Waar de dubbele belasting corrigeren?

Geheime commissielonen worden best geen twee keer belast. De vraag is evenwel waar je corrigerend moet optreden: bij de verstrekker van het commissieloon, of bij de genieter ervan?

Geheime commissielonen worden in de vennootschapsbelasting bijzonder zwaar belast. Tegen 309%, inclusief drie opcentiemen aanvullende crisisbijdrage. De wetgever vermoedt immers dat de genieter op het ontvangen commissieloon geen belasting betaalt, en dat ook de sociale bijdragen niet worden betaald. De uitkerende vennootschap wordt daarom aan een heffing onderworpen die het verlies aan inkomsten voor de schatkist ruimschoots moet goedmaken. Het tarief is berekend uitgaande van de hypothese dat de genieter aan het dure werknemersstelsel van de sociale zekerheid onderworpen is, en hij bovendien in de hoogste tarieven van de personenbelasting valt.

Zodra de geheimecommissielonenaanslag geheven is, is er dus geen verlies meer voor de schatkist. Niettemin stellen we vast dat de fiscus niet aarzelt om ook de genieter te belasten, uiteraard voor zover hij die kan identificeren.

In de praktijk is dat dikwijls niet moeilijk. Een ‘geheim’ commissieloon is minder ‘geheim’ dan op het eerste gezicht lijkt. Van een ‘geheim’ commissieloon is bijvoorbeeld al sprake zodra honoraria, lonen enzovoort niet op de voorgeschreven wijze verantwoord worden door het indienen van individuele fiches en samenvattende opgaven, zelfs als de fiscus op een andere wijze de genieters kent (bijvoorbeeld door controle van de boekhouding).

Dubbel. Zodra de administratie de identiteit van de genieter van een ‘geheim’ commissieloon vaststelt, is zij in principe gerechtigd om de genoten vergoeding bij hem te belasten, ook als zij de uitkerende vennootschap aan de 309%-heffing onderwerpt. Er is dan wel ‘dubbele’ belasting, maar niet in de ‘juridische’, alleen in de niet-verboden ‘economische’ betekenis van het woord. Er zijn twee heffingen, maar zij treffen niet dezelfde belastingplichtige.

Niettemin stoot ook zo’n ‘economische’ dubbele belasting tegen de borst. Vandaar dat in de Senaat het initiatief genomen is om een ‘correctie’ in te voeren. De bedoeling van de initiatiefnemers was dat de geheimecommissielonenaanslag voortaan achterwege zou blijven zodra de fiscus dezelfde vergoeding ook in hoofde van de genieter belast.

Maar een aantal senatoren vond dit voorstel te ver gaan. De Senaat heeft daarom een tekst aangenomen die de geheimecommissielonenaanslag slechts wil uitsluiten voor zover de belastingplichtige (dit is de vennootschap die de vergoeding heeft toegekend) aantoont dat de genieter het ontvangen voordeel vermeld heeft in zijn (tijdig) ingediende aangifte.

Het wetsontwerp is nu voor verder gevolg overgezonden naar de Kamer. Als die het ontwerp ongewijzigd goedkeurt, moet de nieuwe regeling met ingang van het aanslagjaar 2003 van kracht worden.

Spontaan. Vraag is evenwel of het een goede zaak is dat het ontwerp ongewijzigd aangenomen wordt. Veel lost het immers niet op. Volgens het wetsontwerp zal (economische) dubbele belasting slechts achterwege kunnen blijven als de genieter het verkregen voordeel spontaan in zijn aangifte als een belastbaar inkomen heeft vermeld. Dat is nu precies wat in de praktijk meestal niet gebeurt.

Stel dat een werkgever een bedrijfswagen ter beschikking stelt waarmee de werknemer ook persoonlijke verplaatsingen mag doen. Voor deze verplaatsingen moet aan de werknemer een belastbaar voordeel van alle aard aangerekend worden. De berekening moet uitgaan van het werkelijke aantal kilometers persoonlijk gebruik, met een absoluut minimum van vijfduizend kilometers per jaar. Stel dat er veel meer kilometers persoonlijk gebruik zijn, maar de werkgever toch slechts vijfduizend kilometers in rekening brengt (en op de individuele loonfiches vermeldt). Het verschil is dan een ‘geheim commissieloon’ dat in hoofde van de vennootschap aanleiding kan geven tot de bijzondere aanslag van 309%, en dat ook in hoofde van de werknemer kan worden belast.

De correctie waarin het wetsontwerp voorziet, zal hier normaal gezien niet werken. Je moet als werknemer immers al een fiscaal hart van steen hebben om in de voormelde omstandigheden spontaan het werkelijke voordeel in de belastingaangifte te vermelden. De vennootschap zal dus niet aan de bijzondere aanslag kunnen ontsnappen, en de dubbele belasting – in de veronderstelling dat de werknemer ook wordt belast – blijft overeind.

Invalshoek. Als je in deze situatie al iets aan de dubbele belasting zou willen verhelpen, rijst overigens de vraag of je het euvel niet eerder moet verhelpen aan de zijde van de werknemer die het voordeel verkrijgt.

In de praktijk is hij meestal de zwakkere partij. Stel dat een loonsverhoging wordt voorgesteld in de vorm van een belastingvrije kostenvergoeding, en het bedrag – wegens de voorgespiegelde belastingvrijstelling – bewust laag gehouden wordt. Als werknemer heb je dan eigenlijk geen keus. Weiger je de vergoeding, dan heb je niets. Neem je ze aan, dan riskeer je alsnog te worden belast.

Wie verdient dan het meest bescherming: de werknemer die uiteindelijk minder overhoudt dan wat hem als ‘netto’ werd voorgespiegeld, of zijn werkgever die normaal de kosten van het brutoloon had moeten dragen?

Het wetsonwerp beschermt geen van beiden, want bij gebrek aan spontane aangifte (door de werknemer) blijft ook het risico op de 309%-heffing onverminderd bestaan.

Jan Van Dyck [{ssquf}]

De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.

Een ‘geheim’ commissieloon is minder ‘geheim’ dan het lijkt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content