VAN DER ES

Handdoek in de ring ?

“Ik stop mijn activiteiten als vereffeningsconsulent,” zegt Paul Van der Es, tegen wie het Antwerpse gerecht een enorm dossier heeft verzameld omwille zijn activiteiten in de vereffeningsbranche. “Een grootmeester verliest zijn titel als hij geen forfait geeft vóór hij zich schaakmat laat zetten. Hij moet immers één zet op voorhand zien dat er een nederlaag in de lucht hangt. Welnu : op 1 juli aanstaande treedt de reparatiewet op de vennnootschapswet in werking. Die maakt mijn huidige activiteiten illegaal. Op 30 juni stop ik er dus mee. Ik zal àl mijn bedrijven tegen die datum vereffend hebben.”

De nieuwe wet, die werd ingevoerd onder NCMV-druk, verplicht de vereffenaar onder meer bij het begin van de procedure een staat van de activa en passiva op te maken. Zodat de handelaar eventueel de boeken moet neerleggen als hieruit blijkt dat het krediet aan het wankelen is (om bedrieglijke bankbreuk te vermijden). Van der Es : “Slechts één man begreep ten volle mijn activiteiten : Kris Peeters (secretaris-generaal van het NCMV én rechter in handelszaken in Antwerpen nvdr). Hij wist dat niet ik, maar de wet moest worden aangepakt om me te stoppen. Chapeau. Ik gooi de handdoek in de ring.”

Van der Es verwerpt de aantijgingen als zou hij bij eerdere vereffeningen onrechtmatige handelingen hebben gesteld (zoals ontdraging van activa of valsheid in geschrifte). Immers : “Het kan niet dat ik met mijn kennis van de wet fouten maak. Sinds 1994 toen het verhoor door het Antwerpse gerecht werd beëindigd treed ik trouwens enkel op als consulent, niet als vereffenaar.”

Zonder in technisch-juridische details te vervallen, komt Van der Es’ recente techniek erop neer dat hij het handelsfonds van een onderneming in moeilijkheden ( x) na een officiële schatting verschuift naar een nieuwe venootschap ( alfa-x), soms in handen van de oude eigenaar. De pandhoudende schuldeiser, de huisbankier, wordt uitbetaald en wat overblijft (meestal niet veel) krijgen de andere schuldeisers. “Eventueel zocht ik met de nieuwe eigenaar van het handelsfonds naar financiers om de operatie te bekostigen,” zegt Van der Es, die zichzelf sterfhuisconstructeur noemt. “Bovendien moest ik zorgen dat de schuldeisers x niet in faling lieten gaan. Dat lukte meestal. Ze hadden er immers geen belang bij, omdat er geen frank meer overbleef.”

Sinds het gerecht Van der Es op de hielen zit, is hij een stuk voorzichtiger. “Ik vraag mijn klant dat hij mijn advies laat goedkeuren door een advocaat-curator. Ik ben dus ingedekt. Enkele dagen geleden heb ik het Antwerpse parket trouwens een lijst bezorgd met 48 curatoren die mijn activiteiten op die manier hebben ondersteund. Onder hen de crème de la crème van de balie. Wie ? Jef Dauwe, om er één te noemen.”

Jef Dauwe (onder meer curator geweest van de Boelwerf) : “Ik heb Van der Es éénmaal in mijn leven gezien. Het betrof het dossier van een bedrijf dat door het management werd leeggeroofd, en waar de bankier me de opdracht had gegeven het pand te verzilveren. Wat de zogenaamde goedkeuring van zijn advies betreft, zal ik kort zijn. Hoe kan ik iets goedkeuren dat ik niet ken ? Nog nooit heb ik één advies van Van der Es gezien.”

Blijft de vraag of Van der Es koelbloedig genoeg is om definitief met zijn verleden te kappen. Hij zegt zelf : “Ik kan de ondernemers in moeilijkheden geruststellen. Ik werk aan een compleet nieuwe structuur om hen ook na juli van een mogelijk faillissement te verlossen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content