Vechten tegen de verkeerde vijand

De antiglobalisten maken van de straat hun strijdtoneel. Deze herfst is België het geografische brandpunt van hun acties. Hoe is hun protestplatform gestructureerd en wie stuurt de beweging? Ze vinden als wereldverbeteraars steeds meer gehoor. Maar in hoeverre dreigen de dramatische gebeurtenissen in de VS hen te marginaliseren tot zonderlinge relschoppers?

De cijfers lijken de Amerikanen overigens gelijk te geven. Uit statistieken van de Wereldbank blijkt dat dankzij de liberalisering het bruto binnenlands product (BBP) per inwoner tussen 1990 en 1999 wereldwijd steeg, uitgezonderd in Sub-Saharaans Afrika (zie tabel 1: Stijging van de welvaart). De regimes in deze regio verwerpen de vrije markt, waardoor ze blijven achteruitboeren. Professor Berlage: “Internationale handel bevordert de welvaart. Want zo produceer je meer goederen tegen een goedkopere prijs, waardoor het BBP van de landen toeneemt. Hier wordt iedereen _ ook de individuele burger _ beter van.”

Als dit zo is, waar kwam dan het massale verzet in Genua vandaan? En waarom staan er dan deze herfst in België talrijke manifestaties op het programma? Jan Dumolyn van Attac, sleutelfiguur achter de recente betoging in Brugge, marxist én assistent Middeleeuwse Geschiedenis aan de Universiteit Gent kent het antwoord: “Het tij is gekeerd. Het gouden kalf van het neoliberalisme is fictie. De scheiding der machten bestaat niet meer. Vandaag controleren niet de parlementen, maar de internationale instellingen en multinationale ondernemingen de politieke besluitvorming. Wij pleiten voor een democratisch en sociaal Europa. Steeds meer mensen sluiten zich bij onze beweging aan. Zelfs de traditionele politieke partijen scharen zich achter onze eisen.”

Brandpunt België

De eerste confrontatie tussen de Belgische ordediensten en de zogenaamde antiglobalisten verliep alvast rimpelloos. Op het Manifeest van 6 september in Brugge waren er geen gesneuvelde ruiten, geen uitgebrande auto’s en geen gewonden of doden zoals bij de G8-top in Genua. Zelfs de middenstand was er gerust in. Eén enkele winkelier had zijn etalagehekken neergelaten.

Circa 1500 betogers tegen 500 getrainde politiemannen en twee helikopters. Was dit maar een opwarmertje voor het Beleg van Laken op 14 december? “Neen, hiermee is bewezen dat de beweging in België in staat is om geweldloos te protesteren,” zegt Arne Baillière, voorzitter van de Brugse ABVV-jongeren en gemeenteraadslid voor de Kommunistische Partij ( KP) in Oostende. Hij noemt de gesprekken met de ordedientsen constructief. Concreet betekent dat: het waterkanon bleef uit het zicht en stewards kregen de gelegenheid om oververhitte manifestanten tijdig in te tomen.

België blijft voorlopig dus een braaf land. Maar hoe lang nog? Als voorzitter van de Europese Unie is ons koninkrijk deze herfst het brandpunt van de antiglobaliseringsbeweging. Daar kunnen heel wat buitenlandse onruststokers op afkomen. De betogingen in Brugge (6 september), Leuven (14 september), Luik (21 september) en Gent (19 oktober) zijn maar de prelude voor de manifestaties in Brussel op 13 en 14 december, wanneer de Europese ministerraad in Laken samenkomt.

Bovendien staan de Belgische antiglobalisten nog maar in hun kinderschoenen. Hun eerste actie in Brugge straalde nog sympathiek amateurisme uit. Ondanks de aanwezigheid van Zwitserse, Spaanse, Deense en Italiaanse televisie _ naast Franse en Nederlandse persbureaus _ verliep de persconferentie vooraf bijna integraal in het Nederlands, of sterker nog: in het Brugs.

