 biologische telers erkend bij het ministerie van Middenstand en Landbouw. Zij vertegenwoordigen een productieareaal van 10.750 hectare. Vergelijk: België heeft in totaal 1,4 miljoen hectare landbouwoppervlakte, en 67.000 landbouwbedrijven. Nauwelijks 0,8% van het totale landbouwareaal is bestemd voor biologische landbouw. Minder dan 0,5% van het aantal boeren kiest voor bio.

“Dat is natuurlijk zeer weinig,” bevestigt Ignace De Roo. “Een kwart van die boeren is lid van de Boerenbond. We helpen ze bij de omschakeling naar biologische teelt. Voor melkvee zijn daar weinig of geen problemen, maar in de kippen- en varkensteelt is het een drama. Je moet de hele infrastructuur ombouwen. Bovendien mag de boer de eerste twee jaar zijn dieren niet verkopen. Ook de groenteteelt onder glas vergt een grote omschakeling.”

Gebrek aan ruimte

“Wat gaan we bovendien doen met onze schaarse ruimte in Vlaanderen?” oppert Johan Zoons. “Er is in Vlaanderen al een groot gebrek aan ruimte, ik heb graag nog wat wildfauna.” De onderzoeker voor pluimvee bij de Provinciale Dienst voor Land- en Tuinbouw van Antwerpen ( PDLT) toont, samen met directeur Marc Hesters, berekeningen voor de oppervlakte voor biologische legkippen. Zij hebben nood aan 3100 hectare ruimte, terwijl leghennen met batterijen het stellen met 100 hectare.

“De vraag naar alternatieve huisvesting dringt zich op, want een Europese richtlijn vergroot de oppervlakte per kip in batterijhuisvesting. Maar uit ons onderzoek blijkt dat de kippensterfte toeneemt naarmate de houderij extensiever wordt. De medicatiekosten stijgen, want we merken een toename van parasitaire infecties, én gevechten rond de pikorde. Biologische eieren zijn daarmee bijna drie keer duurder dan eieren via batterijhuisvesting. Wil de consument voor die meerkost wel betalen? In enquêtes antwoorden consumenten steeds met ja. Maar cijfers van de Vlaamse Dienst voor Agro-Marketing ( Vlam) geven een andere tendens. Binnen de totale gezinsuitgaven daalt het aandeel voor voeding van 17,7% in 1978 tot 13,4% in 1995.”

Bewuste consument

Maar de opmars van biologische landbouw lijkt onomkeerbaar. Op zijn memorabele persconferentie van 29 april zag minister Karel Pinxten het aantal bio-boeren in 2005 naar 2500 klimmen. Goed voor een marktaandeel van 5%. Bovendien hebben biologische boeren sinds 1994 recht op subsidies. Dat bedrag klimt pijlsnel: van 32 miljoen frank in 1996, via 101 miljoen frank in 1997, naar 180 miljoen frank vorig jaar.

En het Londense marktonderzoeksbureau Frost & Sullivan voorspelt in Europa een stevige groei voor biologische melk en biologisch vlees, tot een verkoop van 16 miljard frank in de detailhandel in 2003. Maar vooral de supermarkten gaan het voortouw nemen: in 2002 moet hun omzet in de twee producten klimmen naar 100 miljard frank, een vertienvoudiging in één decennium.

“Kwantitatief betekent de biologische landbouw nog steeds weinig. Maar er is een enorme potentie,” besluit Erik Krosenbrink, woordvoerder van Blivo. “De consument krijgt steeds meer greep op het platteland en de landbouw. Kijk maar naar het aspect voedselveiligheid: dat verschuift binnen de Europese Commissie van het Directoraat-Generaal Landbouw naar dat van Consumentenzaken. En de supermarkten zijn de eerste die inspelen op dat veranderende consumentenbewustzijn bij de burger.”

Wolfgang Riepl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content