Voetbal is geen gewone business

Voor tientallen miljoenen Europeanen is de passie voor voetbal een onderdeel van het dagelijks leven, of ze nu spelers zijn op het veld, toeschouwers in de tribune of televisiekijkers in de huiskamer. Volgende zomer zullen ze gretig toekijken als zestien landen in Zwitserland en Oostenrijk zullen meedoen aan de finaleronde van het Euro 2008-toernooi van de UEFA, dat zijn hoogtepunt zal beleven in de finale in Wenen op 29 juni.

In een tijd dat Europa zichzelf tracht te herdefiniëren en te verenigen, en een identiteit op te bouwen rond een gemeenschappelijk stel van waarden, is er niets dat meer tot die zoektocht bijdraagt dan de liefde voor onze sport doorheen het hele continent. Hoeveel kinderen hebben zich niet in hun gastland geworteld door voetbal te spelen, nog voor ze zich thuis gingen voelen op school? Honderdduizenden, schat ik.

De waarden die het voetbal in het vaandel voert, vormen een krachtige stimulans voor sociale integratie en burgerlijke opvoeding. Die waarden omvatten de principes van financiële solidariteit, openheid en opportuniteit. Dat zijn niet alleen de waarden van het Europees voetbal, maar van de Europese samenleving in haar geheel.

Maar het voetbal commercialiseert in toenemende mate en wordt vaak beschouwd als zomaar een andere ‘bedrijfstak’. Het is daarom des te fundamenteler dat we de speciale kenmerken die onze sport zo aantrekkelijk maken, niet uit het oog verliezen. Een spannende sportwedstrijd is niet mogelijk zonder een element van onzekerheid. Dat betekent dat precieze maatregelen genomen moeten worden om het concurrentieel evenwicht tussen de ploegen in stand te houden.

‘Normale’ bedrijven geven misschien de voorkeur aan voorspelbaarheid, maar sport gedijt op onzekerheid. In het voetbal is een voorspelbare match bijna altijd een saaie match. Het bestuursorgaan – de bewaarder van het spel – moet er dan ook voor zorgen dat voetbal niet saai wordt, dat het opwindend blijft.

Dat brengt ons bij de vraag hoe we de regels en reglementen van de sport moeten inpassen in de wet, meer bepaald de Europese concurrentiewetgeving. Het is bemoedigend dat zowel de UEFA als de Europese Commissie in grote lijnen dezelfde doelstellingen nastreven: een egaal speelveld, gelijke kansen en, vooral, de bescherming van de belangen van een publiek dat gevarieerde en spannende sportcompetities wil zien.

Wij zijn van oordeel dat de wet op een genuanceerde wijze toegepast moet worden en dat men rekening moet houden met de specificiteit van de sport. Evenwichtige maatregelen en regelgevende beleidslijnen zijn nodig om de kwaliteit van de concurrentie op te krikken en meer voordelen voort te brengen, zoals de verbetering van de training en opleiding van jonge spelers. Een naakte ‘vrijemarktoperatie’ zal die opdrachten niet realiseren, dus is het aan het bestuursorgaan om het te doen.

Het is haast ironisch dat de Europese economische wetgeving ingeroepen wordt om kritiek te leveren op het regelgevende beleid van de UEFA. Bijvoorbeeld: de centrale marketing van de tv-uitzendrechten (en de verdeling van de inkomsten) is erop gericht om de concurrentie aan te moedigen, niet om ze te beperken. Op dezelfde wijze vormen onze regels over de opleiding van lokale spelers en de beperking van de omvang van de ploegen geen onterechte verstoring van de economische vrijheid. Ze zijn er immers wel degelijk op gericht om de concurrentie aan te moedigen en en passant de opleiding van de spelers te verbeteren. Zijn we nu echt aan het suggereren dat het beleidsorgaan van het voetbal in Europa zich met dergelijke zaken niet moet bezighouden?

De UEFA wil de regels en de reglementen van de sport versterken om het voetbal te beschermen. We gaan onze sport niet overgeven aan een of andere puristische vrijemarktdynamiek die haar gewoon zal versmoren. Overigens zijn we optimistisch dat zowel de juridische als de politieke autoriteiten ons in onze taak zullen steunen, als ze exact inzien wat we trachten te bereiken.

We moeten de ethische waarden van de sport beschermen en versterken – waarden die staan voor fairplay, respect voor de scheidsrechter en de tegenstrever en eerlijke competities. We moeten het Europese sportmodel verdedigen dat stoelt op de financiële en sociale solidariteit tussen rijk en arm.

Voetbal is en blijft de populairste sport in Europa. De topprofs van vandaag worden elke week op de televisie gadegeslagen door miljoenen Europese burgers. Om het goede imago van de sport te bewaren, moeten we aan de top beginnen: we volgen bijvoorbeeld een nultolerantiebeleid ten opzichte van geweld en racisme, zowel op als naast het veld.

Terzelfder tijd moeten we ook de basis koesteren. Met ons HatTrickproject hebben we al bijgedragen tot de aanleg van meer dan 3000 miniterreinen en hebben we tussen 2004 en 2008 meer dan 300 miljoen euro geïnvesteerd in de bonden die bij ons lid zijn. Dat wordt bijna helemaal gefinancierd via de UEFA-competities, dus is het ook van vitaal belang om de toekomst daarvan te verzekeren.

We hebben geen behoefte aan het soort voetbal waarin geld alles kan kopen, succes inbegrepen. Laat de fascinatie van de sport zegevieren over de fascinatie voor het geld.

DE AUTEUR IS VOORZITTER VAN DE UEFA, DE EUROPESE VOETBALBOND.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content