“Voor Europa is de speeltijd voorbij”

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Sinds hij renteniert, drijft Guy Ullens op drie nieuwe passies: hedendaagse Chinese kunst, waarvan hij in twee Antwerpse musea meesterwerken uit zijn privé-collectie presenteert, zwerfkinderen in Nepal, en business angel spelen. Maar wat blijft er over van zijn oude passie: Azië veroveren?

Toen baron Guy Ullens de Schooten begin 2000, op zijn vijfenzestigste, uit de hyperdiscrete Luxemburgse holding Artal stapte, liet hij een voedingsconcern achter dat toen gewaardeerd werd op 3,1 miljard dollar. “Vandaag ben ik geen aandeelhouder meer,” zegt hij enigmatisch. “En ik zetel in geen enkele raad van bestuur.”

De adellijke diplomatenzoon (zijn vader werkte een tijdlang in China en zijn oom was er ambassadeur) omschrijft de gewezen medeaandeelhouders van Artal ontwijkend als “een familiale coöperatieve van diverse Belgische families, de erfgenamen van een decennialange reeks acquisities van kleinere suikerboeren”. En, zo voegt hij er relativerend aan toe: “Ik was daar maar één schakeltje in.”

Nochtans was Guy Ullens de man die, samen met familiegenoot Eric Wittouck, van Tiense Suikerraffinaderij een industrieel succes maakte en de klontjesgigant in 1989 voor 954 miljoen euro verkocht aan het Duitse Südzucker. Nadien bouwde het duo de Artal groep uit tot een voedingsimperium met vertakkingen in hoogkwalitatieve koekjes, snacks, confiserie, brood-, bakkerij- en vleesproducten, en dat in de Verenigde Staten, Europa en Azië. Maar het is moeilijk om Ullens over Artal aan de praat te krijgen. “Ik ben daar weg. Het is vier jaar geleden en ik ken de jongste ontwikkelingen niet.” Hij stuwt het gesprek liever in de richting van zijn kunstverzameling.

Na aandringen blijkt Artal (dat in 1997 over heel Azië in een veertigtal fabrieken participeerde) nog alleen in China industriële bakkerijen te hebben. “Met de distributie samen werken daar 3000 mensen. Al de rest is verkocht. Azië is het zwakke punt in mijn strategie geweest,” verklapt Ullens. “Europa ook een beetje. Uiteindelijk kun je met onze aanpak – kopen, meerwaarde creëren en verkopen – alleen in de VS vlot zakendoen. De Europese industriële bakkerijen, Harrys France, hebben we ook van de hand gedaan. En in de VS blijven enkel de afslankingsproducten van Weight Watchers over, goed voor één miljard dollar omzet en een beurswaarde van 4 miljard dollar. Maar omdat ik er niet meer bij betrokken ben, zwijg ik daar nu over.”

Ullens ontvangt ons in zijn Belgische pied-à-terre. Het harmonische interieur gaat er naadloos over in de glooiende vergezichten van Waals-Brabant: hemelse rust, de perfecte tao, zo zou de Chinese wijsgeer zeggen. Een lentezonnetje versmelt de esthetiek van boeketten in de brede binnenruimten met strakke muren en hoge doorkijkramen. Achter het glas: bonsaibomen uit een Japanse tuin. Metershoge schilderijen van hedendaagse Chinese meesters staan er complexloos naast hip westers en Chinees klassiek meubilair.

Als hij niet door China trekt of in Katmandoe neerstrijkt, verblijft Guy Ullens in het Zwitserse Verbier, dicht bij zijn uitgebreide collectie Chinese kunstobjecten. Occasioneel verlaten die het ondergrondse depot in Genève voor een tentoonstelling in Peking, Parijs of Lyon en nu – van 20 maart tot 30 mei – in het Antwerpse MuHKA, onder de titel Alles onder de hemel. Wanneer we aanbellen, bergen journalisten van Shanghai Television net hun camera’s op. Een staatszender in een oase van Chinese avant-garde en permissiviteit? Het lijkt een contradictie vanjewelste.

