Vanuatu

Vanuatu, de naam zegt u allicht niets. De Nieuwe Hebriden doen misschien wel een lichtje knipperen. Hoe dan ook, Vanuatu is één van de mooiste bestemmingen op aarde. De vulkaan Yasur op het eiland Tanna, de landduikers van Pentecost, de Blue Holes op Espiritu Santo, de kleurrijke stammen op Malakula en Banks, de kunstschatten op Ambrym… Geen enkele bestemming ter wereld heeft zo’n brede waaier van bezienswaardigheden te bieden dan deze eilandengroep in de Stille Oceaan.Ž

De Nieuwe Hebriden liggen zowat in het middelpunt van de cirkel die getrokken wordt door de eilandengroepen Fiji, Nieuw-Caledonië, Solomon en Papoea-Nieuw-Guinea. De archipel is meer dan 1100 kilometer lang, heeft de vorm van een ‘Y’, en strekt zich uit van de steenbokskeerkring tot de evenaar. Het gebied beschrijft een oppervlakte van 860.000 km², waarvan amper 12.000 km² uit land bestaat. De groep telt min of meer 80 eilanden – of 300 als men de allerkleinsten meerekent. De bevolking van 160.000 spreekt meer dan 100 verschillende talen, maar het Engels, het Frans en vooral het pidgin-Engels of Bislama zijn wijdverspreid. Zowel Groot-Brittannië als Frankrijk hebben lange tijd aanspraak gemaakt op de Nieuwe Hebriden, die pas in 1980 onafhankelijk werden. Bij de onafhankelijkheid werd ook de naam Vanuatu aangenomen, wat letterlijk betekent “Ons Land”.

Sedert ruim 50 jaar is de eilandengroep in de vergeethoek geraakt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren de Nieuwe Hebriden de thuishaven van meer dan een half miljoen geallieerde soldaten die hier zaten te wachten alvorens naar het front te vertrekken. De Japanners hadden immers de nabijgelegen Solomon Islands bezet en Amerika wilde hun opmars in de Stille Zuidzee een halt toeroepen. Op deze paradijselijke eilanden werd ongenadig strijd geleverd. Auteur James Michener heeft de helden vereeuwigd in romans als Tales of the South Pacific, Return to Paradise en The world is my home. Figuren als Bloody Mary, Madame Carmen, Latouche spreken nog tot de verbeelding. De beeldschone actrice Dorothee Lamour kwam de troepen hier een hart onder de riem steken. Onder hen ook de jonge kapitein J.F. Kennedy, wiens schip, de PT 109, voor de Solomon Eilanden tot zinken werd gebracht. De legendarische figuren zijn zo goed als verdwenen. Bloody Mary, de betelnoot kauwende Vietnamese met de rode mond – die overigens haar naam gaf aan de beroemde cocktail van dezelfde kleur – stierf op 103 jaar. Alleen de Française Latouche leeft nog. Zij is 95 nu, woont nog op dezelfde plaats in Luganville die ooit één van ‘s werelds beroemde ontuchthuizen was. Haar indrukwekkende voorsteven vormde de inspiratie voor de song Two Breasts that made me Dream. De Tales of the South Pacific leven voort in Vanuatu.

