Van potlood naar pen

Op 13 juni zullen vier op de tien Belgen hun stem elektronisch uitbrengen. Een ultramoderne, snelle en veilige manier van stemmen, maar ook een die zowel technische als ethische vragen oproept.

Steeds meer Belgen stemmen elektronisch. Zondag zullen de kiezers van 202 gemeenten en 63 kantons – samen 3,2 miljoen burgers, 43% van het totale aantal kiesgerechtigden – de optische pen ter hand nemen. Voor velen wordt het een afscheid van de ellenlange stembiljetten en het klassieke stompe rode potlood. Het tijdperk van de pc’s, de magneetkaarten en de optische pennen breekt aan. De elektronische stembus zou niets dan voordelen bieden. De leveranciers van de systemen en het ministerie van Binnenlandse Zaken vatten ze in drie woorden samen: gemak, snelheid en veiligheid.

Wat is makkelijker

dan met behulp van een optische pen met een scherm praten? Het stemmen gaat sneller – gemiddeld 25 kiezers per stemhokje en per uur – en het tellen eveneens. Twee uur na de sluiting van de stembureaus zijn de eerste resultaten binnen. Michel Stassin, public sector manager bij Bull: “De automatisering maakt een einde aan het omslachtige en tijdrovende manuele tellen. En als er elektronisch is gestemd, levert een hertelling identiek hetzelfde resultaat op.”

Tien jaar ervaring

Het ministerie van Binnenlandse Zaken begon in 1989 de mogelijkheden te onderzoeken om het traditionele stemmen door een moderne technologie te vervangen. De bijzitters meldden zich steeds vaker ziek en het tellen was dikwijls een eindeloze kruisweg. De eerste prototypes werden getest tijdens de wetgevende verkiezingen van november 1991, in de Luikse gemeente Verlaine en het Vlaamse Waterschoot. In Verlaine gebruikte men magneetkaarten, in Waterschoot aanraakschermen. Na deze test koos de overheid voor de methode van Verlaine. Vervolgens werd het geautomatiseerde stemmen uitgebreid naar de kiesdistricten Luik en Antwerpen, vier kantons van het kiesdistrict Brussel-Halle-Vilvoorde (Brussel, Molenbeek, Sint-Joost, Sint-Gillis), en de kantons Eupen en Sankt Vith. Zo konden 1.350.000 kiezers elektronisch hun vertegenwoordigers aanduiden voor het Europees parlement (juni 1994), de gemeente- en provincieraden (oktober 1994), het federale parlement en de regionale parlementen (mei 1995). Van verkiezing tot verkiezing werden de kinderziekten opgelost: defecte pc’s, optische pennen die dienst weigerden, geblokkeerde kaarten…

Interessante markt

Er staan nu 20.000 stemmachines klaar, tegenover 8000 in 1995. De markt is verdeeld tussen twee fabrikanten:

Het Franse Bull, dat met Banksys samenwerkt, is marktleider. Zijn systeem, Digivote, wordt in 4000 stembureaus gebruikt (85% van het totaal), vooral in Vlaanderen (Antwerpen, Limburg, Vlaams-Brabant), de Brusselse agglomeratie en de Oostkantons.

Het consortium van Stesud, een kmo uit Marche-en-Famenne, en Philips heeft met zijn Jites (Just In Time Electoral System) software de resterende 15% in handen. De 4000 terminals van Stesud staan in 650 stembureaus van het Luikse en de kantons Durbuy, Hasselt en Sint-Joost.

Het is een lonende markt: Bull, de favoriete partner van de openbare sector, heeft naar eigen zeggen in de periode 1995-1999 voor 500 miljoen frank geleverd.

De hoge investering

(een stembureau met vijf stemmachines en één elektronische stembus kost 230.000 frank) komt voor de rekening van de gemeenten. De staat draagt slechts voor 20% in de kosten bij. Vlaanderen is het meest geautomatiseerd: er zijn 540.000 elektronische kiezers in Brussel, 500.000 in Wallonië en 2.160.000 in Vlaanderen. Dat succes heeft te maken met de bijkomende subsidie van 30% die het Vlaamse Gewest verleent, daarin gevolgd door enkele provincies. In het zuiden van het land ontbreekt die steun. De machines zijn voor tien jaar gewaarborgd en kunnen in de meeste gevallen tussen twee verkiezingen in voor andere doeleinden worden gebruikt. De gemeenten besparen op stembureaus, zitpenningen en papier. Ben Smeets van het Bestuur Verkiezingen en Bevolking van het ministerie van Binnenlandse Zaken: “De reële kost is moeilijk te becijferen, maar geautomatiseerd stemmen is niet duurder dan het klassieke systeem, dus 30 tot 35 frank per kiezer en per verkiezing, afgeschreven op tien jaar.”

Hoe werkt het?

Een geautomatiseerd stembureau omvat een elektronische stembus en stemmachines met een scherm, een lees-/schrijftoestel voor magneetkaarten en een optische pen. De stembus bestaat uit een pc en twee magneetkaartlezers, de ene voor de validatie van de kaarten en de andere voor de registratie van de stemmen.

