Vakbond overschrijdt ethische grenzen

Volgens een ex-werknemer van de ACOD betaalde de ambtenarencentrale van het ABVV tot 1994 een belangrijk deel van de lonen van zijn secretarissen in het zwart uit (zie blz. 48). ACOD-topman Frans Fermon ontkent dat. Nochtans beschikt Trends over een bewijs dat nauwelijks iets anders kan betekenen dan dat er in het zwart betaald werd.

“Dat is tien jaar geleden, dat is toch niet meer relevant,” antwoordde Fermon toen we hem confronteerden met deze zaak. De geschiedenis is altijd relevant, zeker als het de recente geschiedenis is van een van de belangrijkste spelers op het sociaal-economische veld. Bovendien kampt het ABVV nog steeds met problemen op dit vlak. Bij de BBTK Brussel-Halle-Vilvoorde is het gerechtelijk onderzoek naar fraude nog steeds lopende.

Een tweede luik in ons verhaal is het feit dat de ACOD geen sociale bijdragen stort voor de aanvullende vergoedingen die ze uitbetaalt aan de gedetacheerden. Dat zijn mensen die bij de overheid werken en voor een bepaalde periode uitgestuurd worden naar de vakbond. Ze ontvangen hun loon verder van de overheid (de vakbond stort dat terug aan de betrokken overheidsdienst) en krijgen van de vakbond een aanvullende vergoeding. De ACOD gaat hier echter wettelijk gezien niet in de fout. Er zijn immers een aantal uitspraken van de arbeidsrechtbank die stellen dat op de aanvullende vergoedingen van deze gedetacheerden geen sociale bijdragen betaald moeten worden.

De vakbond past de tactiek toe die elke werkgever volgt: de loonkost zo laag mogelijk houden. Een redenering die u als ondernemer, zelfstandige of kaderlid in de privé-sector zeker niet onbekend in de oren klinkt. Maar is deze redenering voor de ACOD ook ethisch verantwoord? De vakbond is toch de grote verdediger van de sociale zekerheid? Haar leden kijken in de bedrijven nauwlettend toe of de werkgevers geen sociale bijdragen ontlopen. De vakbond strijdt voor een zo correct en volledig mogelijke inning van de bijdragen. En zelf vermijdt de ACOD de bijdragebetaling op een groot deel van haar loonmassa.

Een sociale inspecteur verklaarde aan Trends waarom de vakbond is vrijgesteld van die bijdragen. De RSZ-wetgeving voorziet niet in die vrijstelling, maar het probleem is dat de vakbond een feitelijke vereniging is, zonder rechtsaansprakelijkheid. Het is voor de sociale inspectie dan ook onmogelijk om een onderzoek in te stellen. Ze moet aantonen dat er een gezagsrelatie is en moet daarvoor werkgever en werknemer horen. Dat gaat niet, want bij een vakbond is het vaak onmogelijk een individuele werkgever aan te duiden. Ook de klacht die onze informant indiende tegen de ACOD, werd door de arbeidsrechtbank niet aanvaard omdat ze geen tegenpartij kon identificeren.

In zulke situaties gaat de vakbond de ethiek volledig voorbij. Ze betaalt dus niet alleen haar werknemers geen RSZ-bijdragen zodat ze geen pensioen kunnen opbouwen zoals anderen. Ze laat bovendien ex-werknemers met wie ze een arbeidsrechtelijk geschil heeft, volledig in de kou staan. En dat allemaal omdat de vakbond niet vrij actie zou kunnen voeren als ze rechterlijk aansprakelijk kan worden gesteld. Het doel heiligt de middelen niet. Ook niet voor de vakbond.

Guido Muelenaer

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content