Port Vila

is een aangenaam stadje (25.000 inwoners) op het centraal gelegen eiland Efate, waar de reizigers graag enkele dagen tot rust komen om van de jetlag te bekomen of hun inkopen doen voor de terugreis. Kortweg ‘Vila’ genoemd. Er zijn enkele zeer luxueuze hotels: Le Méridien, Le Lagon Parkroyal, Erakor Island Resort (met 18 holes golf) en vooral Iririki met het restaurant Michener, genoemd naar de beroemde auteur. Die er zelf na zoveel jaren op bezoek kwam en tot volgende vaststelling kwam: “Hoewel de eilanden veranderd zijn en de vooruitgang niet tegen te houden is, zullen de vriendelijke inwoners, hun glimlach en hun openhartigheid voor altijd één van de schatten in mijn leven blijven”. Er zijn overigens een aantal behoorlijke restaurants in Port Vila. Het meest originele is alvast L’Houstalet, waar de Fransman Clément Martinez vliegende hond serveert, die overigens naar wilde eend smaakt. Port Vila is de meest Franse plaats in Vanuatu – er is overigens nog een zeer actieve Alliance Française – en dat vertaalt zich in de keuken: Chez Gilles and Brigitte, Le Café du Village, la Cabane, Le Rendez-vous… Bovendien heeft Port Vila een opmerkelijk uitgaansleven te bieden, van life music in open air tot stomende disco’s met dreunende ritmes. Le Flamingo bijvoorbeeld, naar verluidt de beste disco in de Pacific. Maar Vanuatu’s hoofdstad is ook een shopping-paradijs. Met tal van souvenirwinkels waar u de mooiste kunst van de eilanden kunt aanschaffen. De Nieuwe Hebriden zijn altijd één van de toplanden inzake etnische kunst geweest. Hun reusachtige spleettrommels en sculpturen uit boomvarens zijn werkelijk indrukwekkend mooi. Ook zwarte parels uit de Cook Islands zijn er te koop: het mooiste geschenk om uw geliefde te verrassen. Calculeer dus zeker enkele dagen Port Vila in uw reis in, bijvoorbeeld bij het begin en bij het einde. Tussenin vliegt u met de twinotter of de islander naar de andere eilanden voor een avontuur dat u niet gauw zult vergeten.

Tanna

is onze eerste etappe. De twinotter klieft een geul door mist en wolken. De aanduidingen in het vliegtuig zijn in Bislama weergegeven: Door blong Emergency, No smok, Fasem sit belt. In het vliegtuigje zitten nog 5 eilanders. Tanna wordt blijkbaar nog niet platgelopen. Maar vanuit de lucht zien we dat men een nieuwe luchthaven aan het bouwen is, waar de grote jongens kunnen landen. Hotels zullen weldra volgen… Nu kan men er logeren in kleine resorts of in zogeheten guesthouses, bij de lokale bevolking. Dat laatste is al een avontuur op zich…

Het kleine eiland ten zuiden van Efate is vooral bekend om zijn vulkaan, Yasur, ‘de beschermende grootvader’, zowat de meest toegankelijke actieve vulkaan ter wereld. We zullen het geweten hebben. Achterin op de kiepbak van een vrachtwagen rijden we de flank van de berg op, de laatste honderden meters moeten we te voet afleggen. We klimmen door een maanlandschap, waar de kleuren alleen bestaan uit grijs en zwart. De avond is zo goed als gevallen. Het stinkt naar zwavel. De vulkaan rommelt wat aan alsof hij last heeft van een moeilijke spijsvertering. Dan begint hij (zij?) luid te hijgen en te zuchten, volgens een vast oerritme, als een vrouw die haar hoogtepunt bereikt. Met zijn drieën – fotograaf, gids op blote voeten en uw dienaar – komen we aan de rand van de krater. Op amper enkele honderden meters van de kolkende vuurmassa. Elke zucht van de berg brengt beweging in de kokende pot, gevolgd door een wolkje dat door de wind gedragen wordt. Een tweede vuurhaard aan de rand van de krater wordt zichtbaar. Hieruit stijgen gele stinkende wolken op. De aarde die zichzelf vervuilt. We staan er wat onwennig bij in het zwarte pulverzand. Maar dan gebeurt het. Het zuchten houdt op, de wind gaat liggen. Plots een enorme knal alsof de aarde ontploft, openspat. Een vuurzuil van enkele honderden meters hoog klimt naar het zwerk, tovert de spookachtige hemel om tot een inferno, tekent de contouren van de berg scherp af. Maar onze aandacht gaat naar de brokstukken en rotsen die omhooggestuwd worden en in slow motion weer op de aarde terecht komen. Knetterende gensters spatten overal op. Ik voel de aarde onder mijn voeten trillen. Weglopen lijkt me de meest wijze beslissing. Al is het niet mijn verstand, maar mijn instinct dat mijn gedrag bepaalt. Killion loopt op zijn blote voeten achter me aan en houdt me tegen. “Is this your first time?”, vraagt hij onschuldig. Wees maar zeker dat het mijn eerste keer was. En we lachen de angst weg. We blijven nog een uur kijken en luisteren naar dit onvoorspelbare spektakel en worden helemaal doordrongen van het mysterie van de aarde. De aarde is geen dood lichaam. De aarde leeft!

