Vladimir II
Eén zaak is zeker: Vladimir Poetin keert na de verkiezingen in maart als Russisch president terug naar het Kremlin en Dmitri Medvedev neemt opnieuw de taak van eerste minister op zich. De verkiezingen zelf hebben geen uitstaans met die jobrotatie. De beslissing is in besloten kring genomen en door Poetin aan het land kond gedaan op het partijcongres van de regerende partij Verenigd Rusland in september. De verkiezingen zullen dat enkel maar bevestigen.
Poetins terugkeer naar het Kremlin is geen verrassing, omdat hij eigenlijk nooit de macht uit handen gegeven heeft. De benoeming van Medvedev tot president was in 2008 een manier om een grondwettelijke regel te omzeilen die Poetin, die voor het eerst president werd in 2000, verplichtte na twee ambtstermijnen af te treden. Poetin heeft dat ook zo goed als toegegeven, zeggende dat de afspraak tussen hem en Medvedev al verschillende jaren geleden gemaakt werd.
Poetin is duidelijk van plan er nog eens twaalf jaar bij te doen, dankzij een wijziging van de grondwet die de presidentiële ambtstermijn verlengt tot zes jaar. De vraag is of het systeem dat hij in het leven geroepen heeft, en dat gebaseerd is op corruptie en consumptie, wel zo lang kan overleven. Zijn terugkeer is niet zozeer een voortzetting van het verleden, dan wel het begin van een nieuw hoofdstuk in de postsovjetgeschiedenis, die misschien wel eindigt met (in het beste geval) een crisis of (in het slechtste geval) de instorting van de staat.
Kapitaalvlucht
Laten we beginnen bij de economie. De kerncijfers zien er niet slecht uit. De Russische economie groeit in 2012 met 4 procent, de inflatie verzwakt en de werkloosheid is laag. Maar die cijfers geven niet weer welk gevoel van stagnatie en structurele zwakheid er in Rusland leeft. In de twaalf jaar dat Poetin aan de macht was, werden de economie en de begroting van Rusland almaar afhankelijker van de prijzen van olie en gas, die nu twee derde van de export uitmaken. Om de begroting in evenwicht te brengen en de beloften van voor de verkiezingen gestand te doen, heeft Rusland een olieprijs van 120 dollar per vat nodig. Zes jaar geleden balanceerde de begroting op een olieprijs van 50 dollar per vat.
De bestedingsboom was een van de belangrijkste redenen waarom Alexei Kudrin, Ruslands langst dienstdoende en meest competente minister van Financiën, ontslag nam, twee dagen nadat was aangekondigd dat Medvedev de volgende eerste minister zou worden. Kudrin, die verantwoordelijk was voor de massale afbouw van de Russische buitenlandse schuld en voor het afleiden van de inkomsten uit olie en gas naar een reservefonds dat Rusland door de financiële crisis van 2008 hielp, nam aanstoot aan de spilzieke plannen van Medvedev.
Rusland komt in 2012 niet in geldnood en ook niet het jaar daarna. Het beschikt over reserves van meer dan 500 miljard dollar en het kan gemakkelijk geld lenen. Maar dat lost het probleem van de verstikkende concurrentie niet op, noch het gebrek aan rechtsregels, dat de ontwikkeling stremt en mensen en geld uit het land verdrijft. De kapitaalvlucht houdt dan ook aan.
Het volgende verhaal
Heel wat waarnemers verwachten dat Poetin zich ontpopt als economisch hervormer. Hij heeft al opgeroepen tot begrotingsdiscipline en tegelijk gepleit voor meer uitgaven voor infrastructuur en defensie. De meest voor de hand liggende manier om groei te creëren, is echter open economische en politieke concurrentie toelaten, maar dat zou ingaan tegen de aard zelve van Poetins regime.
Poetin heeft dus een nieuw verhaal nodig om zijn presidentschap verkocht te krijgen aan een bevolking die zijn ‘stabilisatie’-slogan net zo beu is als de holle ‘modernisering’ van Medvedev. Het nieuwe thema wordt waarschijnlijk de integratie van Rusland met de oud-sovjetrepublieken. Poetin ziet voor zichzelf een historische rol weggelegd in het herstellen van de banden (en invloedssferen) die verbroken werden bij de instorting van de Sovjet-Unie. Hij beschouwt de douane-unie van Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan, die op 1 januari 2012 tot stand komt, als het uitgangspunt voor een Russische tegenpool van de groeibevorderende integratie van de EU. Rusland dringt er ook bij Oekraïne op aan om aan te sluiten en te verzaken aan een associatie- en vrijhandelsakkoord met de EU.
Het grootste verschil tussen de EU en het project van Poetin is echter dat de West-Europese landen democratieën waren en vrijwillig de unie aangingen. De voormalige sovjetrepublieken zijn corrupte autocratieën. Hun heersers zijn er zich ten volle van bewust dat de integratie met Rusland een behoorlijk verlies aan soevereiniteit en eigenheid met zich brengt. Een en ander zwengelt trouwens in Rusland ook het nationalisme aan, dat nu al op een gevaarlijk hoog peil staat.
De auteur is correspondent van The Economist in Moskou.
ARKADY OSTROVSKY
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier