Vakbonden krijgen 138 miljoen euro

Het lijkt wel of ACV-voorzitter Luc Cortebeeck ” un intérêt particulier, je dirais presque personnel” heeft bij een niet-splitsing van het arbeidsmarktbeleid, zo zei Yves Leterme op 16 oktober op de RTBf-radio. De Vlaamse minister-president doelde daarmee op de werkloosheidsuitkeringen die de vakbonden uitbetalen. Cortebeeck haalde daarop vlijmscherp uit naar Leterme.

De werkloosheidsvergoeding is ontstaan bij de vakbonden. Toen ze na de Tweede Wereldoorlog in ons socialezekerheidssysteem werd geschoven, bleef de uitbetaling in vakbondshanden. In ruil mochten de werkgevers de kinderbijslag en het vakantiegeld beheren. Voor de vakbonden is de betaling van de werkloosheidsvergoedingen een soort levensverzekering geworden. Het verzekert hen van een hoog ledental.

Een werkloze kan lid worden van een van de drie vakbonden (ACV, ABVV of ACLVB) en via hen zijn uitkering ontvangen. Wie niets moet weten van een vakbond, kan altijd terecht bij de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen, een overheidsinstelling.

De drie vakbonden kregen in 2005 138 miljoen euro als administratiekosten. De Hulpkas kreeg 24 miljoen euro. Op een totaal uitgekeerd bedrag van 7,6 miljard euro betekent dat een administratiekost van 2,1 %. Een zeer performant percentage. De vergoeding wordt bepaald met een formule die rekening houdt met het aantal werklozen, de loonevolutie en de complexiteit van de dossiers.

De vakbonden moeten voor hun werkloosheidswerking een aparte boekhouding – de ‘beheersboekhouding’ genoemd – voeren en hebben hiervoor ook rechtspersoonlijkheid (in tegenstelling tot hun syndicale activiteiten). “We voeren op deze boekhouding een interne audit uit,” zegt een woordvoerder van de financiële dienst van het ACV. Bij het ABVV worden de rekeningen gecontroleerd door een revisor.

Het ACV stelt circa 1300 mensen tewerk in de werkloosheidsadministratie, of duizend voltijdse equivalenten. De meerderheid van die werknemers werkt 70 à 80 % van zijn tijd voor de werkloosheid en doet 20 à 30 % syndicaal werk. Hun loon wordt slechts voor die 70-80 % aangerekend aan de werkloosheidskas. “Via functieclassificaties waarin duidelijk omschreven wordt wat de taak is van iedere werknemer, kunnen we die verdeling perfect maken,” luidt het bij het ACV.

De RVA controleert de vakbondsboekhoudingen.

“We hebben dertien inspecteurs die constant op de baan zijn,” zegt Herman Lievens, adviseur van de financiële dienst van de RVA. “Daarnaast hebben we in Brussel twee mensen die de boekhoudingen analyseren. Die stellen aan het eind van het jaar een verslag op voor de minister. We voeren zeer diepgaande controles uit. De affectatie van het personeel wordt bekeken door onze inspecteurs. Die gaan zo vaak ter plaatse kijken dat je hen geen rad meer voor de ogen kunt draaien.”

De RVA controleert ook nog eens alle betalingen. Eigenlijk is dat dubbel werk, want de vakbonden hebben dat ook al gedaan. Dat is een van de redenen waarom de critici van dit systeem het beter zouden vinden als de RVA meteen ook de uitkeringen zou uitbetalen.

G.M.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content