GUY ULLENS. (Aarzelend) “Woorden kunnen verkeerd geïnterpreteerd worden, maar ik zal het wel verduidelijken aan de Chinese ambassadeur (glimlacht). Natuurlijk had China onder Mao een belangrijke propaganda-afdeling, waarvoor het grote kunstscholen had en waar schilders een uitstekende opleiding genoten. Velen zijn na de openingspolitiek van Deng Xiaoping in privé-ateliers gaan werken, en de besten vestigden zich in New York, Parijs of Berlijn. Dat is de generatie veertigers en vijftigers, maar in China zelf draagt een jongere generatie, die ook de wereld rondreist, bij aan de renaissance van de Chinese kunst. We tonen in het MuHKA hun moderne werken met video- en multimedia-installaties. Fei Dawei, die mijn verzameling ondergebracht in de Stichting Guy & Myriam Ullens leidt, maakt eigen keuzes. Hij leeft in Parijs en kent als geen ander de Chinese kunst. De oudere kunstvoorwerpen heb ik verzameld vanaf mijn eerste China-reizen halfweg de jaren tachtig. Laurence Wu, die gesteund werd door de Mellon-familie uit Washington – de grootste kunstmecenas van Amerika – introduceerde me geleidelijk aan bij Chinese kunstenaars in China en de VS.”

De modernisering ging in Oost-Azië gepaard met een grotere vernietiging van het verleden dan bij ons ooit het geval is geweest.

ULLENS. “In de jaren zestig zijn de beeldenstormers ook door Brussel getrokken. Het Horta-huis ging tegen de grond. De bouwfirma Amelinckx stond symbool voor kaalslag. We gaan daar nu omzichtiger mee om. Maar ook Singapore herbouwt de Britse koloniale woningen die ze afgebroken hebben terwijl ik daar in 1985 aan de universiteit een cursus volgde over zakendoen in Azië. In 2002 heb ik een eerste tentoonstelling gehouden in de Verboden Stad. Er was toen in China geen enkel museum voor hedendaagse kunst. Nu plant Sjanghai de bouw van 100 musea.”

Is er vandaag in China geen andere, subtielere versie van autoritaire staatsplanning in voege?

ULLENS. “Men zegt wel eens dat Singapore het model is voor China. Volgens mij volgt Peking het Koreaanse pad. Zuid-Korea evolueerde van een dictatoriaal regime met chaebols ( nvdr – de grote bedrijven waarin staatsinmenging en privé-ondernemerschap samenvloeiden) naar leiderschap onder goed opgeleide generaals in de jaren tachtig. Daarna volgden de beroepspolitici en een vrije pers, maar belangrijker is een sterke middenklasse. Op dat punt aangekomen, verandert alles. China zit volop in dat proces. Jaar na jaar groeit die Chinese middenklasse aan met een paar tientallen miljoenen mensen en dat soort burgers ontwikkelt andere waarden. De economie wordt liberaler. Niemand kan voorspellen welke gevolgen dit unieke experiment over enkele jaren zal hebben. Europa deed er 150 jaar over, de VS een tachtigtal, Japan 30, Hongkong, Korea en Taiwan amper vijftien tot twintig jaar. In China gebeurt zo’n ingrijpende maatschappelijke omwenteling in een jaar of tíén. En dat met 1,3 miljard mensen. Het zijn getallen van een heel andere orde.

“Om zoiets onder controle te houden, heb je een sterke leiding nodig. Men noemt het wel eens een bureaucratie, maar in China staat een meritocratie aan het roer. Ik herinner me dat bij de herdenking van de vijftigste verjaardag van de Grote Mars in 1998 de overvliegende luchtmacht niet te zien was door de luchtvervuiling in Peking. We hoorden ze alleen. Ondertussen worden kolen stelselmatig door aardgas vervangen en maakt Peking de uitlaatkatalysator voor auto’s verplicht.”

