VERGELIJKING VAN EUROPESE ZIEKENHUIZEN

In tegenstelling tot andere westerse landen is België nog niet overgegaan tot het commercialiseren van ziekenhuizen. Zo staat te lezen in een recent rapport van Ernst & Young (E&Y), dat Trends kon inkijken. Het Amerikaanse adviesbureau vergeleek de grootste ziekenhuizen in zeven Europese landen en de VS met elkaar. Daaruit blijkt de uitzonderlijke positie van de Belgische ziekenhuismarkt. In ons land bestaan er geen private of commerciële ziekenhuizen in de courante betekenis van het woord. De instellingen van religieuze ordes zijn weliswaar private non-profitziekenhuizen, maar mogen net zo min als de openbare winst nastreven. De ideeën van professionalisering die privéspelers in andere landen aanwenden om efficiënter te worden, komen ons land binnen via de door het Riziv gefinancierde ziekenhuizen, vindt coauteur en E&Y-partner Rosita Van Maele. “Maar,” zo geeft ze toe, “de fusiebewegingen van de laatste jaren, de nieuwe managementstructuren en de toegenomen autonomie zouden de voorbode kunnen worden van meer privatisering.”

De studie van E&Y spitst zich toe op grote en universitaire ziekenhuizen. De bedoeling van het rapport was om de huidige en toekomstige trends in de ziekenhuiswereld in kaart te brengen. In België nam het adviesbureau de maat van een tiental ziekenhuizen, verdeeld over Vlaanderen en Wallonië. Aan Vlaamse kant waren dat het AZ Groeninge in Kortrijk, het Ziekenhuis Oost-Limburg in Genk, het Onze-Lieve-Vrouwe-Ziekenhuis van Aalst en de universitaire ziekenhuizen van Antwerpen, Gent en Leuven.

HOGER REMGELD

De auteurs noteren als een belangrijke trend de stijgende kosten van de gezondheidszorg. De hogere ziekenhuisfactuur is voor een stuk te wijten aan demografie, maar ook aan de prijsstijgingen van de zorg zelf. Door de stijgende kosten is er in de meeste landen een trend tot privatisering van de gezondheidszorg. België doet dat niet en zoekt zijn heil in de verhoging van het remgeld. Maar eigenlijk is dat ook een vorm van privatisering. “Als de gebruikers verplicht worden zelf een (kleine) bijdrage te betalen, wordt verondersteld dat ze minder geneigd zullen zijn om onnodige behandelingen te ondergaan,” zo besluiten de rapporteurs. “De vraag rijst dan ook of men niet dient over te gaan tot het aanbieden van een basispakket aan gezondheidszorg, waarbij men zich voor meer gespecialiseerde diensten tot een private verzekering moet richten.”

Ter vergelijking: in de VS werd in 2003 al 56 % van de gezondheidsfactuur met privémiddelen gefinancierd, in Nederland en Zwitserland ligt dat percentage rond 40 %, terwijl de meeste andere landen tussen 15 en 30 % schommelen. In ons land komt zowat een kwart van de gezondheidsfactuur uit de eigen portemonnee van patiënten.

Een van de gevolgen van de huidige financieringsproblemen is dat er in verschillende landen meer private commerciële ziekenhuizen worden opgericht, waardoor overheden minder worden blootgesteld aan verliezen in de sector. Vooral in Duitsland zijn private ziekenhuisgroepen bezig met het overnemen en herstructureren van publieke hospitalen. Op die manier ontstaat er een dualiteit tussen commerciële en niet-commerciële ziekenhuizen. Dat zorgt voor uitdagingen in het gezondheidsbeleid. Ongelijke subsidies kunnen de eerlijke competitie immers verstoren. Bovendien bestaat de kans dat privéziekenhuizen de lekkerste krenten uit de pap kiezen en verlieslatende activiteiten overlaten aan de publieke ziekenhuizen. Een derde aspect waar de studie op ingaat, is de internationalisering van de zorg. Fusies en internationale samenwerking halen in andere sectoren de kostprijs naar omlaag. Ook in de gezondheidszorg? “Vooral internationale netwerken van ziekenhuizen vormen een nieuwe trend,” zo vindt Van Maele. Sommige Belgische ziekenhuisdirecteurs zien wel de voordelen van internationalisering en ketenvorming.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content