Voorbij de melkweg

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Performant zijn in een mature marktniche, terwijl de groei elders ligt, ver overzee en in nieuwe productniches: Packo, fabrikant van melkkoeltanks, vond financiële armslag voor een strategische omwenteling in een samengaan met het Britse Fullwood. Een fusie waarin het zijn ziel niet verkoopt, wel integendeel het voortouw neemt en extra slagkracht ontwikkelt. Voor een roestvrije toekomst?

Er beweegt wat bij Packo, de enige Belgische fabrikant van melkkoeltanks in roestvrij staal. Deze week wordt een nieuwe spruit – Packo-Plurinox do Brasil Ltda. – boven de doopvont gehouden. Maar belangrijker nog is het naar buiten treden van de gefuseerde Fullwood-Packo Group, het aantreden van een nieuw managementteam voor de Belgische koepel Packo International boven de diverse Packo-bedrijven in binnen- en buitenland, en de opdeling ervan in twee autonome, zelfbedruipende strategische business-units: de sbu “Melklijn” en de sbu “Industriële Constructies” (zie grafiek).

Packo’s preferentiële industriële partner sinds 1973, Fullwood & Bland uit Ellesmere op de grens van Wales, verwerft de meerderheid in Packo International, maar tegelijk staan vanaf nu drie Packo-bestuurders samen met drie Fullwood-bestuurders aan het roer van de Fullwood-Packo Group (samen een geconsolideerde omzet van 2,6 miljard Belgische frank in 1997). “Dat betekent dat Packo vanaf nu mee het beleid bepaalt bij de Britse bouwer van melkerijmachines,” beklemtoont Robert Dossche, virtueel de nummer één sinds een driemanschap in 1989 Packo Inox na een management buy-out in een hogere versnelling bracht (een omzetstijging van 700 miljoen frank naar 1,6 miljard).

Een recente poging om aandelen te verkopen aan het management is niet gelukt. “Je kan dan zonder meer de zaak aan een concurrent verkopen. Of je vasthaken aan een buitenlandse grotere broer met een ruimer productengamma en daarin de kleinste viool gaan spelen – zoals in de streek steeds meer dreigt te gebeuren,” laat Robert Dossche zich ontvallen. De nauwere band met Fullwood omschrijft hij daarentegen als een “win-win-verankering”.

Dossche blijft voorzitter van de raad van bestuur, maar laat het dagelijks beleid over aan een nieuwe ploeg: Chris Vandekeere uit het mbo-team van 1989, Marc-Antoine De Mees, Noël Hutsebaut en Dina Van Oost. Dat nieuwe managementteam – van wie de drie eerstgenoemden ook Fullwood-bestuurders zijn – maakt zich sterk dat zij tekenen voor 80% van de operationele leiding in de hele Fullwood-Packo Group, op het vlak van productie, ontwikkeling en marketing. Met andere woorden: de Vlamingen brengen kennis en kunde in, de Britten de centen.

Fullwood & Bland was bij de eerste toenadering in de jaren ’70 een spiegelbeeld van het toenmalige Packo (ook een derde-generatie-familiebedrijf, maar gespecialiseerd in melkmachines van de uier tot de aflevering van de melk) en wordt sinds begin de jaren ’70 ondersteund door de Britse financiële groep 3i. “Fullwood staat financieel sterk,” zegt financieel manager en directeur Dina Van Oost. “Maar de globalisering is hiér gebeurd, vanuit Zedelgem,” voegt Dossche daar resoluut aan toe, “wij hebben de Britten op de wereldbol geplaatst en gediversifieerd in nieuwe productlijnen.”

Tussen multinationale tenoren

als Alfa Laval, Westfalia, Surge, Gascoigne-Mélotte, heeft Packo International gaandeweg in meer dan tachtig landen de reputatie opgebouwd van een internationale groep die gespecialiseerd is in de verwerking van roestvrij staal en die wereldwijd vooral als constructeur van melkkoeltanks bekend staat. Niettemin rezen er vragen naar de toekomst toe (zie kader: Onder vrienden). De kernactiviteit – melkkoeltanks, nog steeds 70% van de omzet – stagneert sinds de melkquota’s de Europese thuismarkt in elkaar deden klappen. De slinkende vraag naar melkkoeltanks in de mature EU-markt dreef Packo naar nieuwe horizonten:

Latijns-Amerika, met Packo America in Chili en nu ook Brazilië. “Ze hinken er dertig jaar achter op Europa, maar het potentieel is enorm. Tussen 1992 en 1996 steeg de consumptie van melk in Brazilië met 56%.” Packo is wereldwijd een preferentiële toeleverancier van Nestlé, en die voedingsmultinational investeert fors in Brazilië.

