Vol(t)atiele handel

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De Europese energiehandel leeft op onder impuls van de deregulering. Electrabel, Tractebel en Distrigas wagen zich op het risicovolle actieterrein van de energietraders. Om er geld aan te verdienen, jazeker. Maar toch komt winst deze keer niet op de eerste plaats…

Een telefoon in de linkerhand, de muis in de rechterhand, de blik gericht op verschillende computerschermen. Een tafereel uit de marktenzaal van een bank? Neen, want de traders volgen in dit geval ook het weerbericht op de voet. Een koude- of hittegolf, regen of droogte kan de markt immers flink door elkaar schudden. Er worden dan ook geen euro’s of aandelen verhandeld, geen graan of koffiebonen, maar wel elektriciteit en gas. Alleen de veel hogere volatiliteit onderscheidt de energiemarkt van andere grondstoffenmarkten. Voor de rest spelen de traders een gelijkaardig spelletje: ze trachten slimmer te zijn dan de markt of proberen tenminste marktgebreken te gelde te maken. Dat betekent bijvoorbeeld stroom kopen in Zwitserland om die een kwartiertje later duurder te verkopen in Spanje. Arbitreren – zo heet dat spel – kan ook tussen fuels: gas ingekocht voor elektriciteitsopwekking opnieuw verkopen en in de plaats elektriciteit elders aankopen als de prijzen voor deze strategie gunstiger zijn. De energietraders bedienen zich daarbij van een gelijkaardig instrumentarium als de financiële jongens: swaps, futures, calls, puts of andere afgeleide producten.

Waarom traden?

Zowel Tractebel, Electrabel als Distrigas hebben zich gestort op de tradingmarkt. Ze doen dat om er geld aan te verdienen, jazeker, maar het winstoogmerk komt niet op de eerste plaats. Neen, trading dient vooral ter ondersteuning van de andere acticiteiten, zegt de Belgische energiegroep. Trading laat immers toe betere prijzen te afficheren, nieuwe klanten en producten te ontdekken en het productiepark beter te beheren.

Het is een heel leerproces.

Tractebel tracht momenteel de stiel onder de knie te krijgen in de VS, waar de elektriciteitsmarkten al midden 1996 werden opengebroken. Honderden energiemarketeers, nutsbedrijven, zelfs banken vechten er nu om een energiemarkt voor de grootverbruikers van 300 miljard dollar. Onder hen ook Tractebel Energy Marketing Inc. ( TEMI), opgericht in 1997 naar een idee van Wim Heyselberghs, de huidige kersverse chief executive officer (CEO) van Tractebel-dochter Elektriciteit en Gas Internationaal ( EGI, zie ook blz. 24). Wim Heyselberghs: “Trading vormt de link tussen de productiecapaciteit en de klant.” TEMI verhandelt vanuit Houston nu al jaarlijks 50 miljoen Mw elektriciteit en 50 miljard kubieke meter gas. Daarmee is TEMI goed voor een toptienplaats onder de energietraders in de VS.

Jan Leys, de vice-president van EGI die de tradingactiviteiten van Tractebel operationeel opvolgt, ziet TEMI als “een lab om kennis op te doen rond controlesystemen en risicobeheer in de energiemarkt. Wie de risico’s van de rauwe grondstoffenmarkt van elektriciteit en gas beheerst, heeft een competitief voordeel. Risocobeheer laat toe de grondstoffen om te toveren tot producten die op maat zijn gemaakt voor de klant.” TEMI belooft een klant bijvoorbeeld elektriciteit in de toekomst te leveren tegen een vandaag afgesproken prijs. TEMI neemt dus tegen een gepaste vergoeding de energierisico’s over van de klant. Het is een stevige groeimarkt. Vandaag maken in de VS de weather derivatives opgang: producenten of consumenten kunnen zich via deze producten indekken tegen voor hen ongunstige weersomstandigheden.

De Europese tradingmarkt

Een ander oefenterrein vinden Tractebel en Electrabel in Scandinavië. Daar verhandelen ze samen al elektriciteit via een belang van 92,5% in Scandic Energy. Ze kunnen er zich voorbereiden op de Europese gedereguleerde markt. Jan Leys: “De energiemarkten van continentaal Europa volgen, enkele typische Europese markteigenschappen niet te na gesproken, die van de VS.” In afwachting van een breder, gezamenlijk tradinginitiatief voor de Europese markt wisselen Tractebel en Electrabel nu al tradingknowhow uit.

Electrabel zit

trouwens nu al met een team van veertig mensen in tradingoperaties. In Linkebeek is er voorlopig een marktenzaal en de nieuwe zaal is in aanbouw tegenover het Brusselse hoofdkwartier. Eric Bosman, hoofd van het energiemanagement van Electrabel: “Op het vlak van trading staan we in Europa het verst. Wel slinkt onze voorsprong snel. Het Duitse RWE nam half april een tradingzaal in gebruik, die het had overgekocht – traders inbegrepen – van Union des Banque Suisses ( UBS). Ook het Franse Electricité de France ( EdF) kocht zich een tradingroom bij elkaar. Door de toenemende concurrentie nemen de arbitragemarges snel af. De leercurve is momenteel geweldig.”

