Vliegen in het rood

Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Het concordaat van Constellation toont opnieuw de structurele zwakte van de Belgische chartermarkt. De gemiddelde schuldgraad in de sector klom in 1998 naar 127%, een enkeling vliegt met zwarte cijfers. Wie wordt het volgende slachtoffer? En brengen de sterke vleugels van de SAirGroup soelaas voor marktleider Sobelair?

Vrijdag drie december. In het vernieuwde hoofdkantoor van de NV Sobelair heeft Trends een gesprek met Monique Lebersorg, commercieel directeur van de charterdochter van Sabena. “De huidige prijzenslag op onze markt is niet houdbaar. De grote touroperators verdelen de markt, de chartermaatschappijen worden gebruikt als tool. Binnenkort vallen er slachtoffers.”

De maandag daarop is het zover: op sinterklaasdag vraagt die andere chartermaatschappij, de NV Constellation International Airlines, het concordaat aan. Het bedrijf stapelde sinds de start in 1995 de verliezen op, en is naarstig op zoek naar 200 miljoen frank.

Echt verrassend

is de stopzetting niet, want de gemiddelde schuldgraad in de luchtvaartsector steeg in 1998 naar 127%. De balans van Sobelair oogt binnen dat perspectief nog erg gezond, met een schuldgraad van 59%. Toch leed de charterdochter van Sabena in 1998 een nettoverlies van 192 miljoen frank. Het eerste halfjaar van 1999 schreef nog meer rode inkt, met een operationeel verlies van 147 miljoen frank. “En het tweede halfjaar zal er niet beter uitzien,” laat Monique Lebersorg verstaan. “België is een kleine en zeer gevoelige markt. De chartermaatschappijen vliegen allemaal naar dezelfde bestemmingen, er is een onevenwicht tussen vraag en aanbod.”

De chartersector vliegt dus op het tandvlees. Alle chartermaatschappijen zijn uiterst kwetsbaar, want weinige klanten zorgen voor de bulk van de omzet. Het risico lijkt op het eerste gezicht klein: eens de contracten zijn afgesloten, maakt het voor de chartermaatschappij immers niet uit of de zetels gevuld worden. Dat is de opdracht van de klant, die opdraait voor de kosten van de vlucht.

Maar vakantiemakers zorgen voor het gros van de inkomsten. En door de concentratie op de markt van de georganiseerde reizen, is de chartermarkt bikkelhard. De Duitse giganten NUR en TUI, en de Brit Airtours, hebben 80% van de markt in het segment van de georganiseerde reizen. Airtours, de moeder van Sunair, is bovendien volledig verticaal geïntegreerd, en doet voor driekwart van zijn passagiers een beroep op de eigen charterdochter Air Belgium.

Samen met Virgin Express verdeelt Sobelair (60%) de markt van de korte tot middellange afstanden. De langeafstandsmarkt wordt 50/50 gedeeld met City Bird. De goedkope maatschappij van Victor Hasson hoopt in 1999 voor de eerste keer, een jaar later dan verwacht, op een geringe winst. Twee klanten, de NUR-groep ( Neckermann, Pegase, Sunsnacks) en Nouvelles Frontières, maken 80% van de omzet. Ook Virgin Express is kwetsbaar: NUR zorgde in 1998 voor 66% van de inkomsten in het chartergebeuren. In 1999 klimt dit aandeel naar 90%. Bij Constellation was diezelfde NUR-groep in 1999 goed voor 60% van de 2,1 miljard frank omzet.

Ook voor Sobelair

was NUR tot in 1998 een erg belangrijke klant, want in dat jaar was de touroperator nog goed voor een derde van de omzet. Maar in september 1998 kwam aan die jarenlange samenwerking een einde. De cijfers van Sobelair doken in het rood door die aderlating. Al is daarvoor ook een andere reden te vinden: twee van de acht toestellen van de vloot bleven maandenlang aan de grond. De inschakeling van andere vliegtuigen in volle zomer en dus hoogseizoen dikten de kostenfactuur in 1998 met 200 miljoen frank aan.