Er kwam in 1996 een vestiging in Australië.

Ook Azië blijft op de kaart staan. “Het nieuwe team zal dit moeten waarmaken,” zegt Robert Dossche: “In India, waar een melkcultuur bestaat, goed voor 60 miljoen ton per jaar of 55% van de hele melkconsumptie in Europa, zijn we sinds twee jaar aanwezig met licenties. China ligt ook in het vizier.”

Rusland en de vroegere sovjetrepublieken – die Dossche transitmarkten noemt – “hebben een potentieel voor melkverwerkingssystemen, maar geen centen.” In Hongarije verwierf Packo een minderheidsbelang bij Agromilk in Budapest, “een strategische uitvalsbasis.”

In een minimarkt rendeert delokalisatie zelden

Chris Vandekeere, hoofd van de sbu Melklijn, ziet drie hoofdassen waarlangs de expansie zich hoofdzakelijk buiten de EU kan voortzetten: “De nog sterkere band tussen de productie van melkkoeltanks door Packo en van melkmachines door Fullwood en een kwaliteitsgedreven klantendienst die wereldwijd doorheen de Packo-Fullwood-organisatie loopt. De combinatie Fullwood-Packo maakt een totaal-approach mogelijk in samenspraak met de klanten.” Naast Packo stuurt Vandekeere ook het melkerijgebeuren van Fullwood in de Europese markten, wat momenteel overeenstemt met 80% van de Fullwood-activiteit. “In melk hebben we slechts één focus: de melkveehouder wereldwijd. We bieden hem een full line concept, van de uier van de koe tot en met alle benodigheden voor de afwerking en de bewaring van het finale zuivelproduct op de boerderij. Een melktank is een matuur product, maar in de totaliteit van het melkgebeuren komen er voortdurend gesofisticeerde sturings- en bewakingstechnieken bij. Er zijn steeds minder boeren, maar ze moeten steeds meer als computerdeskundigen leren omgaan met sensoren en software die de kweek, voeding, gezondheid en zo meer in goede banen leiden.”

Delokalisatie

van de productie van melktanks naar lagelonenlanden kan voor de hand liggend lijken, maar melkkoeltanks en het bijbehorend randgebeuren vormen al bij al een minimarkt voor een vrij beperkte cliënteel. Lokale productie rendeert enkel in een markt die voldoende seriebouw garandeert. “Ierland, waar we sinds 1976 een fabriek hebben, had dat potentieel. Chili en Brazilië nu ook. We beginnen daar van bij de start met automatisering om eenzelfde Packo-kwaliteit te bieden. Maar geen enkele tank is dezelfde. We werken dus op basis van standaarden plus opties. Het eerste vergemakkelijkt een gedeeltelijke transfer van technologie naar onze exportbestemmingen, maar toch houden we het hart en het concept hier,” schetst operationeel directeur Noël Hutsebaut. Hij verwijst naar het nieuwe lasercentrum van Packo Inox in Zedelgem, waar staalplaten met lasers worden versneden en gelast. “De loonkosten in goedkopere landen wegen meestal niet op tegen de prijs van een dergelijke investering.”

Naar andere, industriële niches

Al vijftien jaar kloppen gasfirma’s of farmabedrijven occasioneel bij Packo aan voor het maken van specifieke installaties in roestvrij staal ( OEM-contracten, Original Equipment Manufacturing). Zo werkte Packo Inox in de jaren ’80 als onderaannemer voor de diepvriessystemen van Air Products. Geleidelijk aan werden ook andere gasfirma’s aangezocht en werd er gediversifieerd naar nieuwe producttypes: lineaire diepvriestunnels, trideck-, volle band- of spiraaltunnels, vrieskasten en roterende diepvriessystemen. Op dezelfde manier ontwikkelde zich een farmalijn van opslag- en transporttanks, bereidingstanks waarin licht viskeuze, vloeibare medicijnen worden aangemaakt en reactoren of fermentoren voor de biofarmaceutische industrie. Klanten zijn onder meer: Smith Kline, Janssen Pharmaceutica en Alcon Couvreur. In dezelfde lijn werden roestvrije constructies voor de voedingsnijverheid en de horeca ontwikkeld. Jaarlijks spendeert Packo Inox zo’n 3% van de omzet aan onderzoek en productvernieuwing.

