Voetbal is gezond

Vier miljoen euro nettowinst, en een eigen vermogen van 37 miljoen euro. De clubs in de eerste voetbalklasse verkeren economisch in behoorlijke gezondheid. In tegenstelling tot die in de tweede klasse.

Met de wedstrijd Standard-Sint-Truiden van vrijdag 31 juli wordt het voetbalseizoen 2009-2010 op gang gefloten. Met verschillende nieuwigheden: kerstvoetbal, en een systeem van play-offs, waarbij de zes best gerangschikte ploegen na dertig speeldagen onder elkaar uitmaken wie kampioen wordt. Al is het nummer één aan het einde van de rit niet noodzakelijk de club die ook financieel het best scoort. Standard, dat in 2007-2008 zijn negende landstitel behaalde, sloot dat boekjaar af met een nettoverlies van 3,4 miljoen euro. Anderlecht boekte zelfs 3,8 miljoen euro verlies. Meer dan een accident de parcours hoeft dat niet te zijn voor de topclubs. In het cijfer van Anderlecht is namelijk de vroege Europese uitschakeling door het Wit-Russische BATE Borisov inbegrepen, en de Luikenaars mochten net na dat seizoen al 18,5 miljoen euro op hun bankrekening bijschrijven na de verkoop van middenvelder Marouane Fellaini aan het Engelse Everton. Club Brugge klokte operationeel af met winst, maar neemt met 1,2 miljoen euro de derde plaats in op de ranglijst van grootste verlieslijders, wegens de boekhoudkundige verwerking van het dramatische overlijden van spits François Sterchele.

Mooie cijfers

Al bij al staan de eersteklasseclubs er niet slecht voor. Het eigen vermogen dikte met 7 miljoen euro aan tot 37 miljoen euro, en de operationele winst steeg met 3 miljoen naar 7,8 miljoen euro. Al zijn er ook wel werkpunten. Zo ging de loonmassa met 22,7 procent omhoog, terwijl het aantal werknemers met slechts 4 procent steeg, tot in totaal 795 mensen. De schuldenberg steeg met een kleine 30 miljoen tot net geen 160 miljoen euro, en de gemiddelde schuldgraad (schulden op balanstotaal) per club ging omhoog van 78,1 naar 81,9 procent. Al deze cijfers komen uit de jaarrekeningen die de clubs bij de Nationale Bank indienden.

Europees doen we het daarmee verre van slecht. De Europese voetbalbond UEFA lichtte in zijn studie ‘The European Foot-balling Landscape’ onlangs meer dan 700 clubs door, waarvan 13 Belgische. Volgens het rapport zijn 32 van de 52 Europese voetbalcompetities verlieslatend. De Belgische Jupiler League is daar niet bij. Onze clubs boekten zo’n 2 procent winst op omzet, terwijl het Europese gemiddelde 2 procent verlies bedraagt. De Belgische ploegen spenderen zowat 49 procent van hun inkomen aan lonen, dat is 8 procent minder dan het gemiddelde in Europa. Voor de inkomsten per club handhaaft ons land zich in de subtop: dertiende. Al is het verschil met de grote vijf competities hemelsbreed geworden.

Volgens de Group d’Action Financière, een interlandelijke werkgroep die sinds 1989 strijdt tegen het witwassen van misdaadgeld en de financiering van het terrorisme, was de wereldwijde voetbalmarkt in 2007 goed voor liefst 13,8 miljard euro. Meer dan de helft van dat geld gaat om in amper vijf landen: Engeland, Spanje, Duitsland, Italië en Frankrijk. Een andere vergelijking: het budget van alle eersteklassers samen is vergelijkbaar met dat van Liverpool. De ploeg van de Merseyside staat met zijn 199 miljoen op de ranglijst van grootste clubs in Europa van het jaarlijkse Deloitte-rapport wel slechts negende, ruim achter koplopers Real Madrid (400 miljoen euro), Barcelona (380) en Manchester United (328). En, jammer maar helaas, volgens UEFA-topman Michel Platini is de correlatie tussen sportieve budgetten en prestaties maar liefst 83 procent.

Conclusie: de kans dat een Belgische ploeg ooit nog de Champions League wint, is zelfs nog miniemer dan de mogelijkheid dat Moeskroen volgend jaar de landstitel pakt. De Henegouwers zijn, met een negatief eigen vermogen van 6,2 miljoen euro, het zwakste broertje van de reeks. Ook Gent is in dat bedje ziek, maar wanneer je het eigen vermogen van de aan de voetbalclub verbonden vennootschap KAAG Management erbij optelt, dan staat de Oost-Vlaamse ploeg nog amper 130.000 euro onder de nulgrens. Charleroi blijft ook in het rood staan, maar als de Carolo’s in het seizoen 2008-2009 dezelfde inspanning hebben kunnen leveren als het seizoen daarvoor, zijn ook zij uit de zorgen.

