Verdienen aan vervuiling

CHRISTOPH GEBALD EN JAN WÜRZBACHER "Wat wij doen, is niet de enige oplossing voor het probleem."

In mei lanceerde Climeworks een industrieel proces waarmee het claimt als eerste ter wereld uit de lucht gefilterde CO2 commercieel te kunnen exploiteren. Tegen 2025 wil het 300 miljoen ton CO2 uit de lucht halen.

Oerlikon, een buitenwijk van Zurich. Ooit stond het voorstadje bekend om zijn zware industrie. Nu worden oude fabriekshallen hergebruikt en geflankeerd door moderne kantoren. Op het terrein van Rheinmetall Air Defence hangt een groot bord: Climeworks, Capturing Co2 from Air. Hier is een van de meest succesvolle start-ups van Zwitserland gevestigd.

Op de plek waar in de Tweede Wereldoorlog wapentuig voor de Duitsers én de geallieerden werd gefabriceerd, staan nu luchtfilters in aanbouw. Het aantal vierkante meters dat wordt gehuurd, wordt aangepast aan het opdrachtvolume. Eén technicus werkt aan één turbine. Verderop staat nog een tweede. Nog maar negen turbinewanden zijn verkocht, bestaande uit een of meerdere ventilatoren.

Christoph Gebald (34) en Jan Würzbacher (34), twee gepromoveerde Duitse ingenieurs, hebben zich tot doel gesteld tegen 2025 1 procent van alle CO2-uitstoot ter wereld uit de atmosfeer te filteren. Om dat doel te halen, moet nog heel wat ontwikkeld worden.

Het kapitaal van de firma zit dan ook boven. Op de hoogste verdieping zijn veertig jonge wetenschappers aan het werk. Er moeten snel nieuwe toepassingen worden gevonden voor Climeworks’ technologie. En extra geld. Christoph Gebald is voortdurend onderweg om investeerders te vinden. Het gaat om tientallen miljoenen dollars. De nieuwe financieringsronde moet tegen het voorjaar van 2018 rond zijn.

De start-up, die nog zeer afhankelijk is van zijn investeerders, richt zich op drie marktsegmenten. De eerste betalende klant is een groenteteler met een kas van 40.000 vierkante meter. Daarnaast gebruiken frisdrankproducenten CO2 voor hun bubbels, terwijl kooldioxine ook een grondstof is voor duurzame plastics, biokerosine en biodiesel. De meest veelbelovende markt is de carbonverwijderingsindustrie, waarin Climeworks net baanbrekende samenwerkingen heeft aangekondigd.

Onmisbaar

Marketingmanager Valentin Gutknecht neemt een groep buitenlandse journalisten mee naar de eerste Climeworks-installatie die in bedrijf is, zo’n 40 kilometer buiten Zürich. Op het dak van een vuilverbrandingsinstallatie staan de eerste turbines die CO2 leveren aan de groenteteler ernaast. Met achttien turbines is dit de eerste volwaardige industriële installatie op dit gebied, zegt Gutknecht. De concurrentie – een enkele start-up in de Verenigde Staten – zit nog in de ontwikkelingsfase.

De oprichters ontmoetten elkaar op de eerste dag van hun studie machinebouw aan de ETH Zurich. Ze besloten later samen een firma op te richten. Welk product ze zouden maken, zouden ze later wel zien. Dat was 2007.

Al vrij snel ontdekte het duo de potentie van het procedé waarmee ze Climeworks zouden oprichten. Het was in de tijd dat het neutraliseren van schadelijke CO2-uitstoot als een lapmiddel werd gezien in de wereldwijde reductie van broeikasgassen. Alsof het primaire doel, duurzame productieprocessen zonder uitstoot, daarmee naar de achtergrond werd geschoven. Intussen is de methode allang erkend als onmisbaar als we de doelen van het klimaatakkoord van Parijs willen halen.

