“Vlaamse bedrijven riskeren grote contracten mis te lopen”

Agoria, de federatie van technologische industrie, wil geen verstrenging, maar een versoepeling van de wapenwet. Anders dreigen duizenden jobs verloren te gaan.

Vlaanderen voert geen wapens uit naar misdadige regimes”, zegt Wilson De Pril, directeur-generaal van de werkgeversorganisatie Agoria. “Onze bedrijven handelen binnen de krijtlijnen van de wet, die al stringenter is dan in andere landen.” Volgens de federatie van de technologische industrie zet een aanpassing van de wapenwet, zoals Spirit voorstelt, duizenden jobs in de sector op de helling. Uit een enquête van het Vlaamse Vredesinstituut blijkt dat de Vlaamse wapenuitvoer vorig jaar met 35 % steeg tot naar schatting 270 miljoen euro. Drie bedrijven – Barco, OIP Sensor Systems en EADS Defense & Security – nemen 90 % van de export voor hun rekening.

“Nonsens”, repliceert De Pril. “In Vlaanderen worden geen wapens gemaakt – tenzij je beeldschermen, vliegtuigonderdelen of zelfs verlichtingspalen als wapens beschouwt. De Vlaamse regering neemt een abnormaal strenge houding aan. Exportvergunningen worden slechts met mondjesmaat toegekend of zelfs geweigerd. Een deel van de stijging van het aantal vergunningen in 2006 is trouwens te wijten aan de blokkering van heel wat dossiers eind 2005. Intussen dreigen Vlaamse technologiebedrijven veel contracten mis te lopen. En dus wordt ook potentiële werkgelegenheid weggegooid.”

Onderaannemers

Vlaanderen heeft geen echte wapenindustrie. Wel telt onze regio 26 technologische bedrijven met grote exportmogelijkheden in beveiligings- en defensiemark- ten. Deze ondernemingen ontwikkelen technologie met zowel civiele als militaire toepassingen. Zij werken hoofdzakelijk als toeleveranciers in onderaanneming, voornamelijk gericht op de export.

“Een strengere wapenwet zal de uitvoer van producten, die ook voor defensietoepassingen gebruikt kunnen worden, nog meer bemoeilijken”, zegt Jean-Pierre Tanghe, woordvoerder van Barco. “Dit zou een aanslag zijn op de technologische knowhow, die Vlaanderen nodig heeft voor de verdere uitbouw van zijn toekomst.” Ook bedreigt deze maatregel de werkgelegenheid van de Vlaamse bedrijven, die nu al nadeel ondervinden van de huidige ‘catch all-clausule’. Deze bepaling laat toe zowat alle goederen in het raam van een militair project onder de wapenwet te plaatsen. De Pril: “Het leidt tot de absurde situatie dat wij nu ook verlichtingspalen als gevaarlijke tuigen beschouwen en er een vergunning voor moeten aanvragen. Dat bezorgt ons een internationaal concurrentienadeel.”

“Maar ik wil enkel de transparantie verhogen”, verdedigt parlementslid Jan Roegiers (Spirit) zijn plan om samen met de socialisten en de groenen een nieuw Vlaams wapendecreet uit te werken. “Vandaag geldt de federale wet, ondanks de regionale bevoegdheid. In deze maatregel ontbreken echter definities, zoals de eindgebruiker of het land van bestemming. Dat leidt tot meningsverschillen. Voormalige economieminister Fientje Moerman (Open Vld) hanteerde strenge richtlijnen en gaf de nodige uitleg aan het parlement. Haar opvolgster Patricia Ceysens (Open Vld) steekt de kop in het zand en laat betijen. Als parlementslid, dat de werking van de overheid moet controleren, wil ik de verschillende schakels in de ketting kennen.”

“Wij zijn niet tegen controle”, verduidelijkt De Pril. “Integendeel. De Vlaamse technologische industrie pleit voor een goed evenwicht tussen ethische overwegingen en sociaaleconomische belangen. Op dit vlak biedt de huidige wet voldoende waarborgen. Vlaanderen past deze maatregel trouwens rigoureuzer toe dan de buurlanden. De politieke stemmingmakerij is dus volledig misplaatst en brengt onze exportkansen in gevaar. Daarom vragen wij de overheid rechtszekerheid. Ondernemingen hebben nood aan een duidelijk kader waarbinnen zij hun activiteiten voluit kunnen ontplooien. Dit betekent duidelijke regelgeving met duidelijke criteria en een beperking van de administratieve lasten, inclusief de afhandeling binnen redelijke termijnen.”

Volgens de werkgeversorganisatie garandeert geen enkel controlesysteem de naam van de eindgebruiker. De Pril: “Er zijn altijd ontsnappingsmogelijkheden. Vaak is het onmogelijk te achterhalen wie de laatste eindgebruiker van een bepaald onderdeel is. Erger is dat deze bijkomende voorwaarden ook commerciële problemen kunnen stellen. Zo vragen eindgebruikers volledige confidentialiteit rond contracten, en mag deze informatie niet meegedeeld worden aan toeleveranciers van hoogtechnologische onderdelen. Vlaamse bedrijven riskeren dus grote contracten mis te lopen door nodeloos strenge formaliteiten.”

Daarom eist Agoria een level playing field met de Europese concurrenten. De Pril: “Wanneer een bevriend land uit de Europese Unie een internationaal invoercertificaat (IIC) aflevert, kan Vlaanderen toch geen bijkomende verplichtingen gaan opleggen? Als we een echte kennisregio willen zijn, moeten we resoluut voor innovatie kiezen. Daarbij is geen strikt onderscheid te maken tussen de ontwikkeling van puur civiele en zuiver militaire technologie. Heel wat specta- culaire vernieuwingen zijn van oorsprong militair, zoals gps en het internet. Steeds meer zien we bovendien dat de militaire markten technologie halen uit de civiele sector. Denk bijvoorbeeld aan de ‘gamingindustrie’. De bestaande regels rond de subsidiëring van dubbele toepassingen zijn veel te streng. De huidige richtlijn, die de overheidssteun voor onderzoek en ontwikkeling van producten met mogelijke veiligheids- of defensietoepassingen regelt, moet dringend worden herzien!” (T)

Door Eric Pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content