Ironisch detail: om de dorst te lessen, kreeg de persmeute een flesje cola, hét symbool van de Amerikaanse eenheidsworst waartegen de meeste antiglobalisten zo fel tekeergaan. Een kwartier voor de officiële zitting was nog niemand in het lokaal aanwezig. Vijf minuten voor de start kwam de eerste medewerker binnen, die wegwijzers op de voordeur en de lift begon te plakken. De T-shirts van Attac _ een van de hoofdorganisatoren van de betoging _ waren nog niet klaar. De avond daarvoor hadden enkele verenigingen in het jongerenpand Zandberg in Assebroek nog in allerijl wat spandoeken geschilderd.

Dankzij de hulp van de socialistische vakbeweging ABVV, en het gratis optreden van Vuile Mong en zijn Vieze Gasten heeft het hele Manifeest in Brugge amper 1500 euro (60.000 frank) gekost, gefinancierd door bijdragen van de deelnemende organisaties.

Allesbehalve eensgezind

Aan de Brugse Eiermarkt staarden nieuwsgierige omstaanders naar die zonderlingen met hun rode en zwarte vlaggen. Maar zijn de 1500 radicalen die opstapten wel zo zonderling? Vanuit “globaal” perspectief is het duidelijk dat de antimondialiseringsbeweging groeit. Ruim 40.000 manifestanten in Gotenburg en 150.000 in Genua.

En vooral: sinds de val van de Muur is de alleenheerschappij van het kapitalisme nooit meer zo massaal gecontesteerd. Het minste wat iemand kan zeggen, is dat een coalitie van sociale bewegingen, milieugroepen en radicaal linkse partijen hun tegenstem laten horen. Dit valt niet in dovemansoren bij premier Guy Verhofstadt ( VLD). Hij werkt aan een open brief aan de antiglobalisten, die volgens hem wel de juiste vragen stellen maar niet de juiste antwoorden geven.

De coalitie van zogenaamde antiglobalisten is een kleurrijk pallet van diverse actievoerders die zich gebonden weten door één gemeenschappelijke drijfveer. Ze pikken het niet dat het economisch belang vandaag boven het algemeen belang staat _ zo vat Marc Maes, stafmedewerker van 11.11.11, het samen. De ontwikkelingsorganisatie blijkt voor de inhoudelijke invulling van het antimondialisme in België bepalend. “Het merendeel van de betogers is niet tegen globalisering of internationale handelsafspraken,” benadrukt hij. “We zijn wel tegen de eenzijdige invulling die vooral de rijke industrielanden ten goede komt. Zelf zien de meeste actievoerders zich als democratische globalisten.”

Zoeken naar een manifest

Voor iedere manifestatie wordt een afzonderlijke platformtekst opgesteld, maar een gemeenschappelijk manifest is er nog niet. In het Brugse Astridpark gaf Eric Goeman van Attac Vlaanderen alvast het voorbeeld in onvervalste revolutionaire retoriek. “Wij stellen niet alleen de juiste vragen, zoals premier Verhofstadt ook toegeeft, maar geven ook pertinente oplossingen.” De uitgever van de voormalige stadskrant Metro, medeorganisator van de Gentse Feesten en coauteur van het boek over Johan De Mol ( Vlaams Blok), de ex-politiecommisaris van Schaarbeek, verwijst daarmee naar de platformtekst die de 32 deelnemende organisaties aan de betoging in Brugge ondertekenden. Daarin vragen de antiglobalisten:

Maar niet iedereen die opstapte, was het volledig met deze eisenbundel eens. Het ABVV steunde actief het Manifeest in Brugge, maar het ACV en Internationaal Verzet ondertekenden niet.

