Vier topondernemers verbreken het stilzwijgen

Vandaag, precies één jaar geleden, ging het Ieperse spraaktechnologiebedrijf Lernout & Hauspie failliet. Vier Vlaamse topondernemers die zijdelings of via de spilholding actief waren in het dossier, verbreken hun stilzwijgen en trekken lessen voor de toekomst.

“Ik vind niet dat we fouten hebben gemaakt in de zaak- Lernout & Hauspie,” zegt Christian Dumolin, de topman van het bouwmaterialenbedrijf Koramic. “Tenzij de beslissing om in L&H te investeren een fout was.” Luc De Bruyckere, de topman van het vleesverwerkingsbedrijf Ter Beke, treedt hem bij. “Als ons geloof in deze Vlaamse hightech een fout is geweest, dan bevinden we ons in goed gezelschap. Want ook Microsoft, AT&T, Intel, de Gimv en half Vlaanderen hebben in dit dossier geïnvesteerd. L&H is het meest geaudite bedrijf van België geweest, maar we hebben te makkelijk geloofd dat we met die technologie een plaats op de wereldkaart konden veroveren.”

Volgens de Ter Beke-topman moet de oorzaak van het L&H-debacle niet gezocht worden op het vlak van deugdelijk bestuur. “Het probleem van L&H was geen corporate governance-probleem,” zegt hij. “De raad van bestuur was perfect en professioneel samengesteld, met onafhankelijke bestuurders en echte technologiekenners, en werd geadviseerd door de beste advocaten ter wereld. Het probleem van L&H was een controleprobleem. Dat kan zich situeren zowel op het gebied van de interne controle van de rekeningen als de externe doorlichting door de bedrijfsrevisor. Het is aan de rechter om uit te maken wie welke fouten heeft gemaakt, maar dat er aan die zijde niets is opgemerkt, daar staat mijn verstand bij stil.”

Allemaal hun geld kwijt

Op 30 augustus 1996 richtte L&H een nieuwe verankeringsholding op, met een maatschappelijk kapitaal van 54,54 miljoen euro. Zo’n 13% van dit kapitaal werd in cash aangereikt door het verzekeringsbedrijf Mercator (3,22 miljoen euro) en een groepje Vlaamse investeerders, waaronder Louis Verbeke (0,87 miljoen), Christian Dumolin (0,87 miljoen), Johan Van Tieghem (0,87 miljoen), Jean Van Marcke (0,62 miljoen), Luc De Bruyckere (0,43 miljoen), Peter Op de Beeck (0,25 miljoen) en Michel Sabbe (0,12 miljoen).

De motivatie van deze investeerders om in L&H Holding te stappen, dateerde van vroeger. In februari 1995 tekenden zij in op een obligatielening die op het moment van de beursgang van L&H – in december 1995 – automatisch werd omgezet in aandelen. Zes maanden later, in mei 1996, maakte het groepje die aandelen te gelde tegen 38 dollar per stuk. Dit bracht hen een nettomeerwaarde op van meer dan 170%. “We hebben de oorspronkelijke investering plus de meerwaarde opnieuw geïnvesteerd en spraken een standstill van vijf jaar af, tot in 2001,” aldus De Bruyckere. “In tegenstelling tot wat velen denken, hebben we onze aandelen dus niet laten uitbetalen en zijn we dat geld nu kwijt.”

Vier maanden eerder stapten de meeste leden van hetzelfde groepje investeerders ook in Utel Holding, die toen de helft van de aandelen in drie NDC-vennootschappen overnam. De NDC’s waren klant bij L&H en goed voor twee derde van de omzet van de Ieperse spraakspecialist in het eerste kwartaal van 1996. “De bedoeling van Utel was een nieuwe generatie van semafoons te produceren die de inzet van dure callcenters kon elimineren,” legt Luc Vansteenkiste uit, huidig VBO-voorzitter en topman van Recticel. Hij investeerde eveneens in Utel, maar had naar eigen zeggen nooit aandelen van L&H in bezit.

