“Waar blijft de Europese punch?”

De Europese top van Lissabon in 2000 zou van Europa binnen de tien jaar het meest dynamische gebied ter wereld maken. Mooi plan. In het eerste jaar is er echter niets gebeurd, zegt Morris Tabaksblat, voorzitter van de rondetafel van industriëlen, de club van machtige Europese CEO’s. Over woorden en daden tegen een achtergrond van recessie en bommen.

MORRIS TABAKSBLAT (ERT). “België presenteerde een ambitieuze lijst van oogmerken. Dat vind ik bezwaarlijk aan alle voorzitterschappen. Elk voorzittend land schrijft een lange wensenlijst. Beter zou zijn enkele prioriteiten aan te stippen, bijvoorbeeld de uitbreiding van de Europese Unie of de institutionele vernieuwing of het gemeenschappelijk patent. Zo zouden we verder raken. Je bent al blij als er wat samenhang tussen het ene en het andere voorzitterschap bestaat. Maar de Europese ontwikkelingen blijven erg stroperig, zoals we opnieuw gezien hebben bij de minitop in Gent.”

De top van Lissabon in 2000 wilde van Europa in tien jaar het meest dynamische kennisgebied van de wereld maken. Zijn er al concrete stappen gezet?

TABAKSBLAT. “Lissabon heeft bij onze leden veel enthousiasme opgewekt. De stellingname en de doelstellingen waren zeer gedurfd. Wat gebeurd is in het jaar na Lissabon was niet bemoedigend. Die twaalf maanden zijn gebruikt voor het opmaken van de stand van zaken. Je zou toch willen dat ze dat voordien hadden gedaan. De meeste verwezenlijkingen, zoals computers in de scholen, waren al eerder in gang gezet. Lissabon heeft dat niet uitgevonden en na de top zou dat versterkt moeten zijn. Daarvan hebben we weinig gemerkt. Ze moeten tempo maken.”

Wat is uw prioriteit in de richtlijnen van Lissabon?

TABAKSBLAT. “Het kernpunt is meer investeringen in onderzoek en ontwikkeling aan de universiteiten en in de bedrijven. Fiscaal zou dit sterker moeten worden aangemoedigd. In veel landen van Europa zie je echter dat het onderwijs- en het onderzoeksbudget sterk onder druk staat. Ik ben reuzebenauwd dat als de recessie zich doorzet, onderzoek en ontwikkeling weer slechts het zoveelste stukje op de prioriteitenlijst wordt in plaats van nummer één.”

Een Belg is EU-commissaris voor onderzoek. Is dit een onrechtstreekse aanduiding dat de EU dit niet zo belangrijk vindt?

TABAKSBLAT. “Nou, ik geloof dat u iets toeschrijft aan de Europese Commissie dat fout is. De kracht van een commissaris is zijn kracht als individu. We hebben hele sterke commissarissen gehad van kleine landen. Als wat u zegt klopt, dan vrees ik het ergste voor Europa. Als het niet een vertegenwoordiger is van het grootste land, Duitsland, alvorens iets kan, dan houden we er beter mee op.”

Het Europees parlement heeft de richtlijn voor grensoverschrijdende overnames verworpen. Is dat een signaal dat de wil ontbreekt om de doelen van de top van Lissabon te bereiken?

TABAKSBLAT. “Mijn zorg ligt elders. Je kan discussies hebben over de tegenstelling tussen het Angelsaksische model en het continentale model. De richtlijn was door de compromissen daaromheen echter zelfs aanvechtbaar geworden. Waar ik problemen mee heb, is dat je na al die langdurige onderhandelingen en die vele compromissen en bijeenkomsten, met zoveel mensen en zoveel experts, op het allerlaatste moment wordt onderuitgehaald door één land. Dat heeft te maken met de institutionele vorm van Europa en heeft als dusdanig geen uitstaans met Lissabon. Op elk moment in elk Europees beslissingsproces sta je voor dergelijke verrassingen. Ik bekritiseer niet het recht van het parlement om de richtlijn te verwerpen, integendeel. Echter, dat het parlement op het einde van een lang proces het tapijt onder de voeten uit kan trekken, mag niet mogelijk zijn. Het is fout gelopen in de manier waarop we beslissen.”

Het Europese kartelbureau verwierp de fusie van GE en Honeywell. Een fout signaal?

TABAKSBLAT. “Helemaal niet. Een van de grootste overwinningen van de EU is het mededingingsrecht en met name wat dat directoraat-generaal voor elkaar gekregen heeft onder zijn verschillende leiders, waaronder Karel Van Miert _ trouwens een voorbeeld van een sterke commissaris uit een klein land. Mario Monti heeft hier de juiste beslissing genomen. Ik had willen zien hoe de Amerikaanse mededingingsautoriteit zou hebben gereageerd als het over een Europese fusie van een gelijkaardige omvang was gegaan. De Commissie had gefundeerde twijfels of de versmelting van GE en Honeywell de concurrentie bevorderde.”

