Waar zit die 2,5 % groei? Ik zie ze niet

Het najaar van Luc Vansteenkiste, de patroon der patroons, zat propvol: lidmaatschap van de commissie-Lippens, exportmissie naar Marokko, het interprofessionele overleg en een investeringsmissie naar China. Intussen onderhandelde hij op het scherp van de snee over een kredietherschikking voor Recticel. Wordt hij gegijzeld tussen zijn aandeelhouders en bankiers?

Oef, nog zes maanden en ik ben er vanaf,” knipoogt Luc Vansteenkiste (57). In mei 2005 loopt zijn driejarige mandaat als voorzitter van het Verbond van Belgische Ondernemingen ( VBO) ten einde. “Maar ik moet wel nog op zoek naar mijn opvolger,” voegt hij er lichtjes gejaagd aan toe.

Het bedrijf van Vansteenkiste, de beursgenoteerde schuimrubberproducent Recticel, staat voor 1,2 miljard euro omzet, 11.000 werknemers en is actief in vier nogal fors uiteenlopende segmenten: soepelschuim voor zetels, isolatie, slaapcomfort en interieurbekleding van wagens. Begin dit jaar knipperde een rood signaal bij de banken. De cashflow van de groep, die voor het boekjaar 2003 op 105 miljoen euro was begroot, zakte naar 75 miljoen.

Opstartproblemen in een van de Duitse fabrieken bij München was het knelpunt. Daar werd met een intern ontwikkelde, totaal nieuwe techniek ( Colofast Spray) de bekleding voor het dashboard van twee nieuwe BMW-modellen geproduceerd. Deze hoge aanloopkosten, gecombineerd met een stagnerende economische groei in West-Europa, leidden tot een herstructureringsplan van 9 miljoen euro, de sluiting van vier fabrieken en het schrappen van duizend banen.

Zeg nu zelf, een VBO-voorzitter die zelf geconfronteerd wordt met de uitdagingen van innovatie, kredietschaarste, hoge lonen en delokalisatie – “in mijn fabriek in Wetteren kost een arbeider mij 45.000 euro per jaar, in Polen 7500 euro en in Roemenië 2500 euro” – en intussen moet opboksen tegen een groeivertraging, dat is een gesprek waard.

In oktober, tijdens een eerste babbel, zei Luc Vansteenkiste ons over het interprofessionele overleg: “Ik denk dat we het echt lastig gaan krijgen. Er is nauwelijks budgettaire ruimte voor de regering om ons een beetje olie te geven om de discussie te smeren. Bovendien zitten we met een verscheurend element: iedereen aan de onderhandelingstafel wéét dat het zo niet meer verder kan. Maar het is zo moeilijk om het te verdedigen tegenover de achterban.”

Als VBO-voorzitter onthoudt hij zich vandaag van alle verdere commentaar over het sociale overleg. Als bedrijfsleider pleit hij wel voor de nodige nuchterheid, hoewel de beurskoers van Recticel de voorbije weken in een opwaartse beweging zat en het investeringsfonds Fidelity 5 % nam in het bedrijf: “Vroeger kon je iemand één, twee of drie keer de hemel op aarde beloven. Het geld bij de banken lag voor het rapen. Als dat niet hielp, stapte je naar de beurs. Maar die tijd is voorgoed voorbij.”

LUC VANSTEENKISTE (VBO/RECTICEL). “Terecht. Het bedrijfsleven is zeer ongerust. Er is een groep van ondernemers die zich al geïnstalleerd heeft in Centraal- en Oost-Europa, nog vóór de anderen het potentieel zagen. Die bedrijven zijn er nu het best aan toe: ze hebben zich voor een stuk verzekerd van extra inkomsten, zodat ze nu niet abrupt moeten afbouwen. En dan heb je een andere groep van bedrijven die gewacht heeft met doortastende maatregelen, precies omdat ze dachten dat het volgend jaar weer beter zou gaan. Maar het is niet beter geworden.”

Het ondernemersvertrouwen daalt en de groei vertraagt in Europa.

VANSTEENKISTE. “Sommigen zeggen mij dat de Belgische economie met 2,5 % groeit. Ik heb daar mijn bedenkingen bij. Ten eerste: dat is 2,5 % ten opzichte van een zeer slecht jaar, en ik geloof niet dat we vandaag al terug op het niveau van 2002 zitten. Twee: ik weet eigenlijk niet waar die 2,5 % vandaan komt. Ik zie ze niet in de industrie. De alarmkreet van Ludo Verhoeven kan ik dus zeer goed begrijpen. De reservepot is op voor veel bedrijven. Ze maken verlies, vinden geen compensatie in nieuwe groeimarkten en moeten dus afslanken of sluiten. Dat proces is zich nu aan het voltrekken.” Bij Recticel hebben we 26 fabrieken in Centraal-Europa en ik heb onlangs één vestiging in Duitsland moeten delokaliseren. We hebben daar vijf jaar mee gewacht, we hebben gepraat en onderhandeld, producten aangepast, geïnnoveerd, gestandaardiseerd, maar de situatie bleef aanslepen. Vorig jaar kwam het verdict: ‘sorry, het is gedaan, we gaan sluiten’. De resultaten in de sector van het slaapcomfort stonden onder druk. Dan moet je een beslissing nemen. Het kost je geld, maar je gaat weg.”