Gaat het niet té snel? Als die economische zeepbel zou barsten, kan dat een zwaardere klap geven dan in 1997.

ULLENS. “Het financiële systeem is labiel, er is overcapaciteit en cijfers van de bedrijven zijn moeilijk naar waarheid te schatten. Je moet voorzichtig blijven. Ik ben ook geen ziener. Toch denk ik dat er twee fundamentele verschillen zijn met wat gebeurd is in Thailand en meer nog in Indonesië. Ten eerste: het drama van Indonesië is dat het geen autochtone middenklasse heeft. Het land was er onder president Suharto sterk op vooruitgegaan, maar dat was vooral het werk van een kleine Chinese minderheid. De constructie klapte in elkaar nadat de Chinezen op de vlucht gingen met hun fortuin in hun bagage. Indonesië had geen eigen middenklasse, maar in China is de hele middenklasse autochtoon.

“Ten tweede: de ontwikkelingen worden in China gestimuleerd door de overzeese Chinezen. Dat is een uniek fenomeen, dat alleen geëvenaard wordt door de joodse diaspora. Ze zijn kosmopolitisch ingesteld, bijzonder sterk opgeleid en ingebed in wereldwijde netwerken. Wees gerust dat ze heel goed weten wat er in de wereld omgaat en op de hoogte zijn van de nieuwste technologische en financiële ontwikkelingen. Via hun tussenkomst krijgen de machthebbers in Peking advies van topdeskundigen uit de hele wereld. Zelfs Alan Greenspan, de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, geeft toe dat Peking er wijs aan deed om zijn munt niet bruusk te laten zweven, hoewel zowat de hele wereld daar maandenlang op aandrong.”

Vreest u geen onrust door oplopende spanningen tussen de nieuwe rijken in de steden en de boeren op het platteland?

ULLENS. “De stabiliteit van China wordt verzekerd door een toenemend aantal consumenten, straks de grootste groep ter wereld: de aangroeiende middenklasse. Elke moeder in zo’n middenklassegezin kent twee Engelse woorden: Harvard en MIT. De kinderen daar een opleiding geven, is hun grootste ambitie. Jaarlijks studeren er 60.000 Chinezen in de VS. Elk jaar studeren er 350.000 ingenieurs af, ook aan de kwalitatief hoogstaande universiteiten van Peking, Nanjin of Sjanghai. Zij bouwen dammen, fabrieken, steden, infrastructuur en gaan de weg op van de kenniseconomie. Chinese bedrijven leggen zich niet langer alleen toe op massaproductie. Volgens een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling over kenniseconomie investeert China, na de VS en Japan, het meest in Onderzoek & Ontwikkeling. Voor Europa is de speeltijd voorbij.”

Naar verluidt bent u opnieuw bezig met start-ups?

ULLENS. “Mijn hele leven lang heb ik groeibedrijven met internationaal potentieel opgekocht en middelen verschaft voor verdere expansie. Drie jaar geleden heb ik met eigen middelen een Zwitsers medisch hightechbedrijfje bijgesprongen. Dat was de eerste participatie van mijn private equity fund. Maar ik wil het beheer van dat fonds overdragen aan een internationale ploeg, die ik nog aan het samenstellen ben. Nee, namen noem ik niet. Het is nog te vroeg. Na de eerste participatie in Zwitserland kan straks ook België aan de beurt komen.”

U zei net dat uw Azië-strategie mislukt is. Hoe schat u dan de kansen in van het Belgische bedrijfsleven tegenover China?