Krijgt u zure bedenkingen bij uw reizen in de VS over deze affaire?

TABAKSBLAT. “Ik heb veel waardering ontmoet bij Amerikaanse collega’s die wereldwijd opereren en weten wat concurrentie betekent.”

In de teksten van Lissabon wordt de VS nergens genoemd. Bizar, want de verklaring komt erop neer dat we meer de Amerikaanse toer moeten opgaan. Is dit een Freudiaanse verdringing?

TABAKSBLAT. “Neen hoor. Europa doet het op zijn manier: in de teksten van Lissabon speelt bijvoorbeeld de sociale component een belangrijke rol. In Amerika speelt die in dergelijke overwegingen een veel geringere rol. Lissabon is ontstaan door de uitdaging van het succes van de Amerikaanse economie. Wij hebben daarop gekeken naar de Amerikaanse succesfactoren en gezegd: dat kunnen wij ook, maar dan op onze manier. Ik beschouw dat niet als amerikanisering. Je moet goed kijken naar je concurrenten en van hen leren als dat zo uitkomt.”

U ziet het niet als Europees economisch nationalisme in de aard van: we bekennen niet openlijk dat Amerika ons sterk inspireert?

TABAKSBLAT. “Zie het als een sportwedstrijd met ambitieuze oogmerken. We willen de beste zijn. Van de VS leren we hoe de samenleving kan worden gedynamiseerd. Met onze egalitaire maatschappij is dat niet zo makkelijk.”

Europa zweert bij het voorzichtigheidsbeginsel?

TABAKSBLAT. “Neem het debat over de genetisch gewijzigde gewassen. Dat is vandaag in Europa ontaard tot een resistance to change, een afwijzing, een moratorium. We doen liever niets. Dat gevaar ligt in Europa altijd op de loer. In de VS beginnen de onderzoekers eraan en ze zijn overtuigd de problemen op te lossen als ze zich voordoen. Europa zou ook daar weer pragmatisch moeten zijn. Geef ontwikkelingen de kans. We zijn te zeer risico- en te weinig kansengeoriënteerd in Europa.”

Hoe groot is het gevaar voor een recessie in Europa?

TABAKSBLAT. “Zeker na 11 september is dat gevaar zeer reëel. De vraag is: nemen we de geëigende maatregelen om er doorheen te komen of wachten we af of er echt een recessie komt? Europa heeft structurele problemen in de concurrentie met de VS. Onze arbeidsmarkten bijvoorbeeld reageren veel trager. De landen die het snelst reageren, zijn meestal het snelst uit een recessie.”

De Europeanen klopten zich bij het begin van het jaar op de borst en beweerden dat zij ditmaal de dans zouden ontspringen.

TABAKSBLAT. “Het argument was dat Europa een eigen ontwikkeling had en de interactie met Amerika op dat moment eerder beperkt was. Dat was in zijn geheel misschien juist. Ik heb het echter zelf niet geloofd, omdat bepaalde sectoren behoorlijk afhankelijk zijn van de export naar Amerika. Als dat het geval is, hebben die sectoren gevolgen voor het geheel.”

Hoe hoog schat u de slaagkansen van de euro in? En waar staan we over tien jaar?

TABAKSBLAT. “We hebben de euro al. Niet voor de bankbiljetten en de munten, maar de rest is er. De Economische en Monetaire Unie bestaat acht jaar. Als die er niet was, hadden we in vergelijking met de grote concurrent, het dollargebied, zeer grote schommelingen gekend van onze respectieve nationale munten en dat is niet zo geweest. Landen als Nederland en Ierland zouden een enorme appreciatie van hun munt hebben gezien en andere landen, inclusief Duitsland, een depreciatie. Nu hangen we aan elkaar en het is nog vol te houden ook. Dus is het een succesverhaal.

“Ik verwacht dat dit over de volgende tien jaar zal voortgaan en dat er tegelijk een sterker economisch convergentiebeleid zal worden gevoerd. Fiscaal en budgettair blijven er binnen die brede beweging van monetaire eenheid mogelijkheden om rekening te houden met de regionale verschillen in Europa.”

U gelooft niet in de stelling dat een gemeenschappelijke munt alleen mogelijk is met een gemeenschappelijke regering?

TABAKSBLAT. “Ik kijk naar de VS als het beste voorbeeld. Daar bestaat een ‘gemeenschappelijke regering’ voor het monetaire beleid. Maar het fiscale beleid is er beslist niet gemeenschappelijk, kijk maar naar de belastingen van de verschillende staten. Het aardige is het opkomen van bepaalde regio’s en het wegzakken van andere, die dan weer terugkomen door fiscale prikkels die men lokaal of per staat inbouwt. Na de opkomst van de Sun Belt en de terugloop van het Noord-Oosten zag je dat New York en Massachusetts erin slaagden om die voor hen negatieve evolutie weer om te buigen. Nou, dat hoop ik ook voor Europa. Het is uitgestrekt en de verschillen zijn minstens even groot of groter dan in de VS. Zodoende zal je regionaal het economische beleid moeten blijven aansturen.”

