“Wallonië heeft voldoende ruimte”

Hout en ruimte in overvloed, en fantastische hulp van de Waalse overheid. Daarom koos Jan Ide van de Spanogroup uit het West-Vlaamse Oostrozebeke voor Vielsalm. De bedrijfsleider is van plan er grond bij te kopen.

Spanogroup is een heel grote jongen in de houtverwerkende nijverheid. Bedrijfsleider Jan Ide draait een omzet van 235 miljoen euro met ongeveer achthonderd werknemers. Waarom zijn onderneming zich in 1963 in Oostrozebeke vestigde? West-Vlaanderen staat toch niet bekend om zijn vele bossen? Enkele aan elkaar gelieerde ondernemende families waren er al lang actief in de vlasnijverheid. Die taande en de families stapten over naar houtverwerking. Dat geeft ons vandaag bedrijven zoals Spanogroup, Unilin en Linopan.

Toen Ide in 1995 aan uitbreiding in platen met middelbare dichtheid (MDF) dacht, was het een uitgemaakte zaak dat hij zou investeren waar veel naaldhout voorhanden was. Niet West-Vlaanderen dus. Zijn zoektocht bracht hem naar Wallonië en naar onze buurlanden. Uiteindelijk koos hij voor Franstalig België. “In tegenstelling tot het buitenland had ik er met één publieke partner te maken, bovendien een heel coöperatieve, om mijn dossier op alle niveaus te begeleiden. En naar Vielsalm, zo’n 250 kilometer ver, kan ik in een dag over en weer rijden. Dat was toen niet te versmaden voor een onderneming die voor de eerste keer buitengaats ging.”

Zo ontstond Spanolux, dat met haar driehonderd werknemers de grootste vestiging werd van de groep. De ondernemer legt uit dat hij in een straal van 50 kilometer rond Vielsalm al het hout kan vinden dat hij nodig heeft. Bovendien ligt Spanolux dicht bij de grote Luxemburgse zagerijen. Ide maakt zijn platen met resthout en had daarvóór al contacten met leveranciers en zagerijen uit de streek. Hij investeerde 50 miljoen in Vielsalm. 16 miljoen uit eigen zak, 5 miljoen van de Waalse investeringsmaatschappij (SRIW), leningen bij de banken en 20 procent subsidies. Het deel van de SRIW kocht hij in het decennium daarop stelselmatig terug.

Gunstig investeringsklimaat

“Vlaanderen bood geen investeringssubsidie en de administratieve afhandeling van mijn dossier in Wallonië verliep bijzonder vlot over de gemeente, provincie en gewest heen. Iedereen kent iedereen in Wallonië. De overheid was erg geïnteresseerd omdat ik de Waalse grondstof, het hout uit de streek, ter plaatse omvormde en valoriseerde tot een eindproduct. De Luxemburgse intercommunale Idelux trad heel pro-actief op en stelde ons enkele mensen ter beschikking. Daardoor kon ik midden 1996 al beginnen bouwen op de 35 hectare die we hadden gekocht.”

Spanolux is van plan er nog 10 hectare bij te kopen. In totaal zit de onderneming al aan een investeringsbudget van 150 miljoen euro in Vielsalm. 30 hectare omliggende bos- en landbouwgrond krijgt er een nieuwe bestemming voor de industrie. Ide verwacht niet dat de komst van Ecolo in de Waalse regering roet in het eten zal gooien.

De West-Vlaamse ondernemer geeft de Waalse overheid als raad mee om steeds voldoende industriegrond beschikbaar te hebben voor nieuwe investeerders. Hij stipt aan dat die voorraad wat geslonken is, maar dat de Waalse optie om vervuilde industriegronden te saneren, soelaas kan brengen. “Weet u, Wallonië heeft alles om een belangrijke logistieke speler te worden op de as met Oost-Europa, Duitsland en Frankrijk. De ‘autoroute de Wallonie’ is daar uiterst geschikt voor. De Walen hebben grote nood aan kmo’s. Ze zijn even intelligent en hardwerkend als de Vlamingen, maar hun te grote, verstarde en logge openbare apparaat verhindert het openbloeien van meer private initiatieven.”

De Waalse ziekte

Jan Ide is er zelfs van overtuigd dat ze onder de taalgrens geen behoefte hebben aan de transfers uit Vlaanderen. “Schaf ze af. De Walen moeten en kunnen echt op eigen benen staan. In elk geval leeft bij velen van hen sterk het besef dat ze de veranderingen zelf moeten doorvoeren. Politici zijn zich ervan bewust dat ze projecten moeten aantrekken. Maar hoe goed de overheid me er ook geholpen heeft en helpt, ze vormt te veel een beletsel voor de veranderingsdrang in eigen streek.”

Spanolux vindt moeilijker werkkrachten dan ruim tien jaar geleden. Toen bood de Waalse VDAB (Forem) duizend kandidaten aan voor honderd jobs. Dat was in Vlaanderen ondenkbaar. Ide is nooit blijven stilstaan bij het cliché dat ze in Wallonië minder hard werken dan in Vlaanderen. “Dat kan het geval zijn in de oude steenkool- en staalbassins. Maar Luxemburg is vooral een agrarische provincie en de mentaliteit is er anders. De Luxemburger is een Ardenner, een koppigaard en een harde werker.”

De Spanogroup betaalt geen andere lonen aan haar werknemers in Vlaanderen dan in Wallonië. “De mogelijkheid om minder loon te kunnen betalen, heeft niet meegespeeld in de keuze voor Vielsalm.” Ide voegt eraan toe dat het op de werkvloer een multiculturele bedoening is en dat er geen problemen uit voortvloeien, wel integendeel.

“Wallonië zoekt een evenwicht tussen zijn natuurpatrimonium en ondernemingsgroei. Hout wordt echter schaarser door het gebruik ervan voor het opwekken van energie”, zegt Ide. Het belet hem niet om zijn eigen fabrieken concurrentie aan te doen door zelf in Oostrozebeke een installatie voor groene energieopwekking te bouwen.

opinie. Soms werkt Wallonië wel, blz. 8

Door Boudewijn Vanpeteghem/Foto’s Jelle Vermeersch

“Schaf de transfers af. De Walen moeten en kunnen echt op eigen benen staan”

Wallonië heeft alles om een belangrijke logistiekespeler te worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content