Die nacht in het gasthuis Nikity Station doe ik geen oog dicht. De explosies en het gerommel van de berg zijn goed hoorbaar op 15 kilometer afstand. Als het deksel van de pot vliegt, dan hebben we het twijfelachtige genoegen om de laatste nacht van Pompeï te herbeleven. Wanneer ik ‘s nachts met een petroleumlamp het toilet opzoek, hoor ik de kinderen giechelen. De blanke man doet het ook! Onze beschaving is heel ver verwijderd. Die nacht zijn we overgeleverd aan de grillen van de aarde. ‘s Anderendaags vinden we een stukje oude beschaving terug, onder de vorm van een 20 jaar oude truck die ons opnieuw de berg zal oprijden, zodat we de vulkaan bij daglicht kunnen zien. Vlammen zien we nauwelijks nog. Wel rook en rookzuilen die de explosies vergezellen. We zijn het al gewoon. Het lavalandschap is van een verstikkende grijsheid. De berg lijkt op de piramide van Cheops, uitgevoerd in maansteen. Pas vele kilometers verder groeien de eerste pandanusplanten, als symbolen van de overwinning van het leven op de dood. In zo’n omgeving moet je wel heel ontvankelijk zijn voor Gods woord. Hier is ook de bizarre John Frum Movement ontstaan. John verscheen in 1939 voor het eerst. Hij kwam uit America. John from America werd John Frum of ook John Brum. En hij beloofde dat hij ooit zou weerkeren. Alles wat de Amerikanen tijdens de oorlog achterlieten, wordt vereerd door de John Frum-beweging. In de kerk worden Coca-Coca-blikjes bewaard als relikwieën naast een knalrood kruis.

Nauwelijks enkele dorpen verder lopen de mannen nog rond met peniskokers, gemaakt van pandanusbladeren, en voeren hun traditionele dansen op. Koja, de chef van het dorp Yakel, beweert 104 jaar te zijn en huppelt nog dartel mee. De ritmische dansen moeten een goede yamoogst verzekeren. Hier leven de mensen zonder uurwerk, zonder tijdsbesef. Net als onze chauffeur die ons ei zo na het vliegtuig laat missen. Morgen komt er nog een vliegtuig, of misschien overmorgen. Zijn oude truck heeft niet standgehouden. We hebben onderweg twee lekke banden en een kapotte knalpot gehad. De beschaving is ook niet feilloos.

Pentecost

is het volgende eiland op onze trip. In april en mei staat hier het landdiving of landduiken op het programma. De Naghol, een oeroud ritueel, is één van de meest indrukwekkende op aarde. In 14 dorpen van dit ene eiland wordt het nog opgevoerd. Slechts in één dorp, Panas, kunnen buitenstaanders het ritueel bijwonen. De beste oplossing om de rite authentiek te houden. Op een heuvel in het bos hebben de mannen een houten toren gebouwd van 27 meter hoog, met verschillende platforms waar de duikers zullen afspringen, de enkels met lianen vastgemaakt. Ze duiken met het hoofd naar beneden en raken met hun haren de bodem om hem vruchtbaar te maken. Leven en dood is een kwestie van centimeters.

