Van Rockefeller tot Gates

Managers hoeven niet neurotisch te zijn om de top te bereiken, maar het helpt. Dit blijkt uit de kleurrijke bundel ‘Masters of Enterprise’ met portretten van de 25 bekendste Amerikaanse ondernemers.

De directeur van het computerlabo van Harvard University herinnert zich zijn beruchte student nog levendig: “Op mijn lijst van lastigste studenten uit mijn hele loopbaan prijkt hij op de tweede plaats. Hij was een hoogst onaangename mens.” De student volgde toegepaste wiskunde en computerwetenschappen, maar verkoos poker boven boeken en (de net verschenen) videospelletjes boven cursussen. Op het einde van zijn eerste academiejaar werd hij zwaar ziek afgevoerd naar het ziekenhuis. Hij begon opnieuw, maar viel weer uit. Uiteindelijk gaf hij zijn studies op en stortte zich samen met zijn schoolmakker Paul Allen op een zelfstudie programmeren. Het was 1974 en computers werden nog niet geleverd met software. In een magazine vond Allen een artikel over een nieuwe, kleinere computer. Het jonge duo stelde de producent voor er software voor te schrijven. Tijdens hun eerste onderhandelingen beloofden ze de managers méér dan ze op dat ogenblik konden leveren. Het zou niet de laatste keer zijn dat ze deze handelswijze toepasten. Met een tomeloze energie stortten ze zich op het immense karwei. Eigenlijk schreven ze een versie van Basic, een programmeertaal waarop geen rechten stonden. Omdat ze zelf geen computer hadden, leenden ze het computersysteem van Harvard. Uiteraard is de ontbrekende naam Bill Gates, medestichter en topman van Microsoft. Zijn verhaal vinden we terug in Masters of Enterprise, een bundel met beknopte biografieën van 25 prominente Amerikaanse ondernemers.

McDONALD’S & CNN.

Het boek begint al in januari 1789, wanneer de Duitse immigrant John Jacob Astor een bescheiden handelshuis opent in New York. Hij verhandelt onder meer pelzen van bevers en muskusratten. Toen Astor in 1848 stierf, was hij één van de rijkste Amerikaanse vastgoedbaronnen. Andere onvermijdelijke hoofdrolspelers uit de beginperiode zijn Cornelius Vanderbilt, J.P. Morgan en John Rockefeller. Via onder meer Henry Ford en Thomas Watson ( IBM) komen we terecht bij Walt Disney, Ray Kroc ( McDonald’s) en Sam Walton ( Wal-Mart). Bij de historische hekkensluiters stuiten we op tycoons uit de media- en informaticawereld: Ted Turner ( CNN), Oprah Winfrey, Andrew Grove ( Intel) en Bill Gates.

De achtergrond van de auteur, H.W. Brands, lijkt een verrassing. Je verwacht een journalist van een glossy businessmagazine, maar ontmoet een gerenommeerde geschiedenisprofessor aan de Texas A&M University, die zijn sporen als schrijver verdiende met een biografie van president Theodore Roosevelt ( T.R.: The Last Romantic) en een analyse van het Amerikaanse buitenlandbeleid ( What America Owes the World: The Struggle for the Soul of Foreign Policy). Op het eerste gezicht creëert Brands met deze opeenstapeling van beknopte biografieën een even onschuldige als overtollige Reader’s Digest voor de Amerikaanse bedrijfsgeschiedenis. Over al deze (zeer) bekende ondernemers is al (veel) meer nieuws te rapen in tal van (auto)biografieën en managementboeken. Het voordeel van Brands’ aanpak schuilt in de enorme tijdwinst. Het zou de slogan kunnen zijn om het boek aan te prijzen aan managers die geen gaatje in hun agenda vinden om een boek ter hand te nemen.

Vanzelfspekend gaat veel nuance verloren. Toch komt Brands een grotere verdienste toe. Dat dankt hij aan drie sterke punten. Primo: Brands slaagt erin zijn synthesen te doorspekken met voldoende pittige anekdotes, pregnante citaten en smeuïge details om de indruk te wekken dat je een portret van elke ondernemer en geen robotfoto krijgt. Secundo: tegelijkertijd geeft Brands de formules en concepten mee die deze ondernemers en hun bedrijven groot maakten. Op die manier krijgen we een snelle, maar niet te verwaarlozen managementcursus zonder allerhande theoretische beschouwingen te moeten doorworstelen. Brands toont hoe Gates en co hun fortuin maakten, registreert hun wijze van zakendoen. Tertio: elke beknopte biografie haakt in op de vorige en wijst vooruit naar de volgende. Daardoor staan de portretten niet alleen, maar passen ze in een historisch businesspanorama, waarin elke periode zijn eigen accenten legt.

WAL-MART & COLRUYT.

Mooi meegenomen voor Vlaamse lezers zijn de vergelijkingen van ondernemersstrategieën uit de eigen omgeving met hun Amerikaanse evenknieën. Ze kunnen, bijvoorbeeld, de strategie van Colruyt en Wal-Mart naast elkaar plaatsen.

Misschien kunnen ze zelfs de algemene karakteristieken onderzoeken die Brand toeschrijft aan zijn 25 Masters of Enterprise: veel en hard werken (het volstaat niet, maar het is wel een absolute voorwaarde), een ontzettende honger (soms ook letterlijk), intense identificatie met het werk (tot op het neurotische), sterke persoonlijkheid, anderen aan zich kunnen binden en hen overtuigen ook zo hoog te mikken, en een visie van het product, de sector én liefst ook de wereld.

H.W. Brands, Masters of Enterprise. Free Press, 354 blz. ISBN 0684854732.

LUC DE DECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content