Interne tegenstellingen waren er niet alleen in Brugge. Zegt Manuel Chiquero, de lokale coördinator van de Partij van de Arbeid ( PVDA) in Leuven: “Binnen D14 ( nvdr – het organisatiecomité van de manifestaties in Brussel, Leuven en Gent) werken we goed samen. Iedereen die zich gedeeltelijk akkoord kan verklaren met de platformtekst van D14 is welkom.”

Het gebrek aan een leidersfiguur

De opkomst van Brugge lag wel hoger dan verwacht, maar de manifestanten waren van divers pluimage. Naast rode, groene en zwarte vlaggen viel _ uiteraard _ een reuzengrote afbeelding van Che Guevara op: de held van de PVDA. Een eenzame royalist met Belgische driekleur stapte dapper mee: “Mijn grootvader vocht aan de IJzer, mijn vader heeft heel zijn leven voor de staat gewerkt en nu wil Europa onze eigen volkscultuur afschaffen en vervangen door uniforme eenheidsworst. Daar bedank ik feestelijk voor.”

Door die diverse samenstelling heeft de beweging momenteel geen leider of organisatie die de touwtjes in handen heeft. De symboolwaarde van Attac en Indymedia is duidelijk het grootst. Maar de Belgische situatie verschilt bijvoorbeeld toch van de Franse. Attac telt in ons land 1000 leden, tegenover 50.000 bij onze zuiderburen. Bij ons kan de organisatie, die zich hoofdzakelijk rond de Tobin-taks profileert, niet de leiding claimen en lijkt ze intern verdeeld. Inhoudelijk zijn het vooral de ontwikkelingsorganisaties _ verenigd onder de koepel van 11.11.11 _ die het meest in de pap te brokken hebben.

Wel krijgt Attac overal mensen rond de tafel die elkaar vroeger het licht in de ogen niet gunden. De hele beweging is ook ondenkbaar zonder Indymedia, het paradepaardje van Han Soete, docent webdesign aan de Katholieke Hogeschool De Ham en ook al actief in de veldslag van Seattle. Via de website van Indymedia houden de activisten contact en maken hun eigen nieuws.

De koepel 11.11.11 speelt dan weer een coördinerende rol in de Vlaamse tak van de antiglobaliseringsbeweging. Hij stuurt het NGO Forum, dat werd opgericht naar aanleiding van het Belgische EU-voorzitterschap. Het forum overkoepelt 87 niet-gouvernementele organisaties, en organiseert in die periode tal van activiteiten. Daarvoor krijgt het van de Belgische en Europese overheid respectievelijk 310.000 en 223.000 euro (12,5 en 9 miljoen frank). Zelf legt het netwerk daar nog 67.000 euro (2,7 miljoen frank) bij.

Sinds mei 1999 volgt Marc Maes van 11.11.11 alle Europese activiteiten op het vlak van ontwikkelingssamenwerking en handel op. Vanuit die functie volgt hij de antiglobalisten op de voet en bereidt hij het NGO-Forum in Laken voor. Maes, persoonlijk aanwezig op de Battle of Seattle twee jaar geleden: “Je kunt de beweging niet onder één noemer plaatsen. Het is als een zwerm zonder kop noch staart, die wel onverwacht kan prikken. Dat boezemt de huidige machthebbers schrik in. Daarom hebben die er vrij snel een naam op geplakt om het gevaar te benoemen. Jammer genoeg dekt de vlag de lading niet.”

Politieke recuperatie

Al ruim 35 jaar ijveren de nieuwe sociale bewegingen _ een amalgaam van mensenrechten-, ontwikkelingssamenwerking-, milieu-, vluchtelingen- en landbouworganisaties _ voor een betere en rechtvaardiger wereld, waar er geen kloof tussen het rijke Noorden en het arme Zuiden bestaat.