Marc-Antoine De Mees – tot negen maanden geleden directeur-generaal van Meura in Doornik (een fabrikant en engineeringbureau voor brouwerij-installaties) – werd ingehaald om de sbu Industriële Constructies uit te bouwen tot een volwaardige bedrijfsactiviteit. Over drie jaar streeft Packo International naar een 50/50-verhouding tussen de twee strategische business-units, “zonder dat de melklijn daarbij inboet,” merkt Chris Vandekeere op. “Dit is een nieuwe mijlpaal,” zegt Robert Dossche, “de industriële diversificatie is nu in een matuur stadium en krijgt een eigen profiel. Toen we in 1965 in de melkkoeltanks stapten, waren we een pionier in Europa. In de nieuwe toepassingsgebieden moeten we onze reputatie nog vestigen en optornen tegen gevestigde waarden. Toch weten we dat we troeven hebben en we zullen ze op een meer professionele manier uitspelen.” De Mees schetst de koerswijziging als volgt: in plaats van opdrachten uit te voeren op verzoek, zelf pro-actief antwoorden op behoeften van klanten naar voren schuiven. “We beheersen het cryogene diepvriesgebeuren nu voldoende en ook in de farma hebben we kerncompetenties die gewaardeerd worden.”

Consequent bouwde Packo Inox in Zedelgem, los van de melkkoeltankafdeling, twee gespecialiseerde bedrijfshallen voor cryogene systemen en voor de farmalijn. De hoge eisen bij de afwerking van melkmachinecomponenten en van hoogwaardige oppervlakte-afwerking voor de farma-industrie leverden een bijkomende troef op: als enige constructeur in de Benelux heeft Packo het hele proces voor het elektrolytisch polijsten in huis. De EP-technologie wordt als een onderaannemingsdienst aangeboden aan niet-concurrerende constructeurs.

Packo Diksmuide, waar sinds 1973 roestvaste onderdelen van Fullwood-melkmachines worden gemaakt, waagde vijf jaar geleden de sprong van de melktransferpomp naar de sanitaire centrifugaalpomp. Daarmee viel een weg open naar nieuwe marktsegmenten; vandaag is de productverhouding bij Packo Diksmuide: 48% pompen voor de melksector, 52% voor industrie (voeding, farma, chemie, waterzuivering). “Samen met Iwaki, fabrikant van pompen in kunststof en onze importeur in Japan, hebben we magnetisch gedreven pompen zonder dichtingen ontwikkeld. De testfase is voorbij, we staan klaar voor de commercialisering,” zegt Chris Vandekeere, “in pompen mikken we dit jaar op een omzetstijging met 40%.”

De sbu Industriële Constructies haalt momenteel een half miljard frank omzet:

Pompen: 90 miljoen.

Cryogene diepvriessystemen: 150 miljoen.

Farma: 90 miljoen.

Industriële proceslijnen en uitrustingen voor de voeding (minibrouwerijen, minimelkerijen en gistverwerking): 170 miljoen.

De trend naar full liners

– het aanbieden van een volledig gamma uitrustingsgoederen in één welbepaalde sector – waar Packo de voorbije jaren bewust naartoe evolueerde, heeft zich grotendeels voltrokken onder producenten van landbouwmachines (tegelijk met het slinkend aantal boeren): daaruit zijn giganten ontstaan als Fiat Agri New Holland, John Deer, de Agco-groep. Hetzelfde gebeurt nu in de veehouderij. Op wereldschaal ziet Robert Dossche ruimte voor slechts drie grote spelers en hij rekent de Fullwood-Packo Group tot die top. “Wij zullen een hoofdrolspeler blijven,” klinkt het zelfverzekerd. De fusie tot Fullwood-Packo Group is een eerste consolidatie in de minimarkt van het melkgebeuren waarop een handvol concurrenten elkaar beloeren. Fullwood-Packo is een sleutelspeler. Dossche verhult echter niet dat, als deze nieuwe constellatie niet volstaat om stand te houden – “en wellicht lukt ons dat niet” -, de twee partners openstaan voor een alliantie met een derde speler. Afspraak na het jaar 2000?

ERIK BRUYLAND

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content