Vóór het begin van de stemming opent de voorzitter van het bureau de verzegelde enveloppen van het ministerie van Binnenlandse Zaken met de opstartdiskettes voor de computers en het paswoord. De voorzitter controleert alle machines een laatste keer.

In ruil voor zijn identiteitskaart en kiesbrief, ontvangt de kiezer een magneetkaart die vooraf is geïnitialiseerd, met andere woorden operationeel is gemaakt voor de verkiezingen van die dag in het betreffende bureau.

In het stemhokje stopt hij de kaart in de machine. Als de gemeente tweetalig is, kiest hij de taal die hij wil gebruiken. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest selecteert hij voor de verkiezingen van het Europees parlement en de Senaat het kiescollege waarvoor hij wil stemmen.

De namen van de partijen verschijnen op het scherm, met hun letterwoord en nummer.

De kiezer selecteert met behulp van de optische pen een lijst of het hokje blanco stem. Wie een lijst aanduidt, krijgt de namen van de kandidaten te zien en kan stemmen: een kopstem, één of meer kandidaten en/of opvolgers. Het systeem geeft de gebruiker een grote vrijheid: men kan zijn keuze wijzigen en op elk ogenblik teruggaan vóór men zijn stem bevestigt.

Daarna komt de kaart uit de lezer en wordt ze aan de voorzitter overhandigd, die controleert of ze geen opschriften draagt die de kiezer zouden kunnen identificeren – als dat het geval zou zijn, is de stemming ongeldig. Als de kaart per ongeluk beschadigd is, krijgt de kiezer een nieuwe.

De intacte kaart wordt in de stembus gestopt en blijft bewaard tot alle kiesoperaties gevalideerd zijn.

Om 17.00 uur sluit de voorzitter het stembureau en registreert hij de stemmen in de stembus. Elke geheugendrager wordt in een verzegelde enveloppe geplaatst met de vermelding origineel of kopie, de datum van de verkiezing, de identificatie van het stembureau, het kanton of de gemeente, en de handtekeningen van de voorzitter en de leden van het bureau.

De stembus wordt aan een agent van de gemeentepolitie toevertrouwd, terwijl een proces-verbaal en de enveloppen naar de voorzitter van het hoofdbureau van het kanton gaan.

Daar worden de stemmen van alle bureaus van het kanton elektronisch samengeteld.

Het resultaat vertrekt dan naar het ministerie van Binnenlandse Zaken…

Niet akkoord

Niet iedereen is enthousiast over het elektronisch stemmen. Organisaties als de Liga voor de Mensenrechten of de vzw Pour EVA ( Pour un Ethique du Vote Automatisé) wijzen op het ontbreken van democratische controle en het gevaar op vervalsing. “Het systeem is niet transparant genoeg,” zegt Patrick Charlier, voorzitter van de Belgische Liga. “De kiezer weet nooit wat zijn magneetkaart bevat, niet vóór ze in de stemmachine of de stembus gaat en niet daarna. Hij weet zelfs niet zeker of de kaart wel degelijk zijn stem bevat. Zelfs wanneer men er niet van uitgaat dat het ministerie van Binnenlandse Zaken een verkiezing zou willen manipuleren, bestaat er een potentieel gevaar.”

Pour l’EVA is nog radicaler en eist een terugkeer naar het manuele stemmen. De vereniging bereidt zelfs een verzoek tot annulering voor van de verkiezingen, gebaseerd op een overtreding van het gelijkheidsprincipe van onze grondwet. Alle Belgen stemmen immers niet elektronisch, zodat men van een verkiezing met twee snelheden zou kunnen spreken…

Volgens Binnenlandse Zaken

is het proces efficiënt. Christiane Rouma, algemeen raadslid bij het Rijksregister, onderstreept dat “de erkende programma’s uitvoerig zijn getest. De originele versie wordt in een kluis bewaard. Een door de Kamers aangesteld college van experts garandeert het goede verloop van de verkiezingen.” Bovendien zijn er de proefstemmen van de voorzitter vóór het begin van de verkiezing, het feit dat elke kaart slechts één keer wordt gebruikt, het zelfstandige karakter van de machines, het alarm dat afgaat bij een defect of een abnormale bewerking, en de vele verificaties door de fabrikanten.

Sommige parlementsleden pleiten dan weer voor een optisch leessysteem. Het zal op 13 juni worden getest in de kantons Chimay en Zonnebeke. In dit project van Fabricom worden de klassieke papieren stembrieven elektronisch geteld.

België in de voorhoede

Ons land is een pionier op het gebied van geautomatiseerd stemmen. Japan en Duitsland hebben enkele tests uitgevoerd, Nederland gebruikt het aanraakscherm en Costa Rica zal bij zijn volgende presidentsverkiezingen het Belgische systeem gebruiken. Geen enkel land evenwel heeft de optische pen op zo’n grote schaal toegepast als het onze. Wat zal de toekomst brengen? “Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft het proces gestart,” zegt Ben Smeets. “De bal ligt nu in het kamp van de gemeenten. Tussen nu en de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 zal er niet veel veranderen. En daarna zien we wel.”

Fabien Van Eeckhaut

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content