De jongste tijd richten ze hun pijlen vooral op de internationale instellingen, die in besloten kringen het wereldbeleid bepalen. Zo slaagden ze erin om het Multilateraal Akkoord over Investeringen (MAI) binnen de Organisatie voor Economische en Sociale Ontwikkeling (OESO) in 1998 te kelderen. Dankzij de mobiliserende kracht van het internet groeide één jaar later de betoging tegen de top van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) in Seattle uit tot een massale protestmars, die daarna uitmondde in hevige rellen tussen betogers en politie. Zegt Maes: “Als gevolg van die gewelduitbarsting zijn we _ ironisch genoeg _ hot news geworden. Vroeger haalden we amper de pers, en nu luisteren de bewindvoerders plots wél naar onze argumenten.”

De vakbonden zijn de eerste bondgenoten van de antiglobalisten. Zij hebben immers de financiële armslag en spierkracht om een brede basis te mobiliseren. En na de syndicale organisaties beginnen nu ook de klassieke politieke partijen de antiglobaliseringsbeweging te knuffelen. Politieke coryfeeën als Johan Van Hecke ( CD&V) en Patrick Janssens ( SPA) schaarden zich al publiekelijk achter de nieuwe revolutie. Op de betoging in Brugge waren Agalev en de Volksunie-jongeren prominent aanwezig. Intussen tracht ook Klein-Links de beweging in te palmen om het kapitalistische systeem omver te gooien. Zowel de trotskisten van Internationaal Verzet als de maoïsten van de PVDA proberen zich het moederschap van het protest toe te eigenen. Zonder succes. Het gekrakeel tussen de diverse splintergroepen verlamt al meer dan een halve eeuw de vorming van een hecht progressief front in België. Aan rechterzijde proberen verschillende activisten zich intussen te groeperen _ op kleinere schaal _ in het Actiecomité Nationalisten Tegen Globalisering.

De kritiek op de uitwassen van het neoliberalisme groeit. Hierin worden de antiglobalisten gesteund door internationale denktanks van formaat, zoals het Institute for Agriculture and Trade Policy (Verenigde Staten), het Third World Network (Maleisië), de Focus on Global South (Thailand), The Ecologist van Edward Goldsmith (Verenigd Koninkrijk) of Public Citizen van de groene Amerikaanse presidentskandidaat Ralph Nader.

Ook Pascal Lamy, Europees commissaris van Handel, deelt de bezorgdheden van de beweging: “Daarom hebben wij het initiatief Everything but Arms genomen om goederen uit de 48 armste landen _ uitgezonderd wapens _ binnenkort tariefvrij op de markt toe te laten. Voor suiker, bananen en rijst gelden wel nog lange overgangstermijnen tot 2009,” verklaarde hij onlangs op een persconferentie. Maar onder druk van de landbouwlobby blijven de discriminerende exportsubsidies voor agrarische producten behouden.

Intellectueel discours

Het lijkt erop dat we na een golf van deregulering aan de vooravond staan van meer overheid in de economie. “Wij zijn niet a priori tegen vrijhandel, maar hebben wel kritiek op het beleid van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Wereldbank en de WHO, die het tempo van de liberalisering forceren ten gunste van de economische belangen in de industrielanden,” zegt Marc Maes. “Dat heeft rampzalige gevolgen voor de gewone burgers in Noord of Zuid. Bovendien nemen zij hun beslissingen in het halfdonker, ver weg van de controle en de druk van de publieke opinie. Daarom eisen we meer transparantie, en pleiten wij al jaren voor trade not aid.”

Ook ontwikkelingseconoom Lode Berlage van de KU Leuven, voormalig bestuurder bij de vzw Vredeseilanden, vindt dat de antiglobalisten de vinger op de wonde leggen wanneer ze stellen dat de industrielanden hun eigen regels van de vrijhandel niet altijd naleven. Ondanks alle deregulering houden zij vaak vast aan een bekrompen protectionisme. Zo laat de Europese Unie de invoer van rietsuiker nog steeds niet toe om de nationale suikerbietnijverheid te beschermen. Nochtans is de productie van bietsuiker minder efficiënt en dus veel duurder. Dezelfde spanningen spelen mee voor de westerse textielindustrie. Ook de huidige subsidies voor de Europese en de Amerikaanse landbouw _ massaal worden boter- en vleesbergen gedumpt om de prijzen artificieel hoog te houden _ druisen in tegen de geest van de globalisering.