We zullen 14 landduikers zien. De jongste, Georges, is amper 9 jaar oud en duikt van 9 meter hoog naar omlaag. Het is zijn eerste duik, zijn plechtige communie zeg maar. Na de geslaagde sprong is hij dolgelukkig. Hij is een man nu. “Mi happy. Jammer dat mijn moeder dit niet kon meemaken. Maar gelukkig bent u er: you frum Yourup.” Het ritueel gaat voort onder ritmisch gezang van mannen – naakt op een peniskoker na – en vrouwen – in grasrokjes. De sprongen worden steeds hoger, steeds indrukwekkender. Vóór elke sprong biecht de duiker zijn zonden op aan zijn vrouw die hem beneden staat op te wachten, en aanroept de goden om de grond vruchtbaar te maken. Hun bede wordt aanhoord, want het begint te regenen en geen klein beetje. De hemelsluizen staan wijd open. De heuvel waarop de dansers en een twintigtal toeristen hebben plaatsgenomen, wordt herschapen in een modderachtige glijbaan. Blijven staan is haast onmogelijk. Desondanks gaat het feest voort. De gezangen zwellen aan, het ritme van de dansen wordt opgevoerd. De vrouwen raken in extase en laten hun zware, zwarte borsten – glimmend door de gutsende regen – meedeinen op het meeslepende ritme. Elke sprong wordt door de mannen begeleid met een schril fluitconcert. De spanning neemt toe, de emoties zijn tastbaar. Het water stroomt met beken uit de hemel. Dan klimt Luc, de toerismevoorzitter van de provincie Pentecost, met peniskoker de toren op en spreekt de menigte toe. “We zijn er fier op dat mensen uit de hele wereld heel veel geld uitgeven om dit te kunnen meemaken”, zegt hij. “Er werd ons gevraagd om vanaf volgend jaar opvoeringen te geven in de hoofdstad Port Vila. Maar wij gaan dit niet doen. Wij houden onze traditie in ere en vergeet vooral niet dat we in de eerste plaats een goede yamoogst willen afsmeken.” Dan is het de beurt aan Tony. Traditiegetrouw is het de bouwer, de architect van de toren, die als laatste van het hoogste platform springt, van 27 meter hoog. Een sterke zuidwester steekt op en giert door het vlechtwerk van de toren. Minutenlang staat Tony, de armen naar de hemel gericht, op het puntje van zijn duikplank. Steeds sneller dreunt het ritme van de dansers door het bos. Het oerwoud vormt een uniek decor voor dit magische moment. Tony staat hier letterlijk ‘bloot’gesteld aan de natuurkrachten. Dan werpt hij zijn atletische lichaam vooruit en hij duikt met een wijde boog gestrekt in de leegte. Met een krak scheurt de liaan door bij het neerkomen. De duiker wordt door zijn collega’s uit het slijk opgeraapt en lachend op de schouders rondgedragen. De Naghol was goed, dit wordt vast een geslaagde oogst. Maar nu moeten die 20 meestal Amerikaanse toeristen met hun dure en doorweekte camera’s van de steile heuvel naar beneden. Eén voor één schuiven ze in de modder. Het tafereel doet denken aan Woodstock. Naakte mannen met hun grappige kokertjes dragen de dikbuikige toeristen, in hun besmeurde shorts en met hun nutteloze regenjasjes, de berg af. De inheemse vrouwen lachen zich te barsten. De ‘beschaving’ voor schut gezet.

Het is een wonder dat de Naghol, behoudens een enkele uitzondering, zonder ongelukken verloopt. Voor zover bekend is er slechts één dodelijk ongeval geweest. Dat was in 1974, uitgerekend toen koningin Elisabeth op bezoek was. Voor de ogen van de koningin viel een man te pletter. Voor één keer had men de naghol in een ander seizoen gehouden om de koningin terwille te zijn. De lianen hadden wellicht niet dezelfde veerkracht.

De naghol

is een must voor reizigers die Vanuatu bezoeken. Ga daarom in april of mei, informeer naar de juiste data en leg uw vlucht naar het eiland Pentecost vast om niet voor onaangename verrassingen komen te staan.