Niet echt Exquis

Dat geldt niet voor Roeselare, dat zijn eigen vermogen in het rood zag gaan en weinig vooruitzicht op beterschap heeft. De West-Vlamingen mogen wel blij zijn dat ze alsnog de degradatie naar tweede klasse konden vermijden, want daar is armoe troef. Hoewel het sportieve niveau er de jongste jaren is op vooruitgegaan, verdient de Exqi League in economisch opzicht zelfs niet meer het klassieke predikaat ‘vagevuur’. Het is gewoon de hel.

Klaar voor een satanische rondleiding? Amper twee ploegen die dit seizoen in tweede spelen – Dender dat toen nog in eerste zat, en Eupen – boekten in 2007-2008 een operationele winst. Ook netto zijn er slechts twee die zwarte cijfers hanteren: opnieuw Eupen, en het toen nog in derde klasse vertoevende Standaard Wetteren. In het seizoen 2006-2007 waren dat er nog zes. Totaal operationeel verlies: 11,8 miljoen euro, tegenover 4,6 miljoen het seizoen daarvoor. Netto zijn de cijfers respectievelijk 8,9 en 1,7 miljoen euro, in het rood welteverstaan. Schuldenberg? Net geen 10 miljoen erbij, tot 41,1 miljoen euro. Gemiddelde schuldgraad: van 95,4 naar 110,5 procent.

Theoretisch gezien kan je het eigen vermogen omschrijven als wat er overblijft wanneer een vennootschap al haar bezittingen verkoopt en al haar schulden aflost. Voor tweede klasse is de uitkomst eenvoudig: niets. Het totale eigen vermogen ging er met 2,5 miljoen euro op achteruit tot een forse 11,9 miljoen euro onder nul. Amper vijf ploegen hebben een positief eigen vermogen: Oud-Heverlee Leuven, Waasland, Bergen, Dender en Antwerp. Maar als die laatste club haar rechtszaak tegen de voormalige geldschietersfamilie Collin verliest, gaat ook dat eigen vermogen in het rood.

Bij die helse cijfers hoort wel een kanttekening: de zwaarste problemen situeren zich bij enkele clubs. Vooral het via eigenaar Wadi Degla zwaar op Egyptisch geld terende Lierse spant daarbij de kroon, terwijl voor de verliescijfers naast de Pallieters ook Antwerp, Beveren en Brussels in het oog lopen.

Crisis boven

Eén zaak geldt wel voor alle ploegen, gezond of niet: het is crisis. Positief is dat daardoor een aantal kosten afnemen. Zo zijn er vrij veel werkloze voetballers, en milderen velen hun looneisen, waardoor de loonkosten dalen. Helaas is dat vooral een uitgesteld effect, omdat veel spelerscontracten langlopend zijn.

En dat terwijl de meeste inkomsten wél dadelijk onder druk komen, vooral dan de sponsoringinkomsten. Traditioneel bestaan er verschillende formules om bedrijven aan te trekken: verhuur van ruimte op reclameborden langs het plein, of op de shirts van de spelers, businessseats en loges. Rechtstreeks zijn die gemiddeld goed voor zowat een derde van het budget van een eersteklasser, maar via de spin-off naar de catering – foot lunch vooraf, receptie nadien – loopt dat soms op naar 40 à 45 procent. Het saldo komt dan van ticketverkoop en tv-rechten. Tegelijk bestaat er één groot verschil tussen een gewoon bedrijf en een voetbalclub. Alles staat of valt met de prestaties van elf mannen op een veld. Gevolg: ploegen met de sportieve wind in de zeilen, hebben het een pak makkelijker om hun budget sluitend te krijgen. Bij landskampioen Standard “hebben sommige bedrijven hun businessseats opgezegd, maar minder dan de vorige jaren”, weet algemeen directeur Pierre François.

Ook een club als Zulte-Waregem profiteert van de mooie sportieve prestaties van de jongste jaren. Licht commercieel manager Pieter-Jan Vanschamelhout toe: “Onze abonnementen gaan er met 10 tot 15 procent op vooruit, en de sponsoringinkomsten volgen die trend. Een aantal partners haakte af, maar met Enfinity en Renson trokken we twee groeibedrijven aan. Voor ons is de vraag eerder: zouden we zonder de crisis nog betere resultaten hebben behaald?”

In tweede klasse mikt nieuwkomer Standaard Wetteren op flink wat meer inkomsten. Trainer-manager Wim De Corte beseft dat het niet makkelijk is om aan sponsoring te raken, maar dat de club voor het eerst in haar geschiedenis in tweede speelt, spreekt zeker een aantal mensen aan.

