VLAAMSE KAPITALISTEN ZONDER MACHT ?

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Sinds het aantreden van de huidige Vlaamse regering een half jaar geleden lijkt het debat over de verankering van het Vlaamse bedrijfsleven de teoretische faze voorbij. Eén van de spilfiguren die eerder opgelaten proefballonnetjes omzet in konkrete beleidsmaatregelen, is Herman Daems, kabinetschef van Eric Van Rompuy (CVP), minister van Ekonomie.

Daems, gewezen hoofd van de Master of Business Administration-opleiding van de KU-Leuven, schreef ook Buitenlandse invloed in België (Lannoo, 1993), een standaardwerk over de verankeringsproblematiek.

TRENDS. De Brusselse beurs deed het vrij goed in 1995. De aandelen van de Bel-20 schoten de hoogte in. Meer dan waarschijnlijk met voornamelijk kapitaal uit Vlaanderen, de sterkste regio in dit land. Werd deze financiële kracht omgezet in strategische beslissingsmacht ?

HERMAN DAEMS. Er is een onomkeerbaar proces bezig. Vlaams kapitaal wordt omgezet in reële macht, ook in eerder traditionalistische ondernemingen rond de Generale Maatschappij. Voorlopig gebeurt dit met de stille trom. Ik pleit ervoor dit zo te houden. We moeten geen macht eisen want eisen, betekent dat je er ooit een prijs voor zal betalen maar verwerven. De holdings beseffen zelf dat er geen weg terug is. Elke investors relations-verantwoordelijke die zijn job kent, zal er wel voor waken dat de Vlamingen zich niet afkeren van zijn beursgenoteerd bedrijf.

De nieuwe minister van Ekonomie lijkt minder interesse te hebben voor het debat over de verankering, dat door zijn voorganger Van den Brande op gang werd getrokken.

Dat is een onterechte konklusie. Persoonlijk meen ik dat Luc Van den Brande met het koncept verankering een belangrijke ekonomische richting heeft aangewezen. Ondernemend Vlaanderen beseft nu ook het belang voor de versterking en het behoud van strategische beslissingscentra op het bedrijfsniveau.

Wordt dit besef omgezet in konkrete initiatieven ?

Natuurlijk. Een mooi voorbeeld is de deelname zonder de balansen uit het oog te verliezen, uiteraard van privégroepen aan Telenet Vlaanderen. Ook de koördinatie van enkele privé-investeerders in de zogenaamde Ankerclub mag niet onderschat worden. Het feit dat Vlamingen op konkrete dossiers samenwerken om elkaar te versterken, was vijf jaar geleden zo goed als ondenkbaar.

Niet alleen Vlamingen erkennen het belang van de verankering. Een aantal Belgische groepen, die op een bepaald moment terecht zware kritiek kregen van opinieleiders, beseffen eindelijk dat ze bij het beheer van hun onderneming rekening moeten houden met de Vlaamse realiteit.

De diskussie over de verankering begint dus stilaan vruchten af te werpen. Ik merk trouwens dat er eindelijk een fundamenteel debat is ontstaan over de konkrete werking van onze financiële markten. Het besef ontstond dat er in België een schrijnend gebrek bestaat aan institutioneel kapitaal waarmee ondernemingen een lange-termijnstrategie kunnen uitbouwen.

Welke rol is terzake weggelegd voor de overheid ?

Hoogstens die van koördinerende coach. Ik hoor soms pleiten dat de overheid zich moet bezighouden met de verschaffing van bedrijfskapitaal. Dat is onzin. Er is in onze ekonomie, zeker wat middelgrote en grote ondernemingen betreft, géén schaarste aan kapitaal. Analyses schatten het jaarlijkse overschot aan likwiditeiten in ondernemingen op ruwweg 80 miljard frank. Er is dus geen tekort aan kapitaal, maar een tekort aan investeringen. Dé prioriteit van de Vlaamse overheid is Vlaanderen aantrekkelijk te maken zodat die kapitalen in beweging komen. De overheid kan het wantrouwen wegnemen dat nu bij potentiële investeerders bestaat door een stabiel, kompetitief ekonomisch kader aan te bieden. De loonkosten, bijvoorbeeld, vormen een ontzaglijk probleem.

Dit is voornamelijk een federale materie. Uiteindelijk hangt de kreatie van een gezonde makro-ekonomische omgeving, dus de begrotingssanering, af van de goodwill van de PS. Heeft de Vlaamse overheid wel greep op de makro-ekonomische omgeving ?

De voorbije maand is er een gigantische stap vooruit gezet. Het Vlaams Ekonomisch en Sociaal Comité (VESOC) ging er unaniem mee akkoord dat de Vlaamse overheid de loonkosten kan beperken. De federale regering moet een kader scheppen, waarbinnen de Vlaamse overheid fiskale stimulansen geeft aan ondernemingen die werkgelegenheid scheppen. Akkoord : het blijft een beperkte maatregel. Maar het is een enorme doorbraak in vakbondskringen, die tot nog toe een regionale diversifikatie voor loonlasten blokkeerden.

Aan welke andere projekten denkt u in 1996 ?

Op de eerste plaats maken we meer middelen vrij voor onderzoek en ontwikkeling. Voorts ondersteunen we het financiele draagvlak van de KMO’s, die in tegenstelling tot grote bedrijven op dat vlak wel problemen ondervinden. We werken aan een gunstregime voor successierechten. Te veel KMO’s komen in problemen bij de overgang naar een andere generatie. Verder wil de regering een Participatiefonds oprichten, dat een staatsgarantie zal verlenen aan een deel van het kapitaal dat investeerders in een KMO steken.

U mikt vooral op initiatieven die nieuw geld voor Vlaamse ondernemingen losmaken. Maar de bestaande financiële machtsstruktuur, waarin Vlamingen weinig aan bod komen, stelt u niet in vraag. Defaitisme ?

Onze strategie bestaat erin de koek groter te maken, veel meer dan te bekvechten over het feit dat we er een relatief klein stuk van krijgen. Onze ekonomie stagneert. Het is moeilijk om in zo’n situatie iets los te weken. We mogen niet al onze tijd en energie steken in het gehakketak over het Vlaamse aandeel in de ekonomie.

HANS BROCKMANS

HERMAN DAEMS (KABINETSCHEF VAN ERIC VAN ROMPUY) We mogen niet al onze tijd en energie steken in het gehakketak over het beperkte Vlaamse aandeel in de ekonomie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content