Zijn sommige ministers op federaal niveau wel goed ingewerkt? Het recente voorstel van minister van Pensioenen Bruno Tobback (SP.A) om het aanvullende pensioen na overlijden te collectiviseren, kreeg zware tegenwind.

VANSTEENKISTE. “Ja, de nieuwe minister van Werk, Freya Van den Bossche ( SP.A) en de nieuwe minister van Pensioenen zijn competente figuren, maar ze zijn nog vrij jong en het zijn zeer complexe dossiers. Het is duidelijk dat iemand als Frank Vandenbroucke ( nvdr – de voorganger van beide) veel meer kennis had vanwege zijn ervaring in de pensioenwereld en de gezondheidszorg. Maar beiden werken zich snel in. Hun kabinetten komen op gang, de ministers volgen snel.”

Is het niet zo dat een aantal kabinetschefs zijn minister overvleugelt?

VANSTEENKISTE. “Wie een hele goede kabinetschef heeft, maakt veel kans om een hele goede minister te worden. Mits hij bereid is om zelf veel bij te studeren. Bruno Tobback heeft ons al regelmatig gezegd: ‘oké, als ge daarover discuteert, dan zou ik daar graag bij zijn’. Ook bij Van den Bossche is er die interesse. Maar beiden kunnen ook te vroeg verbrand worden. Ik zeg niet dat Van den Bossche of Tobback zich gaan verbranden aan hun dossiers, maar ze lopen op het randje.”

Midden 1998 voerde u met een aantal Belgische investeerders een buy-out door in Recticel en verwierf u 70 % van de aandelen. Critici – zoals de hoofdanalist van Bank De Maertelaere – merken op dat u sindsdien nooit aandeelhouderswaarde hebt gecreëerd.

VANSTEENKISTE. “Ik ben nog altijd overtuigd dat we toen de juiste beslissing genomen hebben, maar misschien om andere redenen dan nu… Kijk, hadden we toen niet die buy-out gedaan uit de portefeuille van de Generale Maatschappij, dan was Recticel in vier brokken uit elkaar gesleurd en was alles verkocht aan de buitenlanders. Er wordt inderdaad gezegd dat Recticel massaal heeft geleend voor de uitbouw van zijn industriële apparaat sinds 1998 en daarvan nog niets heeft terugbetaald. Dit is één kant om de zaak te bekijken. De beurskoersen lieten toen geen kapitaalverhoging toe. We hebben dus meer geleend dan aanvankelijk gedacht. Maar ik vind dat je de twee elementen in elkaar moet schuiven: het behoud van een pak werkgelegenheid hier én het feit dat wij er echt van overtuigd zijn dat het potentieel van Recticel eruit zal komen.”

In juli negotieerde Recticel een achtergestelde lening van 50 miljoen euro tegen een intrestvoet van 10 %. De schuldgraad van het bedrijf ligt op 112 %. Dreigt u de komende jaren niet vooral voor de banken te moeten werken?

VANSTEENKISTE. “Niemand had in 1998 de zeepbel van de nieuwe economie kunnen voorzien en het uiteenspatten ervan. Als er één verkeerde inschatting is die we hebben gemaakt, dan is het wel dat we in 2000 – midden in de onzekerheid rond de beurs – er nog steeds van uitgingen dat we onze enorme investeringen in de automobielsector konden financieren met kapitaalsverhogingen. Vandaag constateer ik dat dit geld al vier jaar lang niet meer op de beurs beschikbaar is. En dat een klassiek krediet veel moeilijker verkrijgbaar is. Trouwens, die lening van 50 miljoen euro is semi-kapitaal. En de interest die we daarop betalen is, rekening gehouden met het achtergestelde karakter, niet buitensporig.”

Recticel investeerde de voorbije zeven jaar niet minder dan 485 miljoen euro. Nam u niet te veel hooi op de vork?

VANSTEENKISTE. “We hebben in Wetteren een uniek procédé ontwikkeld, de Colofast Spray, waarmee we de bekleding van het dashboard van een wagen op kleurvaste wijze in vorm kunnen produceren. Dat is een doorbraak voor de sector. Klanten zoals BMW, Mercedes en Volkswagen hebben hiervoor al bij ons hun orders geplaatst. Dit jaar goed voor een omzet van 156 miljoen euro. Voor 2006 ligt het orderboekje al op 262 miljoen euro. De ontwikkeling van de technologie en het opzetten van het productieplatform hebben ons echter veel geld gekost: we hebben een industrieel netwerk van elf fabrieken moeten uitbouwen. Dat is met schulden gefinancierd. Maar de grootste investeringen zijn nu achter de rug. Vorig jaar werd er nog 100 miljoen euro geïnvesteerd, dit jaar 80 miljoen en voor 2005 mikken we op 50 à 55 miljoen euro. De laatste fabriek wordt nu in Duitsland afgewerkt voor de Volkswagen Passat en zal in januari opstarten. In de toekomst zullen we voor extra productieplatformen de technologie in licentie geven. Uiteindelijk moet dit resulteren in een afbouw van de schuldgraad van 112 % naar 60 % tegen 2008.”

