Vrouwen op studs

Naast hun drukke dagtaak op kantoor gaan Sonja De Temmerman, Sophie Van Craeynest en Dominique Reyns ook nog eens driemaal per week sporten. Bij voetbalclub Cercle Melle.

“Te weinig spelers zijn in vorm,” zegt Dominique Reyns, directiesecretaresse bij het advocatenkantoor Allen & Overy. “Een aantal onder hen komt in hun club zelfs niet eens aan spelen toe,” zucht Sophie Van Craeynest, system engineer bij het informaticabedrijf Axi. “Ach, wat zouden we er verder veel woorden aan vuil maken. We zijn gewoon niet goed genoeg,” oreert Sonja De Temmerman, intussen een diepe trek nemend van haar Marlboro Lights. Sonja werkt op het ministerie van Landbouw. Samen vormen de drie dames de ruggengraat van tweedeklasser Cercle Melle.

Grapjes op het werk

Sonja, Sophie en Dominique kijken duidelijk niet op een inspanning meer of minder. Naast een drukke dagtaak op kantoor, trainen ze tweemaal per week op het oefenterrein van de gemeente. Op zaterdag komt daar nog eens een wedstrijd bovenop. Niet zonder succes overigens. Cercle Melle wist zich netjes te nestelen binnen de subtop van de tweede divisie van de zogeheten _ we kid you not _ Tampax-liga.

“Een open deur natuurlijk voor grappen van onze mannelijke collega’s op het werk,” weet Dominique, die zich niet erg gelukkig prijst met de naam van de liga. Vrouwenvoetbal heeft volgens haar sowieso al genoeg af te rekenen met weerbarstige clichés. U weet wel: die sport voor manwijven die een potje harken op een voetbalveld. Over de vraag of ze liever een andere hoofdsponsor hadden gezien, hoeven de dames dan ook niet lang na te denken. “De Jupiler-liga,” zo luidt het unisono.

Hoewel er nog steeds een enorme kloof gaapt tussen mannen- en vrouwenvoetbal, lijkt er stilaan toch enige erkenning te komen. Al blijft de belangstelling voorlopig aan de magere kant: een topper in de Belgische vrouwencompetitie weet amper driehonderd belangstellenden te wekken. Ook de winstpremies van enkele honderden frank zijn peanuts, zeker in vergelijking met wat mannen zelfs in lagere divisies opstrijken. Van enig professionalisme is dan ook geen sprake. Geen wonder dat het nationale damesteam internationaal weinig potten breekt. Meer nog, onlangs werden ook onze Rode Duivelinnen uit de wereldgroep _ met daarin de beste 32 landen _ gebonjourd. “Niets om ons over te schamen,” tackelt Sonja gevat. “De mannen brengen het er niet veel beter vanaf.” De bordjes staan opnieuw gelijk.

Seksistische vooroordelen

Het blijft vreemd om vast te stellen. Hoewel het voetbal bij ons de volkssport nummer één is, kan het vrouwenvoetbal bezwaarlijk een succesnummer worden genoemd. Heeft radiolegende Jan Wauters dan misschien toch gelijk als hij suggereert dat voetbal vrouwen nu eenmaal niet van hun meest elegante kant laat zien? “Hij doet maar,” zegt Dominique. “Als hij elegante vrouwen wil zien, moet hij maar naar het turnen kijken.”

Dezelfde seksistische vooroordelen krijgen de dames ook geregeld op de werkvloer naar het hoofd geslingerd. Onvermoeibaar staan de mannelijke collega’s met een geintje klaar. Bij het advocatenkantoor Allen & Overy lopen er naar verluidt zelfs enkele onvervalste lolbroeken rond. “Af en toe is er wel een collega die zich uitgeeft voor een of andere journalist,” vertelt Dominique. “Eén keer was ik er zelfs helemaal mee weg toen men mij vroeg of er bij ons spelers waren die niet officieel zijn aangesloten bij de club.”