Sportieve prestaties spelen dan weer minder een rol bij gevestigde waarden. “Ik heb de indruk dat topclubs sowieso iets minder last hebben”, meent Evarist Moonen, commercieel directeur van Club Brugge. “Een bedrijf dat bijvoorbeeld 50.000 euro besteedt aan ons, plus nog een volleybalclub, een culturele activiteit en Waregem Koerse, zal nu wellicht sneller die andere sport of het stukje cultuur laten vallen. Trek die lijn door: als je nu businessseats hebt bij een ploeg of vier in het hele land, dan ga je wellicht ook focussen op degene die je het snelst gevuld krijgt: die bij de topclubs.”

Moonen verwacht 5 procent meer commerciële inkomsten. “Foot lunches en businessseats gaan licht achteruit, maar reclame en hospitality doen het dan weer beter. Ik word er soms zelfs bijna ongemakkelijk van, om te moeten zeggen dat het bij ons wél goed gaat. ( lacht) Hoewel het de jongste jaren sportief wat minder ging, is ons stadion altijd goedgevuld, en dat spreekt de mensen nu eenmaal aan.”

Racing Genk verwacht te eindigen rond 96 tot 97,5 procent van het budget van vorig jaar. “De reclame is vrij stabiel, in de seats noteren we een daling met drie tot vier procent”, meldt commer-cieel directeur Erik Gerits. “De vraag naar de duurste plaatsen blijft het grootste. We hebben daar de afgelopen twee jaar ook ruim drie miljoen euro in geïnvesteerd.”

Bij de meeste ploegen valt wel te horen dat de inkomstenwerving stroever verloopt. Er moet creatiever worden ingespeeld op de vragen van de bedrijven. “Louter visibiliteit verkopen – een reclamebord – is een pak moeilijker”, stelt Patrick Orlans, commercieel directeur van Lokeren. “Je moet er iets aan toevoegen: netwerkingmogelijkheden, via businessseats of lunches.” Hij denkt dat er dit jaar toch nog enkele procenten groei in zit. “Vier op de vijf van onze klanten doen voort, 15 procent matigt zijn uitgaven, en zowat 5 procent stopt. Wij hadden geanticipeerd op de crisis, en ons verkoopteam nog uitgebreid. Mijn indruk is dat doorgaans de grote middenstanders en familiebedrijven, waar een club als de onze toch uit put, sneller geneigd zijn voort te doen, omdat zij het belang van die netwerking inzien. In multinationals gebeuren beslissingen over sponsoring soms toch vanop flink wat afstand.”

“Ik denk dat de meeste ploegen de crisis nu nog niet zo zwaar voelen”, meent Ivan De Witte, voorzitter van AA Gent en de Profliga. “Maar veel zal afhangen van hoe lang de moeilijke tijd blijft duren. Persoonlijk denk ik dat we een soort U-scenario meemaken: een val, een horizontale lijn en dan een langzame kruiptocht naar boven. Voor die horizontale fase, het dieptepunt zeg maar, hebben wij twee jaar ingecalculeerd, te beginnen vanaf pakweg september vorig jaar. Je merkt dat ook: er is heel weinig beweging op de transfermarkt. Ik denk dat je op dit moment als club best niet te onvoorzichtig bent.”

Daar sluit de algemeen directeur van Westerlo, Herman Wijnants, zich voluit bij aan. “Ik probeer altijd te zorgen dat we een spaarpotje hebben. Club Brugge moet ons nog twee schijven voor de verkoop van Nabil Dirar, AA Gent nog drie voor die van Stef Wils. We hebben ook nog een uitstaande belegging lopen, die ons rente oplevert. Mijn streefdoel is altijd ons in te dekken. Stel dat binnen twee jaar het tv-contract afloopt, dan wil ik zeker 70 tot 80 procent van het budget behouden. Want de crisis heeft zijn impact, dat moet je niet ontkennen. Ik denk dat we zowat 100.000 euro zijn verloren, 10 procent van ons budget, waarvan we de helft recupereren door nieuwe klanten en nog een kwart door meer businessseats.”

Liever lokaal

In tweede klasse hebben de ploegen het een pak moeilijker om de touwtjes aaneen te knopen. “Voor een deel is de crisis een echte reden, en voor een deel ook niet”, weet Paul Bistiaux, de algemeen secretaris van Antwerp. “Een aantal bedrijven maakt effectief minder omzet, moet personeel afdanken. Als de haven van Antwerpen 20 procent minder trafiek heeft, dan zijn er slachtoffers. Maar daartegenover staan ondernemingen die zelf weinig van de crisis merken, maar het wel uitspelen in de onderhandelingen. Daar kun je eigenlijk moeilijk mee discussiëren. Wij proberen de afhakers te compenseren, maar wellicht zullen de inkomsten iets lager liggen, ja.”

