Waarom een overname van ‘het bolleke’ een goede zaak is

De Antwerpse brouwerij De Koninck lonkt naar een overnemer. Voor de onderneming, die worstelt met de opvolging, is dat alleen maar goed nieuws.

Voor niet-Antwerpenaars was het weer even lachen geblazen de voorbije week. Met massa’s sappige en smakelijke mediaberichten over aficionado’s van ‘het bolleke’. Zij willen echt niet dat het brouwsel van de bekende Antwerpse Brouwerij De Koninck in handen zou komen van Heineken.

De krant De Tijd pakte uit met het nieuws. De Nederlandse brouwgigant en het Belgische beursgenoteerde Duvel Moortgat zouden azen op De Koninck. Volgens onze informatie toonde ook AB InBev interesse in de overname. Maar die belangstelling zou lauw zijn onthaald door de familiale eigenaars, de familie Van den Bogaert (zie ook Het bolleke zit in de familie).

Voor en na Modeste

Overnamegeruchten rond Brouwerij De Koninck – opgericht in 1827 door Jozef De Coninck – zijn niet nieuw. Al in de jaren zeventig lonkten de Brouwerijen Artois (de voorloper van AB InBev) naar de producent van het ijzersterke product ‘het bolleke’ – zo genoemd naar het typische glas – in Antwerpen. Maar de nu 87-jarige Modeste Van den Bogaert – de topman van 1949 tot 2002 – hield steeds de boot af. Daarvoor oogst hij nog altijd applaus in de brouwerswereld. Te veel soortgenoten zwichtten voor het geld en verkochten hun onderneming aan een grotere speler. Modeste groeide op eigen kracht, naar een volume tot 140.000 hectoliter. Dat is misschien geen anderhalf procent van de Belgische bierconsumptie. Maar het sterke marktaandeel in het Antwerpse maakte menig concurrent jaloers. Bovendien wordt het brouwsel geschonken in eigen cafés met een uitstekende naambekendheid. Den Engel en Den Bengel op de Grote Markt. De Pelgrim, nabij de brouwerij. Het Vliegend Paard, Quinten Matsys, De boer van Tienen… Die cafés zijn historische ankerpunten van Antwerpen. Voor een internationale brouwer zijn het droomdistributiepunten. Hij kan er ook de eigen merken, en fel geprijsd, aan de toog etaleren.

Het was vooral Modeste die aan het brouwimperium timmerde. “Modeste was het type dat een café binnenkwam met de melding: ‘Geef ze er allemaal eentje’. Modeste was een echte brouwer, en ook een vaderfiguur”, schetst Theo Vervloet, de voorzitter van de Belgische Brouwersvereniging. “Als je met hem een afspraak had, ging het vaak als volgt. ‘Kom, we gaan wat eten. Eerst wat bollekes drinken. En dan een fles rode wijn, bij het eten’. Hij zat dikwijls in de Pelgrim. We beschouwden het als zijn verlengde bureau. Recht over de brouwerij. Maar Modeste dronk matig. Hij liet de anderen drinken.”

Zoon Bernard Van den Bogaert (57) werd na het vertrek van Modeste de gedelegeerd bestuurder. Hij is al sinds de jaren negentig actief in de onderneming. Naast hem werken ook broer Dominique en zus Brigitte mee in de zaak. De broer werkt als commerciële directeur, de zus is actief in de administratie. Jammer genoeg wordt in de bierwereld in zekere mate met gêne over Bernard gesproken. Bier brouwen kunnen ze zeker, bij De Koninck. Alleen kunnen ze het onvoldoende verkopen. Het vergaat het bolleke zoals vele andere biermerken op de terugweg. Er wordt veel over gesproken. Iedereen kent het. Alleen wordt het steeds minder gedronken. De merknaam is groter dan de effectieve verkoop. De consumptie daalde vorig jaar onder 70.000 hectoliter.

Een overname is een goede zaak

Oké, de Belgische biermarkt daalt sinds 1970. Bovendien is die daling nog meer uitgesproken in de horeca. En 90 procent van de bollekes wordt in dat segment verkocht.

Maar volgens brouwerijkenners ontbreekt het de onderneming aan een echte manager. “Bernard is meer brouwer en gevoelsmens dan manager”, fluistert een intimus van de familie. “Maar vandaag moet je vechten tegen de concurrentie. Het zijn niet enkel de regels van het gevoel van het bier die gelden. Een blijk van de onervarenheid van Bernard is dat hij in TerZake gaat vertellen aan welke voorwaarden een investeerder moet voldoen. Dat zeg je toch niet op tv! Bernard voelt te weinig aan dat de onderneming een externe manager moet aantrekken.”

Ook een vakbondsman ziet liever een externe man aan het roer. Hij kent Bernard Van den Bogaert als een wat warrige figuur. Tijdens personeelsonderhandelingen kan hij plots de zaal uitlopen, na gsm-gerinkel. Hij vergeet dan dat hij vergaderde met de vakbonden. “Je weet dan nooit. Is dat nu ernstig? Of niet? Hebben we nu een akkoord? Of niet?”, zucht de vakbondsman.

Toch is het de gedelegeerd bestuurder die zelf de nek uitstak. Bernard Van den Bogaert nam het initiatief in de zoektocht naar een partner of overnemer. Diverse kenners van de Belgische biersector noemen dat een goede zaak. Het merk De Koninck heeft wel degelijk potentieel. Een ruimere distributie, via de kanalen van bijvoorbeeld Heineken, kan de verkoop enkel aanzwengelen. De belangstelling van de Nederlander mag overigens niet verbazen. Heineken komt steeds meer op de Belgische voorgrond, sinds de overname van Brouwerijen Alken-Maes in het voorjaar van 2008. Er was al de herlancering van Maes Pils. Maar de Nederlander gaat verder. De bierreus wil de omzet ook vergroten, door de aankoop van marktaandeel. Brouwerij De Koninck is in die optiek niet het enige Belgische brouwdossier dat Heineken bekijkt.

Door wolfgang riepl

Het bolleke wordt steeds minder gedronken. De merknaam is groter dan de effectieve verkoop.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content