“Voor deze bedevaart heb je een speciale kronkel nodig”

Santiago de Compostela: de naam klinkt mythisch en legendarisch. Voor bedevaarders en niet-bedevaarders, maar ook voor Hugo Morael, sedert 2006 voorzitter van het Vlaams Genootschap van Santiago de Compostela. De gepensioneerde reclamemaker is al van kleins af in de ban van de bedevaartsplek.

Spanje heet een land van eeuwige zon te zijn, maar niet zo in Galicië. Het noordwesten van het Iberische schiereiland is even nat als Normandië of Ierland. Een druilerig tochtgat aan de Atlantische Oceaan, zo ondervond ook Hugo Morael toen hij na een drie maanden durende voettocht aankwam in Santiago de Compostela. Het was een zondagmorgen in november, het regende en hij stond helemaal alleen op het grote plein voor de kathedraal van het bedevaartsoord. De enige die hem welkom heette, was een sjofele man die een foto van hem wilde nemen bij de kathedraal – met het toestel van Morael en voor één euro.

“Het was niet wat ik me bij mijn aankomst voorgesteld had”, grijnst Hugo Morael. “Maar het is een les die ik bedevaarders in spe op het hart druk: verlang niet te veel naar de aankomst, want die is sowieso een ontgoocheling. Zodra je er bent, is het voorbij. Je moet zoveel mogelijk genieten van de reis zelf en van wat je onderweg beleeft.”

Vreemde jongensdroom

Hugo Morael, oprichter van het reclamebureau Morael, is al van kindsbeen af gebiologeerd door Santiago de Compostela. Hoe het precies komt, weet hij niet meer. “Wellicht een leraar geschiedenis die er heel boeiend over kon vertellen in het college. Ik heb in ieder geval gezworen dat ik de tocht ooit in mijn leven zou ondernemen, zo sprak hij tot mijn verbeelding.” Het duurde tot 2002 voor Morael zijn jongensdroom ten uitvoer bracht. Hij was toen net met pensioen en had zijn dertigjarige zoon Hans verloren. “Als je drie maanden alleen bent, passeert de film van je leven. Dat kan heilzaam zijn. Ik heb ervan genoten. Ik heb van de gelegenheid gebruikgemaakt om in het reine te komen met een paar dingen. Dat geeft nieuwe energie. Een voettocht is natuurlijk iets middeleeuws: over een traject dat je met het vliegtuig in twee uur kan doen, doe je drie maanden. Dat is niet van deze tijd. Je moet dus al een speciale kronkel in je hersenen hebben om het te doen. Ik zou meteen opnieuw willen vertrekken, mocht mijn fysiek het toelaten. Maar helaas kan het voor mij niet meer.”

Overweldigende vrijheid

Het duurde een hele tijd voor Morael zijn jongensdroom realiseerde, maar daar is een goede reden voor. “Meer dan één, zelfs. Om te beginnen, moest ik drie maanden kunnen vrijmaken. Als je werkt, is dat allesbehalve evident. Ik wou me ook goed voorbereiden. 2200 kilometer stappen is zwaar. En ik wou het alleen doen. Ik keek ernaar uit, naar dat alleen zijn met de natuur en met de mensen die je onderweg ontmoet. Ik had wel een gsm bij, daar stond mijn vrouw op. 240 gram woog het toestel, met lader. Ik dacht meteen aan het gewicht, want elke gram telt als je drie maanden moet stappen, onder het klassieke motto ‘Alles wat je kan thuislaten, is mooi meegenomen’. Het vrijheidsgevoel was overweldigend. Een aangename verrassing, vond ik dat. Ik reserveerde nooit waar ik de volgende avond sliep. Dat was ook geen probleem, want er zijn genoeg chambres d’hôtes en refugios onderweg. Het is ook een aparte ervaring om te merken dat je heel makkelijk kan leven met het weinige dat je bij je hebt. Wat kleren, toiletgerief, een slaapzak, brood, wijn en kaas: meer heb je niet nodig. En er komt veel tijd vrij in je hoofd, want je hoeft alleen nog met die primaire dingen bezig te zijn.”