Bovendien zijn de vooruitzichten nog minder rooskleurig. Een dispuut tussen de Profliga (vereniging van eersteklasseclubs) en de Nationale Voetballiga (tweede klasse) leidde er vorig jaar toe dat er in plaats van 1,5 miljoen geen halve cent van het tv-contract met Belgacom naar tweede klasse vloeit. Netto komt dat voor een doorsneeclub neer op 80.000 tot 100.000 euro, toch snel 5 tot 10 procent van het budget van heel wat clubs. De tweedeklassers gingen in zee met HDTV-bedrijf Alfacam, en stampten de Exqi League uit de grond, maar voorlopig levert dat niet veel op. “Voor ons is de regionale zender ROB veel belangrijker dan Exqi”, weet Tienen-secretaris Paul Swartenbroek. “Sommige sponsors kennen Exqi niet eens.”

“Toch heb ik er het volste vertrouwen in dat dit uiteindelijk zal renderen”, verklaart Dirk Opsomer, persverantwoordelijk van Ronse. “Al hangen wij vooral af van regionale sponsors. Dat is ook ons voordeel in deze crisis: één of twee sponsors die wegvallen, kunnen wij compenseren, omdat die nooit zoals bij andere clubs 10 of meer procent uitmaken van ons budget.”

Dat overkwam Tienen vorig jaar wél, toen de hoofdsponsor opstapte. Swartenbroek. “We hebben toen ons budget met een vijfde ingekrompen. Momenteel voelen we de crisis niet zo, al lopen de betalingen iets minder snel binnen. Sinds twee seizoenen werken we ook voor sponsoring met contracten van drie of vijf jaar, wat maakt dat we er nu minder verliezen. Nu, voor de komst van deze voorzitter, Willy Schepers, was de sponsoring bij ons vrij miniem. Hij bracht een aanzienlijk netwerk mee, en dat deed een nieuwe wind waaien.”

De voorzitter-mecenas

Voor een voetbalploeg blijft het belang van een voorzitter met een goed netwerk niet te onderschatten. Al lijkt er wel een breuklijn te zijn tussen eerste en tweede klasse. Op enkele uitzonderingen na is in eerste klasse het tijdperk van de voorzitter-mecenas nagenoeg voorbij. Ivan De Witte herinnert zich in de begindagen wel eens kleine bedragen bijgepast te hebben, maar dat gebeurt nu niet meer. Bij Racing Genk moeten er geen leningen door privépersonen meer worden afbetaald, ook niet aan Jos Vaessen. Ook Lokeren is zelfbedruipend, vertelt Orlans. “Misschien dat voorzitter Roger Lam-brecht nog af en toe eens een berekend risico neemt, maar ons budget van 6,5 miljoen euro maken we zelf rond.” Terwijl velen vrezen voor het lot van ploegen als Moeskroen en Sint-Truiden indien respectievelijk Philippe Dufermont en Roland Duchatelet wegvallen.

In tweede klasse wordt van het gros van de voorzitters wel nog verwacht dat ze aan het einde van het seizoen de putjes vullen. Bij Tienen gaat het om enkele duizenden euro’s, die de beheerders bijpassen. “Ik heb nooit anders geweten dan dat Antwerp bestaan heeft bij gratie van vrienden van de club”, zegt Antwerp-secretaris Paul Bistiaux. “Niet alleen de voorzitter, ook andere mensen doen een duit in het zakje.”

Standaard Wetteren leefde vroeger bij gratie van de familie De Kerpel, maar het nieuwe bestuur dat op 1 januari aantrad, heeft de ambitie om die putjes niet meer te moeten dempen. Bij Ronse looft Opsomer de contacten die voorzitter Jean-Marie Vandendriessche, tevens CEO van bouwbedrijf Bocova, aanbrengt. “En toch ben ik ervan overtuigd dat hij graag zijn stoel zou afstaan aan iemand anders, en tegelijk zelf zijn inspanningen voortzetten als hoofdsponsor.”

Bij Luik verwacht secretaris Arthur Pinsart veel van de nieuwe investeerder, Louis de Valensart van Allinvest. “Hij is voor ons enorm belangrijk. Want we hebben geen eigen stadion. Vorig seizoen hebben we zowel in Verviers, Seraing als Eupen gespeeld, met elke keer de nodige verhuizing van sponsoringborden. Daarom besteden we de sponsoring dit jaar uit aan een gespecialiseerde privéfirma. Maar zonder een voorzitter die geld in de club steekt, zou het zeer moeilijk zijn.”

Door Luc Huysmans/Foto’s Belga

De Exqi League verdient in economisch opzicht zelfs niet meer het klassieke predikaat ‘vagevuur’. Het is gewoon de hel.

Het budget van alle eersteklassers samen is vergelijkbaar met dat van Liverpool.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content