Met Neckermann en Sunsnacks is de breuk sinds deze winter gedeeltelijk hersteld. Maar vooral die andere Duitse vakantiegigant, TUI, zorgt via de dochter Jetair voor 50% van de omzet. “Is dat ongezond?” weerlegt Monique Lebersorg. “De Belgische markt is nu eenmaal zeer sterk geconcentreerd. De relatie met Jetair is optimaal. We werken al meer dan twintig jaar samen.”

Andere vakantiemakers die met Sobelair vliegen, zijn Best Tours, Bosphorus, Club Med, Connections, Wasteels. Ook het Nederlandse Van der Valk werd in november 1998 binnengehaald. Wekelijks vliegen 270 Nederlanders via Zaventem naar de Nederlandse Antillen. Half december wordt daar door het grote succes een tweede vlucht aan toegevoegd.

Maar voorts hebben ze bij Sobelair weinig redenen om met oudejaarsavond flink door te zakken. In het voorjaar gooide de oorlog in Kosovo roet in het eten van de vakantiemakers, in de zomer zorgde de aardbeving en het Öcalan-oordeel voor een golf van annulaties naar Turkije. “Die annulaties betekenden voor ons een tiende minder omzet in juli en augustus,” rekent Monique Lebersorg. “Bovendien verzwaren de stijgende dollar en de hogere prijs van de kerosine de kosten met 100 miljoen frank. Je kan je wel indekken, maar nooit voor de volle honderd procent.”

De pret wordt aan de vooravond van de eeuwwende extra gedrukt door de overschatting van het millenniumfeest. Touroperators misrekenden zich danig in het uitgavenpatroon van de feestvarkens. De kranten staan bol van de last minute-aanbiedingen.

Slechts één marktsegment

brengt echt vreugde: de kleine, maar sterk groeiende niche van de ad hoc-vluchten. Dat zijn onder meer charters met zakenlui voor beurzen, supporters voor sportwedstrijden, events. “Die vluchten maken 4% van de omzet. De winstmarges liggen hoger, we optimaliseren de inzet van bemanning en vloot,” vindt Monique Lebersorg.

Maar soelaas zal vooral de SAirGroup brengen. De Zwitserse moedermaatschappij van Sobelair werkt aan een Europees verband van chartermaatschappijen, de European Leisure Group. Vijf carriers behoren tot de club: behalve Sobelair zijn dat de langeafstandscharters Air Europe en Balair/CTA, en het Duitse LTU International Airways en Italiaanse Volare Airlines voor de korte afstand. Het vijftal vervoerde in 1998 zo’n 10 miljoen passagiers in zestig toestellen naar 110 bestemmingen.

“Charters opereren niet langer louter nationaal, maar ook in Europees verband,” analyseert Monique Lebersorg. “De Belgische markt is veel te klein. Met European Leisure Group kunnen we de kostenstructuur beperken, door de gezamenlijke aankoop van vliegtuigen, het ontwikkelen van de informatica, door samen naar bestemmingen te vliegen. Alleen op die manier kunnen we voldoende kritische massa halen.”

Naar analogie met

het samenwerkingsverband voor lijnvluchten Qualiflyer, sleutelt SAirGroup dus ook aan een verbond van chartermaatschappijen. Concreet gaat Sobelair de verre afstanden afstemmen op de vijf partners. Een logische keuze door de te kleine Belgische markt. Ook de getrouwheidsprogramma’s van Qualiflyer kunnen bij European Leisure Group worden gebruikt. De zakenreiziger krijgt er meteen enkele vakantiebestemmingen bij. Bovendien wordt de vloot gestandaardiseerd: in het millenniumjaar ruilt Sobelair zijn twee Boeings 767-300 in voor een duo nieuwe exemplaren. In tegenstelling tot Sabena, opteert de charterdochter dus niet voor Airbus, omdat de Europese vliegtuigbouwer niet past in het stramien van de European Leisure Group.

“We willen met de European Leisure Group net zoals Airtours een normale schaalgrootte halen. We moeten opnieuw kunnen werken tegen normale prijzen,” start Monique Lebersorg alvast de reddingsoperatie van Sobelair. Probeer dat maar eens in de toeristische sector, waar de nettowinstmarge van de NUR-groep van 1% als een uitmuntende prestatie bij de grote jongens wordt beschouwd.

WOLFGANG RIEPL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content