Vlaamse guerrilla

Eindelijk is er een financieel akkoord over de renovatie van het gebouw van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg. Maar daarmee zijn niet alle zorgen van de baan. Verre van. De KVS moet in het Franstalige Brussel een guerrilla-oorlog voeren voor geld.

De Vlaamse Gemeenschapscommissie zal 900 miljoen frank aandragen en de Stad Brussel 280 miljoen om het gebouw van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg ( KVS) te renoveren. Eindelijk, na zes jaar van beloften. Lente 2002 moet de vernieuwde theatertempel klaar zijn. In afwachting is de KVS verhuisd naar een optrekje in de oude bottelarij van de brouwerij Belle-Vue in Molenbeek.

Maar de KVS heeft meer dan immobiliaire problemen. De laatste jaren bleven de sponsors weg en de positie van het Vlaams theater in de voornamelijk Franstalige hoofdstad werd op de proef gesteld. “In het oude gebouw was het niet meer mogelijk om sponsors te vinden. Voor bedrijven is het niet aantrekkelijk om op een bouwvallige ruïne hun naam te kleven”, zegt Lieven Struye, zakelijk leider van de KVS. Het theater heeft momenteel slechts twee sponsors: Generale Bank en British Telecom. “Nieuwe sponsors hebben we niet, maar omdat we nu in een ex- Interbrew gebouw zitten, wagen we daar onze kans”, zegt Struye hoopvol. Op het programmaboekje prijken ook VUM, Roularta, De Morgen, Radio1 en TV Brussel. Met die mediabedrijven is er een ruilovereenkomst voor het regelmatig aankondigen van activiteiten.

Veel middelen komen er door sponsoring dan ook niet in het laatje. Bovendien is de verhuis een gewaagde zet; er komen immers heel wat veranderingen en beperkingen bij kijken. Het is bijvoorbeeld de reden waarom het gezelschap publiekstrekkers als Shakespeare en Molière inruilt voor minder gekende, hedendaagse schrijvers. Struye geeft toe dat dat gewaagd is, maar hij hoopt er de verjongingstrend mee door te kunnen zetten.

Communicerende vaten.

De KVS draait op een jaarbudget van een kleine 200 miljoen frank. “Dat lijkt veel, maar eigenlijk is het dat niet”, zegt Lieven Struye. “Met dat bedrag komen wij net rond. Als we wat tegenslag hebben, zitten we onmiddellijk in de rode cijfers.”

De staat voorziet de KVS van 150 miljoen frank toelagen. “Wij hebben een decretaal samengestelde enveloppe”, zegt Lieven Struye. Ruim 55 miljoen frank komt van de Vlaamse Gemeenschap, iets meer dan 40 miljoen van de Stad Brussel, 30 miljoen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, 20 miljoen van de Nationale Loterij. Daar komt nog eens 15 miljoen frank bij voor de specifieke Brusselse werking.

De KVS krijgt nu nog eens 15 miljoen frank extra ter gedeeltelijke financiering van haar tijdelijk onderkomen tijdens de verbouwingswerken. “Een peulschil in vergelijking met het volledige bedrag van die investering”, zegt Struye. “Gelukkig dat we op een eigenaar gevallen zijn die zelf een groot deel van de investering wil dragen. Het is de bedoeling dat deze ruimte ook na ons vertrek nog gaat dienen.”

Vijf miljoen frank komt uit sponsoring en 15 miljoen frank uit eigen inkomsten uit producties. De productiekosten voor een stuk lopen vaak op tot 10 miljoen frank. Dat is dan zonder de salarissen gerekend. De personeelskosten zelf liggen rond de 15 miljoen per productie. “Wij stellen hier meer dan zestig mensen te werk. 90% van al onze inkomsten gaan naar de uitbetaling van hen. Als je van de staat 1000 frank toelage krijgt, gaat er onmiddellijk 600 frank terug onder de vorm van RSZ, bedrijfsvoorheffing en BTW”, becommentarieert Struye. Een wat absurde situatie.

Moeilijke positie.

Een groot deel van de kosten van de KVS gaat naar promotie. Het probleem hier is dat er slechts weinig Nederlandstaligen in Brussel wonen. Ongeveer 65% van de toeschouwers komt uit de Brusselse rand. De kosten om hen te bereiken, lopen al snel op tot vijf à tien miljoen frank op jaarbasis.

Dat de KVS een Nederlandstalig theater is in een stad waar bijna iedereen Frans spreekt, heeft haar positie nog meer aan het wankelen gebracht. “Het is niet alleen de slechte staat van ons gebouw die ons parten speelt, het is ook de veranderde situatie van Nederlandstaligen in de stad Brussel”, klaagt Struye. “Het aantal Nederlandstaligen in Brussel stijgt niet zo enorm; het tegendeel is zelfs waar. Dat betekent niet alleen minder theaterliefhebbers in de hoofdstad en in de rand, maar ook een zo goed als niet bestaande interesse vanwege bedrijven voor sponsoring. Ook in politieke kringen rijst de vraag of een Vlaams theater in Brussel nog nodig is. Ze vragen zich af of Antwerpen, Brugge en Kortrijk niet belangrijker zijn.”

V.V.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content