Een reis naar Vanuatu mag overigens verscheidene weken duren. Want u bezoekt allicht ook de noordelijke eilanden, Malakula en Espiritu Santo bijvoorbeeld. Malakula is een wild eiland waar de Small Nambas en de Big Nambas nog op traditionele wijze leven en ‘Costom Dances’ opvoeren. Namba staat voor peniskoker. Small en big slaat alleen op het omhulsel. Officieel heet het dat de koppensnellers nog tot 1975 actief waren. Maar wanneer de nacht gevallen is, fluistert verteller Peter Fidelio bij het houtvuur dat er vandaag nog koppen gesneld worden in de bush. De slachtoffers worden met gifpijlen naar de eeuwige jachtvelden gestuurd, hun vlees wordt op spiesjes geroosterd en verorberd. Smakelijk! Op het kleine eiland Wala waar we de nacht doorbrengen in hutten, is nog een tabu ples ( taboo place), waar vroegere generaties het mensenvlees versneden en de schedels prepareerden om er met klei prachtige kunstwerken van te maken. Die nacht schrikken we bij het minste geluid wakker.

De laatste tocht voert ons naar het eiland Santo, het grootste eiland van Vanuatu. Met zijn 10.000 inwoners heeft Luganville nog de allures van een kleine stad. Tijdens de oorlog waren op dit eiland een half miljoen Amerikanen gelegerd. Luganville was toen een bruisende stad, waar tienduizenden Vietnamese prostituees werden ingekwartierd. De meest beroemde was Bloody Mary uit Tonkin, die een bordeel had in The House under the Banyan Tree. De Amerikanen zijn verdwenen, de meeste Vietnamese dames ook. Vandaag de dag is het vooral de natuur die dit eiland zo uniek maakt. Nergens zie je meer indrukwekkende banyans. De reuzen van het woud die duizenden jaren oud worden en zichzelf voortdurend verjongen. Zij wurgen eerst een bestaande boom, hun neerhangende luchtwortels zoeken de grond op en vormen steeds nieuwe stammen. In de banyanboom woont volgens de legende de lisepsep, een elfje, bloedmooi maar aartsgevaarlijk voor mannen die door haar verleid worden. Het eiland is als een sprookje. Champagne Beach, zo genoemd door generaal Ross die er met zijn manschappen landde, is ongetwijfeld één van de mooiste stranden ter wereld. We zijn er moederziel alleen. De Blue Holes, meren met een onwaarschijnlijk blauwe kleur, die her en der in het oerwoud te vinden zijn, liggen er verlaten bij. We zitten op een steen en luisteren naar het gezang van de paradijsvogels. In onze verbeelding horen we de stemmen van de Amerikaanse soldaten die lachen en roepen en in het water duiken. Hier kwamen ze zich een laatste keer uitleven, alvorens de vuurlijn te worden ingejaagd. Velen vonden de dood op de Solomon Eilanden.

Luganville ademt de melancholie van een vergane glorie uit. Wat op zijn minst ook kan gezegd worden van madame Latouche-Barzan, die haar beroemde en ooit zo beruchte huis verlaat voor haar dagelijkse avondwandeling. Haar huis was ooit letterlijk een tabu ples. Ik hoor weer de song: Two breasts that made medream. Met hoeveel mannen heeft ze gedanst? Hoeveel mannen heeft ze gekust? In haar liefdesnet gevangen? Dankzij de romans van James Michener blijft zij voor eeuwig de mooiste vrouw van de Pacific.

Info: Tourism Council of the South Pacific – Amerikastraat 27 – 1050 Brussel. Fax: (02) 528.28.85. Email: 101516.1527@compuserve.be

National Tourism Office of Vanuatu. Grd. Flr, Lolam House, PO Box 209 – Port Vila – Vanuatu. Tel: (00678) 226.85. Fax: (00678) 238.89.

Vliegen: Brussel – Frankfurt met Lufthansa. Tel: (02) 745.44.66. Fax: (02) 212.09.83. Frankfurt – Los Angeles – Nadi met Air New Zealand. Tel: (03) 202.13.55 Fax: (03) 226.80.90. Nadi – Port Vila met Air Vanuatu. Tel: (00678) 238.38. Fax: (00678) 364.29.

HENK VAN NIEUWENHOVE / ERIK TANGHE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content