ETH-professor Aldo Steinfeld, de promotor van de twee, gaf hun vrij spel. In zijn laboratorium werkten de twee aan het filterproces. Toen Climeworks in 2009 van start ging, dachten ze aan het filteren van CO2 om de uitstootcyclus rond te maken. Gutknecht: “Je haalt CO2 uit de lucht, converteert dat in een synthetische brandstof waarop een auto loopt, en compenseert wat aan CO2 uit de uitlaat komt door dezelfde hoeveelheid uit de lucht te filteren. Zo ben je uiteindelijk CO2-neutraal.”

Climeworks paste dat procedé toe in een samenwerkingsverband met Audi. Het project bleef kleinschalig. Het Noorse bedrijf Nordic Blue Crude ontwikkelt dat procedé op grotere schaal. Climeworks werkt met ze samen.

20 procent meer tomaten

De vuilverbranding in Hinwil komt in zicht. Vuilniswagens rijden af en aan. Ze dumpen hun vracht in een gigantische schacht, die de hitte zal leveren voor de achttien Climeworks-turbines op het dak van de centrale.

Daar staan de filters in drie rijen van zes opgestapeld. Ze zijn continu in bedrijf en worden vanop afstand in het hoofdkantoor van Climeworks bewaakt. De ventilatoren zuigen lucht op. Zijn ze vol, dan gaan ze dicht en wordt de CO2 door verhitting tot 100 graden uit de opgenomen lucht gefilterd.

De CO2 wordt in een grote rubberen ballon verzameld, voordat ze in vloeibare vorm in een ondergrondse pijplijn naar de 40 are grote broeikas wordt geleid, een paar honderd meter verderop. In de kassen hangen tussen de rijen tomaten en komkommers dunne rubberen slangen, die CO2 ‘sproeien’. Het proces is onzichtbaar en geurloos. Voor de tuinder betekent het een meeropbrengst van zo’n 20 procent per jaar.

De CO2 die hier de kassen invloeit, is nog te duur. Een subsidie van het Zwitserse ministerie van Milieu maakt levering tegen marktprijs mogelijk. Over de marktprijs blijft Gutknecht vaag. Hij houdt het erop dat die in Europa tussen 150 en 250 dollar moet liggen. De echte kosten van de productie (600 dollar per ton) moeten dus nog aanzienlijk omlaag. Uiteindelijk wil Climeworks uitkomen op 100 dollar per ton tegen 2050.

Miniem en tegelijk gigantisch

Wat als de uitstoot van fossiele brandstoffen zodanig vermindert dat CO2-reductie uit de lucht niet meer nodig is? “Als al die geconcentreerde CO2-uitstoot uit schoorstenen tot het verleden behoort, zal onze technologie des te belangrijker worden als CO2-bron. Je hebt het nodig als grondstof voor plastics en brandstoffen. Neem de luchtvaart. Vliegen op elektriciteit is de komende dertig tot veertig jaar nog geen optie. Daar kan de technologie van CO2-filtering uit de lucht nog lang voor een duurzame, CO2-houdende brandstof zorgen.

Enige scepsis blijft. 1 procent reductie, alleen door Climeworks’ projecten, en dat moet over acht jaar bereikt zijn? “Wat wij doen, is niet de enige oplossing voor het probleem. Je moet ook aan wind- en zonne-energie werken, in elektrische auto’s rijden en in geïsoleerde huizen wonen. Maar 1 procent is tegelijk ook gigantisch: 300 miljoen ton, dat is net zoveel CO2 als Shell per jaar uitstoot wereldwijd. Als je in 2050 1,5 tot 2 procent uitstootreductie wil halen, moet je in 2025 die 1 procent bereikt hebben. We hebben geen keus.”

Renske Hedema in Zurich

“Als je in 2050 1,5 tot 2 procent uitstootreductie wil halen, moet je in 2025 die 1 procent bereikt hebben. We hebben geen keus”- Valentin Gutknecht

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content