VANSTEENKISTE. ( pauzeert) “Kijk, we hadden toen erg veel moeite om de plaatsingskansen van die achtergestelde lening in te schatten. De lening was een bullet loan over vijf jaar onder de vorm van een private plaatsing ( nvdr – aan het einde van de looptijd wordt het bedrag in één keer terugbetaald). We gingen ervan uit dat de lening binnen dertig dagen geplaatst zou worden. Quod non. Wij botsten op het feit dat zo’n achtergestelde lening in dit land eigenlijk niet bekend is. Op het moment dat jullie tot publicatie overgingen, hadden we Londen al afgedweild en diverse Amerikanen over de vloer gehad en begonnen we erg onzeker te worden over wat er nu eigenlijk aan het gebeuren was. Vergeet ook niet dat we op dat ogenblik onze kredietlijn van 225 miljoen euro aan het herschikken waren.”

Waarom?

VANSTEENKISTE. “Dat krediet verviel in september 2006. De investeerders die nadien hebben ingetekend op de achtergestelde lening van 50 miljoen euro – waaronder ING, een Amerikaans fonds en enkele kleinere Belgische institutionelen – wilden op het vlak van de looptijd niet na de banken komen. Ik had dus een back-up nodig van de banken. Die kreeg ik, mondeling. Het is een voorakkoord, waarbij de 225 miljoen euro kredietlijn zal worden omgezet in een nieuwe gesyndiceerde lening van 250 miljoen euro en waarbij de looptijd van het nieuwe krediet zal samenvallen met de looptijd van de achtergestelde lening. We verwachten dat die herfinanciering eind dit jaar zal worden afgesloten.”

Heeft Recticel zich hierdoor niet te afhankelijk gemaakt van de banken?

VANSTEENKISTE. “Hoewel er erg veel geld op de markt is, willen de bankiers minder risico nemen. Ze leggen hun eieren niet meer in dezelfde mand, ze spreiden die over meerdere bankiers. Geloof me, het is niet moeilijk voor een bank om 250 miljoen euro te geven ( nvdr – Vansteenkiste zetelt in de raad van bestuur van Fortis). Dat is peanuts in hun totale portefeuille. Maar geen enkele bank wil dat nog alleen doen. Dus sluit je een convenant, waarbij een groepje bankiers jou een soort interne rating oplegt. En als je daaraan niet meer voldoet, starten de discussies. Recticel heeft één keer zijn rating gemist: voor de parameter operationele cashflow/totale nettoschuld kregen we een gele kaart. De cashflow zakte, dus moest de schuldgraad ook prompt naar beneden, zo zeiden de bankiers. Zij suggereerden een kapitaalsverhoging. Wij, de aandeelhouders, keken naar elkaar en besloten dat een kapitaalsverhoging met een beurskoers van 7 euro tot te veel verwatering zou leiden. Er moest dus een andere oplossing gevonden worden: een achtergestelde lening, want dat is semi-kapitaal. En zo begin je dus te negotiëren.”

Wordt het bedrijf dan niet gegijzeld tussen zijn aandeelhouders en bankiers?

VANSTEENKISTE. “Een bedrijf in expansie moet voortdurend rekening houden met zijn aandeelhouders en bankiers. Daar is geen ontkomen aan. Ik beweer dat je in België meer en meer van dat soort toestanden zal zien gebeuren. Wij zijn daaruit gekomen omdat dit bedrijf een voldoende hoog potentieel aan cashflow heeft, omdat we zeer snel hebben gereageerd en omdat er vorig jaar fors is geherstructureerd voor 9 miljoen euro. Ik wil andere grote ondernemingen waarschuwen. Niet de KMO’s, want die gaan voor hun geld nog altijd bij de lokale bankier aankloppen. Maar een bedrijf dat net in die tussenzone zit, met een schuldgraad in absolute termen van 50 à 70 tot 100 miljoen euro, zal goed uit zijn doppen moeten kijken. Waar tien jaar geleden banken nog schuldgraden tot 300 % en meer accepteerden, wordt nu al moeilijk gedaan als de schuldgraad meer dan 100 % bedraagt. Veel Belgische bedrijven zullen de tering naar de nering moeten zetten. Ze zullen in de volgende jaren moeten werken aan de versterking van hun balansstructuur, precies door minder risicovolle projecten aan te nemen. Vrije cashflow wordt meer dan ooit dé factor om te groeien.”

Piet Depuydt

“In mijn fabriek in Wetteren kost een arbeider mij 45.000 euro per jaar, in Polen 7500 euro en in Roemenië 2500 euro.”

“Ik zeg niet dat de ministers Van den Bossche of Tobback zich gaan verbranden aan hun dossiers, maar ze lopen op het randje.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content