Warren Buffett koopt GOLD

Jan Longeval

Warren Buffett heeft in het verleden geen kans onbenut gelaten om zijn misprijzen over goud als belegging uit te spreken. “Goud wordt opgegraven in Afrika, of ergens anders. Dan smelten we het, graven een ander gat, begraven we het opnieuw en betalen mensen om het te bewaken. Het heeft geen nut. Iedereen die vanop Mars toekijkt zou zich in de haren krabben”, is een van zijn uitspraken. Buffett houdt niet van goud, omdat het geen productief actief is. Goud produceert geen cashflows, het blijft gewoon goud. Hij heeft een punt. Op zeer lange termijn doen aandelen het beter dan een belegging in fysiek goud. Buffett benadrukt dat in zijn brief aan de aandeelhouders van zijn beursvehikel Berkshire Hathaway over het boekjaar 2018: “Het magische metaal was geen maat voor de Amerikaanse economische vitaliteit.”

Door een goudmijnaandeel te kopen in plaats van fysiek goud blijft Buffett trouw aan zijn credo om in aandelen te beleggen.

Begin augustus bleek echter dat Buffett in het tweede kwartaal een positie van 563 miljoen dollar had opgebouwd in ‘GOLD’. Opgelet, GOLD is niet het fysieke goud, maar het beurssymbool voor Barrick Gold Corporation, ‘s werelds grootste goudproducent. Vanwaar die bocht? Is de belegging in een goudmijn een soort capitulatie? Buffett zag er voor het eerst vermoeid en wat beteuterd uit tijdens de laatste aandeelhoudersvergadering. Hij verzuchtte dat de Federal Reserve door de massale steunpakketten de kredietmarkt had vervangen, waardoor bedrijven niet langer bij Berkshire Hathaway kwamen aankloppen voor noodfinanciering.

Buffett kon de voorbije jaren meermaals worden betrapt op een contradictie tussen zijn woorden en zijn daden. Tijdens de covid-19-crisis prees hij de vooruitzichten voor de Amerikaanse beurs en economie, maar ondertussen blijft hij gewoon op zijn gigantische cashberg zitten. In het tweede kwartaal gingen de Amerikaanse bankaandelen in de uitverkoop bij Berkshire Hathaway. Door een goudmijnaandeel te kopen in plaats van fysiek goud blijft Buffett trouw aan zijn credo om in aandelen te beleggen. Maar zijn investering impliceert een positieve visie op goud en Buffett heeft goud altijd bestempeld als een vluchthaven voor onheilsprofeten. Zijn aankoop vertaalt dus een weinig optimistische visie op de toekomst, wat extra wordt benadrukt door de simultane verkoop van bankaandelen. De banken zijn daarenboven de exponenten van de ongebreidelde geldcreatie in de vorm van krediet (commerciële banken creëren geld, net als de centrale bank), terwijl goud het icoon is van ‘goed geld’. De transacties zijn daarom ook een uiting van wantrouwen in het financiële systeem. Of zijn de transacties enkel opportunistisch? Het zou kunnen. Het is weinig geweten, maar Buffett heeft ooit belegd in fysiek zilver. In 1997 belegde Berkshire Hathaway 2 procent van de portefeuille in fysiek zilver tegen een koers van circa 4 dollar. Een fait divers in de portefeuille, die onder de rubriek diversen werd geboekt, maar geen fait divers in de zilvermarkt. De aankoop vertegenwoordigde zowat 37 procent van het wereldaanbod. Buffett creëerde een acuut tekort aan fysiek zilver. Hij verkocht zijn zilvervoorraad in 2006 tegen een koers van 7,5 dollar.

De tijd zal uitwijzen of Buffett een goede belegging heeft gedaan door een goudmijnaandeel te kopen. Goudmijnaandelen zijn vaak achterop gebleven tegen de evolutie van de goudprijs vanwege een chronisch wanbeheer. Hij heeft alvast de omstandigheden mee. De extreem lage rente geeft de goudprijs de wind in te zeilen. Goud produceert inderdaad geen cashflows, maar een derde van alle overheidsobligaties ter wereld noteert vandaag tegen een negatief rendement, wat wil zeggen dat ze negatieve cashflows produceren, een duur woord om te zeggen dat de belegger een coupon betaalt in plaats van er een te krijgen. Beter geen cashflows dan negatieve cashflows.

De auteur is eigenaar van Kounselor Consulting bv en adjunct-professor aan de Vlerick Business School.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content