Onlangs kwam de Amerikaanse beurswaakhond SEC tot de conclusie dat de omzet van L&H ook al in de periode 1996-1997 op dubieuze gronden was gebaseerd. “Dat heeft me compleet verrast,” geeft Vansteenkiste toe. “Ik zie twee mogelijke verklaringen. Ofwel hebben we hier met actieve fraude te maken, ofwel is de interpretatie van de SEC gebaseerd op regels die de onderneming niet voldoende kende.”

Bekend was dat een aantal personen van het netwerk zich erg ver hebben gewaagd in het dossier: Louis Verbeke (die als advocaat en aandeelhouder L&H adviseerde), Ronald Everaert (die met Mercator investeerde in diverse vennootschappen rondom L&H) en Jean Van Marcke (die aandelen bezat in zowel FLV Management, de verkoper van Utel, als L&H). “Ik weet dat de drie personen waarover u spreekt, op een correcte manier hebben gehandeld,” zegt Dumolin. Ook Luc De Bruyckere twijfelt niet: “Ik ken Louis Verbeke al jaren. Toen de zaak ontplofte, heeft hij aan de Vlerick Leuven Gent Management School en het Instituut voor Bestuurders, waar hij voorzitter is, gevraagd of hij zijn mandaat moest neerleggen. Dat was geen eenvoudige afweging: ofwel trad hij af en kon hij de indruk wekken dat hij boter op het hoofd had. Ofwel bleef hij op post en kon hij iedereen recht in de ogen kijken. Louis koos voor de laatste optie.”

Ronald Everaert benadrukt dat hij pas in de raad van bestuur van L&H Holding is gestapt toen het debacle al was begonnen. “Na het bekend worden van de negatieve berichten heb ik mijn verantwoordelijkheid genomen door als bestuurder te eisen dat Philippe Bodson in alle vrijheid zijn raad van bestuur kon samenstellen.” Christian Dumolin vult aan: “En dan nog: zelfs een professionele bestuurder kan onmogelijk dingen ontdekken die het daglicht niet mogen zien.”

Het ergert Dumolin dat hun investeringen in L&H en Utel door sommigen worden beschouwd als een poging om te profiteren van stijgende beurskoersen. “Hadden de investeerders willen manipuleren, dan hadden ze wellicht beter aandelen van L&H gekocht voordat Utel werd opgericht en niet daarna,” aldus Vansteenkiste. Vorige week schreef Luc Delboo, supervision manager bij Euronext Brussels, in een vrije tribune in De Standaard dat een goede procureur een meer dan faire kans zou maken om de topondernemers die op diverse niveaus in de L&H-constructie actief waren veroordeeld te krijgen. “Dat is grof en totaal onjuist,” aldus De Bruyckere. “Waar haalt die man dat vandaan? Dit is Euronext onwaardig.” Ook Luc Vansteenkiste stelt zich vragen: “Ofwel weet Delboo zaken die mij niet bekend zijn, ofwel doet hij uitspraken die ik op basis van de huidige wetgeving in België niet zou durven doen.”

Geschonden vertrouwen

Als ondernemer trekt De Bruyckere twee grote lessen uit de hele L&H-affaire. “Ik wil niet pretentieus klinken, maar we hebben Jo Lernout en Pol Hauspie geloofwaardigheid verleend door in hen te geloven en hen ons vertrouwen te schenken. Ik stel vast dat dit niet voldoende was. Naast dit vertrouwen moet er ook een goede controlebasis zijn. Bovendien heb ik geleerd me niet meer te wagen in een totaal nieuw marktsegment waar elk referentiekader ontbreekt.”

VBO-voorzitter Vansteenkiste vat het als volgt samen: “Ik ben er diep van overtuigd dat de groei van een onderneming geleidelijk moet gebeuren, om ervoor te zorgen dat én de financiële middelen én de menselijke middelen de groei kunnen volgen. Daarom zeg ik tegen investeerders: beschouw managers niet als loonslaven in dienst van het kapitaal, verstik ze niet onder de absolute eisen van de kortetermijnrentabiliteit. En tegen de managers zeg ik: respecteer uw aandeelhouder, hij is geen onuitputtelijke geldmachine, hij heeft recht op degelijke en duidelijke informatie.”

Piet Depuydt [{ssquf}]

“Ik heb geleerd me niet meer te wagen in een totaal nieuw marktsegment waar elk referentiekader ontbreekt.”

(Luc De Bruyckere, Ter Beke)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content