In tegenstelling tot de vredesbetogingen en witte marsen uit het verleden blinkt de antiglobaliseringsbeweging vooral uit in communicatie. “Dankzij de moderne informatietechnologie wordt mobiliseren makkelijker. Het volstaat om een oproep of een discussieplatform op het internet te zetten om een golf van reacties teweeg te brengen,” zegt Marc Maes. “Onder druk van de publieke opinie verhoogt ook de transparantie bij de diverse overheden, bedrijven en instellingen. Zo kunnen we beter geargumenteerd op hun besluitvorming wegen. We kunnen ideeën formuleren die vroeger nooit aan bod kwamen. Dáár ligt onze kracht.”

Economen en academici raken het er steeds meer over eens dat de ongelijkheid in de wereld groeit. “Dat is echter niet de schuld van het kapitalisme, zoals veel linkse groepen beweren, maar ligt aan de corrupte overheden en het tekort aan menselijk kapitaal in de ontwikkelingslanden,” beklemtoont professor Berlage. “Ondanks het liberale beleid blijkt dat zelfs in de Verenigde Staten het aantal armen steeg van 22,8% in 1986 tot 26,2% in 1997. Dat is het gevolg van het gebrek aan een sociaal beleid. Als we willen dat iedereen van de toegenomen welvaart kan genieten, moeten we de inkomensverdeling niet aan de vrije markt overlaten, maar een internationaal herverdelingsmechanisme ontwikkelen. Dat gebeurt nu te weinig, omdat dat bij de oprichting van de internationale instellingen na de Tweede Wereldoorlog _ zoals het IMF en de Wereldbank _ geen prioriteit was.”

Voorts ergert de ontwikkelingseconoom zich aan de inconsequentie van de huidige liberaliseringstendens. “Enerzijds propageren we vrij verkeer van goederen, diensten en financiën. En anderzijds weigeren we daar het menselijk kapitaal aan toe te voegen. In tegenstelling tot de negentiende eeuw, toen een grote migratiestroom van Europa naar Noord- en Zuid-Amerika plaatsvond, sluit het Westen nu zijn grenzen voor vreemdelingen. Dat is nefast voor de economische ontwikkeling van ieder land.”

Het is de volgorde die van belang is: moet bijvoorbeeld de WHO zich eerst concentreren op groei en dan pas op herverdeling van de welvaart, of omgekeerd? In dat verband merkt Berlage op dat mondialisering geen synoniem hoeft te zijn van ongebreidelde vrijheid en egoïsme. “Ook in een mondiale economie is er plaats voor georganiseerde solidariteit. Veel economen en sociale wetenschappers zijn van oordeel dat een van de belangrijkste problemen van deze tijd de schrijnende armoede is die in sommige landen blijft voortbestaan, naast de welvaartsexplosie in de rijke landen en de sterke groei in een aantal ontwikkelingslanden. Jammer genoeg moeten we vaststellen dat er op dit ogenblik nauwelijks internationale instellingen of mechanismen bestaan om de wereldwijde armoedekloof systematisch aan te pakken.”

Roeland Byl – Eric Pompen

Eric Pompen

“Het merendeel van de betogers is niet tegen globalisering of internationale handelsafspraken. [Marc Maes, 11.11.11]

“Niet de parlementen maar de internationale instellingen en multinationals bepalen de politieke besluitvorming.” [Jan Dumolyn, Attac]

“Antiglobalisten vechten tegen de verkeerde vijand, want internationale handel bevordert de welvaart.” [Professor Lode Berlage, KU Leuven]

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content