Het kwaliteitsblad The Economist bepleitte om het stabiliteitspact te schrappen. Als Europa in noodweer zit, zou het pact beleidsaanpassingen te moeilijk maken.

TABAKSBLAT. “Ik vond dat een merkwaardige opmerking van The Economist. Het Verdrag van Maastricht en zijn criteria hebben een enorme tucht opgelegd in een tijd dat het economisch niet geweldig ging. Deze begrotingsdiscipline heeft sterk bijgedragen tot het terugdringen van de tekorten en dus tot de gezondheid van de overheidsfinanciën. Om dan nu te concluderen, omdat het slechter gaat, dat die discipline maar overboord moet, daar geloof ik niks van. Het heeft geduurd tot 1995-1996 voor we resultaten zagen van het Verdrag van Maastricht en zo zal het met het stabiliteitspact ook gaan. Er is bovendien een manoeuvreerruimte voor de begroting van 3%.”

Er is opnieuw een slechte beeldvorming over de multinationals. Zitten we weer in de jaren zeventig?

TABAKSBLAT. “Voor multinationals valt het nog wel mee. Zij krijgen vandaag weer een hoop op hun bord, maar dat hadden ze altijd al. Ze dragen all the ills of the world. Wat de verwijten over de globalisering betreft, die lijken op de verwijten tegen de multinationals in de jaren zeventig. Weten we echter wel waarover we praten? Het komt vaak neer op elkaar napraten. In de jaren zeventig is de kritiek op de multinationals stilgevallen nadat zij zelf aantoonden wat ze wel en niet deden en daarna de gedragscode van de Oeso volgde. Vandaag is er weer weinig gerichte kritiek en wordt alles aan alles gekoppeld. We moeten nu dus hetzelfde doen. Het debat moet publiekelijker worden gevoerd en moet minder westers zijn. De strijd tegen de globalisering wordt gevoerd in Europa en de VS, waar samen 700 miljoen mensen wonen, maar een paar duizend mensen op straat bepalen het debat. Dat is onverstandig. Van een breed debat is amper sprake. Het bedrijfsleven heeft zich veel te weinig laten horen over de globalisering en de handelsronde.

“Bovendien zijn de ontwikkelingslanden te weinig bij het gesprek betrokken. Je praat over een wereld van 6 miljard inwoners, met 2 miljard die het erg moeilijk hebben en de overige die het goed tot steeds beter hebben. De voordelen van de globalisering vallen verkeerd, maar dat wil niet zeggen dat die 2 miljard geen positief effect van de globalisering ondervinden. Het is zeer opvallend in het globaliseringsdebat dat de armen heel weinig zeggen. Het zijn niet de ngo’s die moeten vertellen wat de ontwikkelingslanden moeten doen of denken, want die ngo’s weten dat niet. Het zijn de ontwikkelingslanden zelf die zich moeten laten horen en moeten helpen bij het opstellen van de regels. Niet alleen tijdens een onderhandeling binnen de Wereldhandelsorganisatie, zoals straks eventueel in Doha, maar ook in termen van ideologische beginselen die erachter zitten.”

Reageren de politici niet te onderdanig op de nieuwe contestatie?

TABAKSBLAT. “Nou, dat geldt ook voor het bedrijfsleven. De politiek zal echter alleen écht bang worden als de betogersaantallen electoraal een rol gaan spelen. Zo ver zijn we nog lang niet.”

Krijgt u koude rillingen van de neoleninistische strekking van bepaalde antiglobalisten?

TABAKSBLAT. “Ik heb nooit gedacht dat met het vallen van de Muur in Berlijn alle trotskistische, marxistische en leninistische stromingen zouden verdwijnen. Dat is wel heel naiëf. Wat toen bovengronds was, verdween voor een goed deel ondergronds. Dan heb ik liever dat ze nu opnieuw op straat komen, zodat je neuzen kan tellen.”

Hoe moet het op de internatioale handelsbesprekingen in november?

TABAKSBLAT. “De Round Table bepleit niets specifieks. Het slechtste wat kan gebeuren, is een mislukte ronde. In Doha moet een manageable agenda vooropstaan. Voor je ernaartoe trekt, moet je afstemmen wat je bijvoorbeeld met je landbouwpolitiek wil. In de WTO-discussies mag je niet alles onderbrengen, dus niet de milieu- en de arbeidsproblemen. Daarvoor bestaan andere organisaties.”

Frans Crols

“Dat het Europees parlement op het einde van een lang proces het tapijt onder de voeten uit kan trekken, mag niet mogelijk zijn.”

“De strijd tegen globalisering wordt gevoerd in een gebied waar 700 miljoen mensen wonen, maar een paar duizend mensen op straat bepalen het debat.”

“In de WTO-discussies mag je niet de milieu- en de arbeidsproblemen onderbrengen, daar bestaan andere organisaties voor.”

“Het is zeer opvallend in het globaliseringsdebat dat de armen heel weinig zeggen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content