Van de bovenste plank

Na de overname van de Spanogroup brengt Unilin de spaanplaatactiviteiten samen op twee sites in West-Vlaanderen. Het rolt ook een investeringsprogramma uit om het product meer toegevoegde waarde te geven en het energiezuiniger en efficiënter te fabriceren.

Lode De Boe (46) staat sinds 2011 aan het hoofd van de divisie Panels van Unilin. De paneeldivisie heeft zeven fabrieken in België en een in het Franse Bazeilles. Ze telt 1100 werknemers en is goed voor 40 procent van de groepsomzet. Na de overname van Spanogroup in mei vorig jaar, rolt De Boe nu een investeringsplan uit om de spaanplaatactiviteiten van de groep te hergroeperen en naar een hoger niveau te tillen. Het hoofdkwartier en alle ondersteunende diensten van de divisie zijn nu gevestigd op de vroegere Spano-site in het West-Vlaamse Oostrozebeke. De spaanplaatfabriek staat er in de stellingen. Er wordt al sinds de zomerstop gewerkt aan capaciteitsuitbreiding en de modernisering van de productielijnen. Tegen de zomer van 2015 moeten de investeringen afgerond zijn.

“De overname gaf ons de mogelijkheid een drastische consolidatieoefening in fabrieken en machines uit te voeren. Zo hadden we een grote overcapaciteit in de melamine-activiteit. We hebben de productie van Dekaply in Erembodegem volledig geïntegreerd in onze productiesites in Wielsbeke, Izegem en Ooigem”, zegt Lode De Boe. De spaanplaatproductie, nu verdeeld over drie vestigingen met een capaciteit van 1,4 miljoen kubieke meter, wordt samengebracht in twee fabrieken. De kleinste vestiging in Wielsbeke gaat dicht. Haar productievolume van ongeveer 300.000 kubieke meter spaanplaat wordt na de investeringsronde ondergebracht in de andere fabriek in Wielsbeke en in die in Oostrozebeke.

“We investeren ruim 40 miljoen euro om de capaciteit op die twee vestigingen sterk te verhogen en om de sluiting van de derde op te vangen”, duidt De Boe. “De investeringen zijn dus niet gericht op expansie in volume. We willen efficiënter werken, nieuwe producten lanceren en onze kostenpositie verbeteren.”

De zeventig medewerkers van de te sluiten fabriek krijgen een nieuwe baan in de groep. “Zij zullen grotendeels in de twee andere vestigingen worden tewerkgesteld. Daar gaan we van 330 naar 365 dagen productie. Daarnaast vangen ze de natuurlijke uitstroom van werknemers op en er zijn ook vacatures in de afdeling Flooring. Voor de tewerkstelling zijn deze investeringen een goede zaak. We verankeren de productie hier zonder mensen te moeten ontslaan”, verzekert De Boe.

Meer ‘urban wood’

De investeringen hebben niet alleen als doel de productiecapaciteit op de twee overblijvende sites te vergroten. Unilin investeert ook in nieuwe technologie om de kwaliteit van de platen te verbeteren en om energiezuiniger te produceren.

De spaanplaatproducent koopt jaarlijks meer dan een miljoen ton hout aan. Een groot deel daarvan is recyclagehout afkomstig van verpakkingsafval van bedrijven, afbraakwerken en containerparken. “In onze directe omgeving zijn geen grote bossen te vinden. Dus gebruiken we meer en meer urban wood. Op termijn moeten we evolueren naar 100 procent recyclagehout. Dat vergt investeringen in betere reinigingstechnologie en performantere sorteerinstallaties. Elke stap die we kunnen doen om meer te recycleren, is belangrijk.”

Volgens Lode De Boe wordt de cirkel gesloten. Restfracties zoals glas en ijzer worden afgevoerd naar gespecialiseerde recyclagebedrijven. De niet-recycleerbare houtresten van de productie dienen als brandstof voor de naburige biokrachtcentrale van A&S Energie, een joint venture van het energiebedrijf Aspiravi en Unilin. De centrale produceert jaarlijks 166.000 megawattuur stroom. Dat dekt de volledige elektriciteitsbehoefte van de Spano-site. Zo bespaart het bedrijf op heffingen en distributiekosten.

Handicaps counteren

Energie vormt voor de afdeling van Lode De Boe trouwens bijna een even grote kostenpost als de loonkosten. “De loonkostenhandicap compenseren we door meer te halen uit de productielijnen. Zo doen we de kostprijs per eenheid dalen. Daar werken we constant aan.”

Unilin investeert ook elk jaar in ingrepen in het productieproces om het energieverbruik te doen dalen. “De energiekosten zijn in ons land een niet te onderschatten handicap. En die neemt nog toe”, weet De Boe. “De regeringen hollen zonder al te veel visie de Europese 20-20-20-doelstellingen achterna. Daar zie ik een groeiend probleem voor de industrie. Er worden veel subsidies toegekend omdat men zeer dure technologie inzet. Grondstoffen zoals hout worden met steun als brandstof verbrand. Het is hallucinant hoe onze rekening stijgt.”

De ingenieur vindt het ook schrijnend dat in een hypermodern land als België discussies over black-outs zijn. “In de VS begrijpen ze dat niet. De nieuwe regering moet een betaalbare en goede strategie uitwerken, anders wordt de industrie hier voort gefnuikt. De energieproblematiek is een belangrijk aspect van onze competitiviteit.”

Brandvertragend en vochtwerend

Behalve energiezuiniger werken, moet de upgrade van het productiepark Unilin ook toelaten innovatieve producten op de markt te brengen voor de bouw, meubel- en interieurtoepassingen en industriële verpakkingen. Lode De Boe ziet heel wat mogelijkheden naast de klassieke spaanderplaten. “De standaard spaanderplaat wordt vooral gebruikt in de meubelindustrie, maar die activiteit is zeer sterk gedaald in West-Europa. Veel meubels worden tegenwoordig geproduceerd in Oost-Europa en Azië, en een industrie die vertrokken is, komt niet meer terug. Daarom willen we nu producten met meer toegevoegde waarde op de markt brengen, voor gespecialiseerde toepassingen.”

Zo werkt Unilin aan brandvertragende en vochtwerende platen. Het bedrijf heeft ook gecertificeerde plaatmaterialen in het aanbod voor lage-energiewoningen in houtskeletbouw. Voor de Zuid-Europese markt maakt Unilin anti-termietplaten. De Boe geeft ook het voorbeeld van de technische plaatmaterialen voor de bouw, bijvoorbeeld voor betonbekistingen.

“Maar spaanplaat blijft een volumeproduct. We kunnen niet in elke niche duiken”, zegt De Boe. “We moeten zo veel mogelijk uit het bestaande productiepark halen. Als je er nog maar aan denkt iets te veranderen, vliegen de miljoenen al de deur uit. Onze productmanagers zijn getraind om het productieapparaat door en door te kennen, om zo de beste combinatie van technologie en product te kunnen maken.”

Een volgende stap wordt een verdere internationalisering. “Maar eerst moeten we ervoor zorgen dat we hier duurzaam en op lange termijn ons rendement garanderen”, meent de topman. “Dan kan over twee à drie jaar een nieuwe stap volgen. Dit moet een groeiverhaal worden, zowel in ons productaanbod als geografisch.”

KURT DE CAT

“Spaanplaat blijft een volumeproduct. We kunnen niet in elke niche duiken”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content