Ziel van Europa

Hugo Morael groeide naar eigen zeggen op in een zeer christelijk gezin, maar is geen praktiserende gelovige. Dat hoeft ook niet, zegt hij. “Je kan verschillende redenen hebben om de camino te doen. Als je aankomt in Santiago, kan je een blad invullen waarop je aangeeft wat je motivatie is geweest om de tocht te doen: religieus of sportief. De meeste pelgrims vullen de twee in, en ik heb dat ook gedaan. Ik ben opgegroeid in de jaren zestig van de vorige eeuw, maar ik was geen soixante-huitard. Ik heb mijn katholieke opvoeding nooit als een juk ervaren, zoals veel van mijn leeftijdsgenoten. Integendeel, ik ben er tevreden over. Bovendien: als je Europa wil begrijpen, kan je niet om het christendom heen. We zijn doordrongen van die waarden, ook al ben je geen gelovige. Goethe schreef: de ziel van Europa is ontstaan langs het netwerk van de wegen naar Santiago de Compostela.”

Met een shintopriesteres

Morael volgde de weg via Vezelay, in het noordoosten van Frankrijk, dwars door het zuiden van La France, de streek die hij het mooist vindt, tot in Puenta La Reina, waar alle routes samenkomen en verdergaan naar Santiago de Compostela.

“Frankrijk is voor mij landschappelijk veel interessanter dan Spanje. De kleine departementen, zoals de Creuse, zijn de mooiste. Al stappend krijg je ook een heel ander beeld van la France profonde. Soms heel mooi, maar soms ook heel arm en vuil. Ik heb ook erg genoten van de mensen onderweg. Ik ben eens aan de praat geraakt met een vrouw die me uitnodigde voor het diner. Het werd een gezellige boel, met artiesten uit de buurt erbij. Heel aangenaam en leerrijk. Dat soort ontmoetingen geeft de pelgrimstocht iets extra’s. Ik heb die vrouw daarna niet meer gezien of gehoord. Zo gaat dat. Je wegen kruisen elkaar even en je trekt weer verder. Ik heb tijdens mijn tocht ook twee weken samen met een Japanse shintopriesteres gestapt. Zij kende niets van het christendom, maar wou de tocht toch doen. Het was een ervaring om alles over het christendom uit te leggen aan een complete buitenstaander. Je ontmoet sowieso mensen van de meest uiteenlopende pluimage, van alle rangen en standen. Jaarlijks komen er meer dan 120 verschillende nationaliteiten aan in Santiago de Compostela.”

Gevaarlijk succes

Ondanks zijn enthousiasme en zijn voorzitterschap van het Vlaams Genootschap van Santiago de Compostela vindt Morael het niet zijn taak om andere mensen aan te zetten om de pelgrimstocht te ondernemen. “Zoiets kan je niet opdringen. Soms moet je mensen een duwtje in de rug geven, omdat ze twijfelen aan hun kunnen. Maar het moet uit jezelf komen. Bovendien is de bedevaart al meer dan populair genoeg. Het is zelfs een beetje een hype heb ik de indruk. Het gevaar bestaat dat de weg het slachtoffer wordt van zijn eigen succes. In The Lonely Planet, The Rough Guide en de Guide du Routard staat dat je in Noord-Spanje goedkoop kan leven langs de pelgrimsweg, en dus komen er van over de hele wereld jongeren op af. Ze maken veel plezier en beschouwen het als een vrolijke vakantie, maar dat strookt niet steeds met de manier waarop echte bedevaarders het willen doen. Er is ook een overaanbod aan boeken over de bedevaart. Het is zo’n overweldigende ervaring dat zowat iedereen zijn herinneringen in de vorm van een reisverslag te boek wil stellen. In het beste geval komt dan een goede verteller naar boven, maar daarom nog geen goede schrijver. Maar dat hoort nu eenmaal bij het succes ervan.”(T)

Door Dominique Soenens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content