Voorsprong door concurrentie

Audi presenteerde vorige week cijfers om door vier ringetjes te halen. De Duitser Gerhard Schneider, afscheidnemend directeur van Audi Brussels, is er rotsvast van overtuigd dat de fabriek in Vorst overeind blijft in de groep.

Audi kon de voorbije week alweer heerlijke cijfers bekendmaken. De wereld blijft maar kicken op het Duitse premiummerk, dat de slogan ‘Vorsprung durch Technik’ koestert. Vooral de nieuwe rijken in China willen tonen dat ze geld hebben. Audi verkocht er vorig jaar een half miljoen wagens of 28 procent van de totale verkoop van 1,75 miljoen stuks. Daarmee is het Rijk van het Midden nu de belangrijkste markt voor Audi.

De onderneming snelt nu al jaren naar nieuwe volumerecords. In 2020 wil het merk meer dan 2 miljoen wagens verkopen. Als dat lukt, wordt Audi de grootste bouwer van premiumwagens in de wereld, vóór de Duitse concurrenten BMW (vandaag de grootste) en Mercedes-Benz.

“Het is belangrijk dat bedrijven voor zichzelf interne doelstellingen bepalen”, vindt CEO Rupert Stadler. “Dat motiveert de werknemers. Er is een immense concurrentie tussen de Duitse premiummerken. Maar dat heeft ons alle drie sterker gemaakt. Samen hebben we een wereldwijd marktaandeel van 80 procent in het premiumsegment. Audi wil de beste van de drie worden. En daarvoor zullen we vechten.”

Dalende marges

Ondanks de voor de rest mooie cijfers had de markt vooral oog voor de lagere omzetgroei en dalende winstmarges. Niet dat het Audi-aandeel daarop reageerde, want de onderneming wordt voor 99,55 procent gecontroleerd door Volkswagen Groep. Het resterende percentage bengelt nog wat op de beurs, maar wordt nauwelijks verhandeld. Audi zag zijn volume stijgen met meer dan 7 procent, maar de omzet steeg slechts met een magere 2,3 procent. Het bedrijfsresultaat dook zelfs met meer dan 6 procent lager. Audi verkoopt dus meer wagens, maar met steeds geringere marges. Toenemende kosten voor marketing en verkoop — promoties dus — vraten aan de bedrijfswinst. Het duidelijkst is dat in Azië: het volume sprong daar alweer een vijfde hoger, maar de omzet steeg met slechts 3 procent. Het bijna tegenovergestelde effect zien we in thuisland Duitsland, met iets meer dan een kwart miljoen verkochte wagens de tweede grootste markt voor de autoproducent. Het volume dook 5 procent lager, maar de omzet zakte slechts met een luttele 0,3 procent. Niet moeilijk: Audi is de hofleverancier van regeringen en top-CEO’s, die zich laten rijden in de luxewagen A8. Van het model met een instapprijs rond 80.000 euro reden er vorig jaar liefst 60.000 de showroom uit.

CEO Rupert Stadler wuift de kritiek over krimpende winstmarges weg. “Ons strategisch doel is een bedrijfswinstmarge van 10 procent op de omzet, een bijzonder uitdagende opdracht.” De voorbije drie jaar, op een moment dat de wereldwijde autosector een van de zwaarste crises doormaakte, haalde Audi die marge ook.

De beste van de groep

Men kan het dus ook een mooie prestatie noemen, van een rendabel en solide bedrijf. Zo zat Audi eind vorig jaar op een berg liquide middelen en geldbeleggingen van liefst 41 miljard euro. Wat Audi doet met dat geld? Investeren. De volgende vier jaar gaat 22 miljard euro naar nieuwe modellen, innovatie (vorig jaar ging 4 miljard euro naar O&O) en nieuwe assemblagefabrieken. Het jaarverslag somt een rist investeringen op.

Alleen: de Audi-fabriek in Vorst staat daar niet tussen. “Gemiddeld zullen we de volgende jaren elk jaar 100 miljoen euro in Vorst investeren”, sust Gerhard Schneider, de afscheidnemende directeur van Audi Brussels. “Ik ben er vast van overtuigd dat deze fabriek blijft bestaan.”

Schneider verdedigt ‘zijn’ fabriek met veel enthousiasme en vuur. Voor de inwoner van Ingolstadt was het zijn eerste langere buitenlandse ervaring. “En ik vond die bijzonder aangenaam. Ich bin sehr stolz auf meine Mannschaft“, oordeelt Schneider, die zijn Beierse accent niet wegsteekt. “In Vorst heb je een combinatie van de Duitse werkmethode met Belgische creativiteit. Die mix is fantastisch. En met een aantal vakbondsmensen heb ik intussen hechte vriendschapsbanden.” Maar Schneider heeft vooral de markt mee. De fabriek in Vorst is de exclusieve producent van de Audi A1. Het kleinste model, voor de jonge koopkrachtige stadsmens, is een onverhoopt succes. De productie is intussen in twee fases opgetrokken van 80.000 naar 120.000 exemplaren. Vorig jaar ging de verkoop weliswaar lichtjes achteruit, met 800 stuks. Maar ook dat is een succes. Een model heeft een levenscyclus van zes jaar. De A1 is al voorbij halfweg, waardoor de verkoop normaal al tot 8 procent per jaar zou moeten zakken.

“Wij hebben geluk”, vindt Schneider. “We hebben het juiste product in de markt gezet. Dat verklaart mee het verschil met Opel Antwerpen en Ford Genk. Maar ik wil geen gezeur over toenemende concurrentie. Concurrentie is in essentie en op de langere termijn heel positief. Het dwingt je constant te verbeteren. Ik vergelijk het met een roltrap die naar beneden gaat, terwijl jij naar boven wilt. Je moet voortdurend in beweging blijven en continu verbeteren.”

Dat lukte in Vorst. Het voorbije halfjaar leverde Audi Brussels drie maanden de beste kwaliteit van alle fabrieken in de Volkswagen-groep wereldwijd. Bovendien respecteerde het vorig jaar de levertermijnen — die tot zes maanden kunnen oplopen — voor de volle 100 procent.

WOLFGANG RIEPL IN INGOLSTADT

“Ons strategisch doel is een bedrijfswinstmarge van 10 procent op de omzet, een bijzonder uitdagende opdracht”

CEO Rupert Stadler

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content