ULLENS. ( stilte) “Zuid-Korea en Japan zijn gesloten markten, zeker voor koekjes, cakes en patisserie. In de vleessector heeft China zelf uitstekende kwaliteit. ( zucht) Bij onze acquisities heb ik onderschat hoe moeilijk het is om goede lokale managers te vinden. En die heb je nodig. Chinese topmanagers kicken op brands als IBM, Coca-Cola, Procter&Gamble, daar ligt hun voorkeur. Want behalve het prestige om voor dergelijke merken te werken, genieten ze daar ook van managementopleidingen. Dat betekent dat de besten ook jobhoppers zijn. Om die reden hebben we nog gepoogd om samen te werken met een Amerikaans merk in de vleessector, maar daar zijn we niet in geslaagd en dus noem ik het niet. Wie wil diversifiëren en groeiambities heeft in China, moet topmedewerkers vinden en kunnen behouden.

“Onze markten zijn verzadigd. Onze producten moeten dáár naartoe. De Chinese economie was vijf jaar geleden even groot als de Nederlandse, nu komt ze in de buurt van de Duitse. Ook India is dezelfde weg ingeslagen. Maar om kans te maken in die nieuwe markten, moeten we dringend aan ons imago werken. België heeft in Azië ofwel geen reputatie, ofwel een slechte. Hier ligt een taak voor prins Filip of Jean-Luc Dehaene als hij voorzitter zou worden van de Europese Unie. We hebben behoefte aan prominenten die positieve signalen kunnen sturen en het voortouw nemen in zo’n promotiecampagne.

“Ik bekijk wat in old Europe gebeurt steeds meer door Chinese ogen. We zijn zelfvoldaan, we leven te comfortabel. Om een beter besef te hebben van dat unieke Chinese experiment zou er meer uitwisseling moeten komen tussen studenten. De Vlerick-school zou daar moeten adverteren, onze universiteiten ook. Meer jonge Belgen zouden in China stage moeten lopen en omgekeerd. China staat open voor de wereld. In Brussel een inreisvisum krijgen, gaat vanzelf en ook de douaneformaliteiten in China lopen vlot. Europa mag zich niet laten verdringen door de VS. In elk luxehotel van Peking of Sjanghai kom ik Amerikaanse topmanagers tegen van het niveau Coke en Pepsi of Wal-Mart. Ze gaan persoonlijk kleine winkeltjes bezoeken om te begrijpen hoe de markt in elkaar zit. Behalve Carrefour zie ik geen Europese topkaders dat nadoen. Op het voorbije partijcongres zei premier Wen Jiabao dat meer inkomsten voor de plattelandsbevolking en de ontwikkeling van het binnenland de nieuwe prioriteiten worden. China wil het allemaal zélf doen; het bedelt niet om buitenlandse hulp.”

Behalve kunst verzamelen doet de Stichting Guy & Myriam Ullens ook aan ontwikkelingshulp?

ULLENS. “De Stichting wil Chinese kunst opkopen die wereldwijd verspreid zit om ze in tentoonstellingen aan het publiek te tonen. Ik doe dat samen met een Amerikaanse arts en een Zwitserse oud-ambassadeur.

Happy House, de tweede doelstelling van de stichting, is een initiatief van mijn vrouw. Daarmee proberen we zwerfkinderen in Nepal te helpen. Nepal is het enige Aziatische land dat achteruitgaat. We zijn begonnen met negen weeskinderen, inmiddels zijn het er een zestigtal. We betalen hun studies aan goede scholen en dan moeten ze op eigen benen verder.”

Wie zich in kunst verdiept, graaft ook in de cultuur. Ontrafelt u Confucius en de Tao Té Tsing?

ULLENS. “Daar had ik vroeger geen tijd voor. Er is de taalbarrière, en daarnaast weet je ook niet waar je moet beginnen. Voor de Chinese kunst werd ik begeleid door Laurence Wu en Fei Dawai, maar een taoïstische leermeester had ik niet. Mijn kinderen doen wel aan tai-ji. Mijn gewrichten zijn wat stroef om daar nog aan te beginnen.”

“Onze markten zijn verzadigd. Onze producten moeten dus richting China.”

Erik Bruyland

“Azië is het zwakke punt in mijn strategie geweest. En Europa ook een beetje.”

“België heeft in Azië ofwel geen reputatie, ofwel een slechte.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content