Verhuis naar het Zekere Oosten

Het Aalsterse metaalbedrijf Culobel heeft eind vorig jaar een fabriek geopend in China, in het zog van zijn klanten. “Met onze massaproductie moesten we daar wel zitten”, zegt CEO Mark D’Haese. Culobel wil zijn westerse klanten op hun nieuwe markt bedienen en spreidt ook zijn risico tijdens de crisis.

De nieuwe fabriek in Suzhou is niet de eerste stap die Culobel in China doet. Het bedrijf beschikt er al enkele jaren over een aankoopbureau om de competitiviteit in Europa te versterken. Zijn slagkracht daalde omdat de concurrenten in China voordelig onderdelen aankochten. Culobel volgde, maar op zijn eigen manier.

“In plaats van met traders te werken, vond ik het om kwaliteitstechnische redenen beter een eigen aankoop-bureau te starten”, legt Mark D’Haese uit. “Zo leerden we de markt kennen en beseften we wat het macro-economische belang van de regio Zuidoost-Azië is. We zagen klanten de voorbije twintig jaar wegtrekken en daar kwamen we ze weer tegen. Met onze massaproductie moesten we daar zitten, maar de gelegenheid moest zich aandienen. Investeerders kan je niet tonen wat er nog niet is.”

Culobel deed de stap naar het Verre Oosten voor een grote klant uit de staalindustrie, maar het familiebedrijf richt zich in essentie op constructeurs uit de koeltechnische sector. In de nieuwe Chinese fabrieken lopen ook projecten voor klanten uit de verwarmings- en energiesector.

Dichter bij de klant

“Onze sterkte moet komen van de levering aan westerse klanten die ginds hun fabriek hebben”, verklaart D’Haese. “Die klanten zijn op zoek naar stabiele kwaliteit, willen het kopieerrisico beperken, hun eigen taal spreken en hun engineering elders in de wereld laten ondersteunen.”

Culobel beschikt sinds de eeuwwisseling over productiecapaciteit in Tsjechië (4500 m2) en benutte de mogelijkheid om een Tsjechisch project over te doen op de Chinese markt. “Dat was onze kans. We trokken naar Suzhou, een regio die rijk is aan potentiële klanten. We stelden zelfs vast dat vier vijfde van onze klanten binnen een straal van 100 kilometer over een eigen fabriek beschikt. In een aantal gevallen bevinden we ons dichter bij de klanten dan in België.”

Om een productiebedrijf op poten te zetten investeerde Culobel in een eerste fase 1 miljoen euro. Het huurde een hal van 2000 vierkante meter, waar het werk verschaft aan tien mensen. D’Haese wil snel hoger schakelen. “Naast deze hal bevindt zich nog een tweede met dezelfde oppervlakte en het terrein biedt nog ruimte voor een identieke derde hal. De bouwvergunningen zijn in orde en in zes maanden kunnen we doorgroeien naar 6000 vierkante meter. In de eerste hal brachten we bureaus, persen, las- en onderhoudsmachines onder. Dat waren onze eerste stapjes, nu willen we eerst de nodige cashflow genereren.”

Om snel te gaan moet het bedrijf afrekenen met de nodige scepsis op zijn nieuwe markt. Chinese kwaliteitsverantwoordelijken reageren behoudend op nieuwe actoren. “We moeten harder duwen dan in Europa en werken met vrij lange homologatieperiodes. Een plan uitwerken, modellen maken, feedback van de klant, enzovoort. Op een termijn van drie jaar wil ik in China 50 mensen werk verschaffen. Als ik zie hoe het in Tsjechië is geëvolueerd, dan moet dat mogelijk zijn.”

Risicospreiding

D’Haese geeft toe dat de nieuwe fabriek in China behalve een makkelijker bediening van eigen klanten op de Aziatische markt ook een stuk zekerheid meebrengt. “Het is een troef dat we op andere markten aanwezig zijn. Het kan helpen minder te lijden onder een Europese crisis. We hebben zekerheid ingebouwd en dat geeft me wat rust naar de toekomst toe.”

De voorbije jaren bewezen dat dat geen overbodige luxe is. Als toeleverancier ervaarde Culobel de nerveuze reacties van klanten, gevolgd door de afbouw van de voorraden en het afremmen van investeringen. “De grotere toestellen waarvoor we componenten maken, zoals airco’s, zijn investeringsmaterie en daar is de impact vertraagd. In Tsjechië werken we meer voor kleinere toestellen uit de huis-, tuin- en keukensfeer en daar voel je het crisiseffect in realtime.”

In 2008 boekte Culobel nog een kleine geconsolideerde omzetstijging van 31,1 naar 32,8 miljoen euro, maar in 2009 belandde de omzet in vrije val. “2008 was een jaar dat we nog heel mooi volgemaakt hebben, maar vanaf 1 januari 2009 ging het meteen neerwaarts”, zegt D’Haese. “Om de verliezen te beperken hebben we gebruikgemaakt van alle mogelijke middelen. We lieten ervaren mensen vertrekken en hanteerden tijdelijke werkloosheid voor de arbeiders en de bedienden die aan boord bleven.”

De geconsolideerde omzet halveerde bijna in 2009, het nettoresultaat dook in de rode cijfers, zij het miniem. In 2010 volgde het herstel en het afgelopen jaar kwam de kaap van 30 miljoen euro omzet weer in zicht. “Tijdens de eerste helft van 2011 was iedereen vrij optimistisch. Toen halfweg de rekeningen werden gemaakt, merkten we al dat een aantal klanten op de rem ging staan. Wat 2012 brengt? Tot voor enkele maanden wist ik dat dit jaar geen superjaar zou worden, maar verwachtte ik een eerder continue evolutie. Momenteel is dat veel minder duidelijk.”

Vanaf 2010 trok Culobel ook het personeelsbestand weer op tot het oude niveau, maar dat verliep niet zonder moeite. “In dat jaar hebben we veel mensen aangeworven, maar ingenieurs zijn moeilijk te vinden. Op dit moment hebben we een groep met jonge ingenieurs die we opleiden en willen laten evolueren. We hebben onderaan in de leeftijdscurve mensen bijgezet om te beschikken over voldoende potentieel, mensen die later de touwtjes in handen kunnen nemen.”

Toch is het jonge bloed niet alleen een troef, weet ook D’Haese. Om het leerproces met onder andere een Culobel Academy in goede banen te leiden, stuurt het bedrijf zijn zonen en dochters naar China of Tsjechië en schaaft het aan zijn bedrijfsprocessen. “Om alles beheersbaar te houden heb je de juiste structuren nodig in rapportering, aansturing, enzovoort. Het verschil tussen de patriarchaal geleide kmo waarin ik groot ben geworden en een globalere onderneming met veel jonge mensen is groot. Ons bedrijf is wereldwijd sterk gegroeid, waardoor we nu zeer hard aan de weg timmeren om onze organisatie in de positieve zin van het woord te herstructureren.”

Uit de ervaring in Tsjechië leerde Culobel al hoe het zijn productieactiviteiten complementair kan positioneren, maar de Chinese markt kan niet zomaar op die leest worden geschoeid. “De klant vindt het vaak interessant om voor een Chinees project ook in België een testvestiging te hebben”, legt D’Haese uit. “China beïnvloedt zo de activiteit hier. Een operatie in het buitenland werkt versterkend voor ons bedrijf in België en voor de werkgelegenheid.”

WOUTER TEMMERMAN, FOTOGRAFIE BENNY DE GROVE

“Een operatie in het buitenland werkt versterkend voor ons bedrijf in België en voor de werk-gelegenheid” Mark D’Haese, Culobel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content