Twee jaar geleden nog deed Electrabel een goede zaak. Nederland kampte in die zomer met een stroomtekort. Electrabel spon er garen van door de Hollanders goedkope Zwisterse stroom te leveren tegen het tienvoudige van de inkoopprijs, al was dat toen meer een kwestie van netveiligheid dan van trading. Eric Bosman: “Ik had speciaal geen vakantie genomen vorige zomer. Toen gebeurde er natuurlijk niks.” Dat is geen man overboord voor Electrabel omwille van hetzelfde verhaal als bij TEMI. Trading heeft vooral een ondersteunende functie. Eric Bosman: “Trading is een uitstekende manier om de Europese markten te leren kennen. Door te traden, vinden we de beste prijzen voor de klant, wat helpt in de speurtocht naar buitenlandse klanten. De traders plaatsen daarbij, binnen bepaalde limieten, het eigen productiepark in concurrentie met de rest om de klant de beste prijzen aan te bieden. Ook eventuele arbitragewinsten worden doorgesluisd naar de klant.” Ook buitenlandse spelers trachten via trading voet aan de grond te krijgen op de Europese markt, al ligt een groot deel van de markt nog vast met langetermijncontracten. De Europese markt gaat trouwens ook gebukt onder een niet te onderschatten transportrisico. De verhandelde elektronen ook fysiek leveren, is nog lang geen evidentie. Eric Bosman: “Soms kan je niet leveren en moet je de beloofde elektriciteit lokaal duur inkopen.” Het strategisch gelegen Duitsland bijvoorbeeld aarzelt niet om hoge transporttarieven te hanteren. De Europese markt is daarom voorlopig een lappendeken van verschillende regionale markten.

Trading levert Electrabel (nog) niet de winsten op die bijvoorbeeld banken aan hun marktenzalen overhouden. Meer dan de omschrijving een marginale winstbijdrage wil Electrabel er niet over kwijt. De regel in trading is trouwens om geen cijfers te geven om de concurrentie niet de pap in de mond te geven: “Zelfs na de feiten kan een intelligente trader op basis van de winstcijfers je posites achterhalen,” zegt Jan Leys. In het halfjaarlijks verslag van Tractebel staat wel te lezen dat TEMI volgens Amerikaanse boekhoudnormen in de eerste helft van 1998 een winst van 500 miljoen frank haalde.

Risico’s

Maar ook een dag met verliezen is part of life voor wie aan trading doet. Zeker in de energiemarkten, die tot de meest volatiele markten behoren omdat heel wat componenten de energieprijzen sturen: het weer, de centrales, grondstofprijzen, transportmogelijkheden, het regelgevend kader… Zo was er vorige zomer door een samenloop van omstandigheden een acute schaarste aan elektriciteit in de VS. De prijs ging door het dak gedurende de meest acute schaarste-uren (een vermenigvuldiging met een factor 300). Wie dan onvoldoende was ingedekt, kreeg een peperdure rekening gepresenteerd. TEMI raakte zonder kleerscheuren door het avontuur.

Maar dreigen de risico’s

die de traders nemen niet boven het hoofd van de nutsbedrijven te groeien? Het gevaar dat spelers contracten niet kunnen honoreren omdat ze de volatiliteit onderschatten is niet ondenkbeeldig. In theorie kan een geval als Barings – de bank die over de kop ging nadat trader Nick Leeson te veel verkeerde posities had ingenomen – altijd. Jan Leys: “Geen enkel controlemechanisme is waterdicht. Wij trachten dat risico tot een minimum te beperken door de beste mensen aan te trekken en zeer rigoureuze procedures te hanteren. Bovendien staan bij TEMI achter elk van de twintig traders twee mensen die ze ondersteunen en controleren.”

Na de startfase, toen veel nieuwe spelers hun kans waagden, is de VS nu beland in een consolidatiefase. Heel wat spelers hebben hun buik vol van detradingrisico’s. Jeffrey Skilling, de chief operating officer (COO) van Enron, ziet alleen tradingtoekomst voor grote spelers omdat alleen zij de risico’s aankunnen. Skilling ziet in de VS op termijn drie tot vier enorm grote leveranciers in het grootverbruik overblijven. Europa zit nu in de fase van de nieuwe spelers: een aantal Amerikaanse spelers, Europese spelers als Tractebel of het Zweedse Vattenfall, de pure traders en marketeers. Jan Leys: “Wekelijks duiken er nu wel nieuwe gegadigden op.” Een eerste consolidatiegolf volgt ongetwijfeld over enkele jaren.

Inmiddels heeft TEMI in de VS een reputatie opgebouwd op het vlak van risicobeheer. Jan Leys: “We doen alleen zaken met kredietwaardige tegenpartijen om de risico’s te beperken. Ook aan puur speculatieve trading, te vinden bijvoorbeeld in de uurmarkten voor elektriciteit, bezondigen we ons niet.” Ook Electrabel waagt zich alleen op de Europese markten met voldoende liquiditeit. Eric Bosman: “Banken nemen ook geen posities in Haïtiaanse gourdes.”

De traders moeten zich wel niet bekommeren om de netveiligheid. Dat is een taak voor de netbeheerders van het Europese hoogspanningsnetwerk. Eric Bosman: “Een trader moet zuiver marktgericht denken. Aan een goedehuisvadermentaliteit heb je niks in de concurrentieslag om de klant met Enron of RWE.”

DAAN KILLEMAES

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content