Nochtans zouden de jolijtige mannen beter moeten weten. In het voetbal gelden immers dezelfde strikte regels als in het bedrijfsleven. Ook hier hoopt men gezamenlijk en gecoördineerd te scoren, met een uitgekiende strategie onder leiding van een technische staf en _ als het een beetje meezit _ een inspirerende coach. Teamgeest en competitiviteit zijn trouwens geen mannelijke privileges. “Toch denk ik dat vrouwen iets jaloerser en rancuneuzer zijn,” nuanceert Dominique. “Bij ons krijgt iedereen bijvoorbeeld dezelfde premies. Bij mannen is dat niet zo. Daar krijgen topspelers altijd iets meer. Ik ben er zeker van dat dat onder vrouwen wel eens voor problemen zou zorgen.”

Om op het veld en op kantoor tot optimale resultaten te komen, is een goede onderlinge communicatie van cruciaal belang. Het lijkt een stoffig cliché, maar op dit terrein hoeven de vrouwen zeker niet onder te liggen. Althans, als we Sonja mogen geloven. “Sterker nog, we tetteren er constant op los. Op het werk moeten ze de vrouwen soms apart zetten om ze aan de slag te houden. Afin, toch bij mij.”

Hun positie op het veld lijkt een afspiegeling van hun functie binnen het bedrijf. Zo is Sophie de technisch verfijnde voorstopper, de stille werkkracht die zich bij Axi buigt over allerlei complexe soft- en hardware. Sonja is de fysiek sterke linkerhalf van de Cercle Ladies, die vaak buitenwerk verricht voor de afdeling Plantengenetica en Veredeling bij het ministerie van Landbouw. Dominique is op haar beurt spelverdelende middenvelder, een vrouw met vista die graag een stichtend voorbeeld neemt aan de Gouden-Balgoochelaar Zinédine Zidane. “Als directiesecretaresse moet ik ook voortdurend dingen managen. Ik denk dat het geen toeval is dat ik daarom een centrale rol heb binnen het team.”

Dionysische bustochten

De dames mogen zich dan al bewust zijn van hun emancipatorische rol, net als het bedrijfsleven blijft het voetbal niettemin een uitgesproken mannenwereldje. Sonja, Dominique en Sophie zijn echter lang geen Germaine Greer-adepten op studs. Met mannelijk gezag hebben ze dan ook hoegenaamd geen probleem. “Op het werk is dat ook zo,” zegt Sophie. “Daar ben ik zelfs een van de weinige vrouwen. Ik ben het heus wel gewoon.” Ook tegen de bronstige machocultuur die rond het voetbal zweemt, lijken de dames weinig bezwaar aan te tekenen. Gezamenlijk bekennen ze alvast dat de ambiance evenzeer telt als het voetbal. Vooral tijdens de busreizen op verplaatsing gaat het er naar verluidt behoorlijk dionysisch aan toe, en ook hier blijken de bierkratten een positieve katalysator voor de teamspirit.

Bovendien hoor je in de kleedkamer dezelfde schunnige grappen. En wie meent dat vrouwen meer aan zelfcensuur doen, komt bedrogen uit. “We schelden misschien zelfs meer dan mannen op de scheidsrechter,” zegt Sonja. “Mannen hebben meer de neiging om zich in te tomen. Al is het wel zo dat bij vrouwen dingen makkelijker blijven hangen.” “Zeker als mannen je iets toesnauwen,” gaat Dominique verder. “Onze coach moest daar in het begin aan wennen. Al gaat dat, nu ik met hem samenwoon, steeds makkelijker.” Wat volgt, is een veelbetekenende glimlach.

Of Cercle Melle tijdens het weekend roemloos de boot ingaat of eens te meer een glansrijke overwinning boekt; het lijkt slechts bijkomstig. De batterijen voor weer een nieuwe werkweek zijn alvast opgeladen. Het resulteert voorzeker in een ongezien stachanovisme op het werk, althans zo willen Dominique, Sonja en Sophie ons graag doen geloven. “Hoewel, als we gewonnen hebben, ben ik op maandagmorgen soms nog wat suf als ik op kantoor kom,” trekt Dominique enigszins bij. “Van te veel pinten te drinken.” Stoere vrouwenpraat allicht.

Dave Mestdach

“Als mannen elegante vrouwen willen zien, moeten ze maar naar het turnen kijken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content