VAARWEL LOONNORM

Geert Noels Geert Noels is chief economist van Econopolis.

H et tweejaarlijkse ritueel van de loononderhandelingen is volop bezig. Hopelijk trekken werkgevers en vakbonden lessen uit het VW-debacle. Want duidelijk is dat de loonnorm de loonkostenhandicap niet heeft kunnen wegwerken. Maar zonder een norm vrezen de werkgevers syndicaal opbod. Met op termijn … nog méér herstructureringsdrama’s.

“We can’t solve problems by using the same kind of thinking we used when we created them”, was een van Einsteins favoriete wijsheden. Jammer genoeg maakt Einstein blijkbaar weinig indruk in ons land. Want hoewel iedereen met de neus op de problemen van de Belgische economie wordt gedrukt, proberen onze beleidsmakers die problemen op te lossen door gebruik te maken van de logica en de principes die net voor die onverkwikkelijke toestand hebben gezorgd.

We hebben de diensteneconomie compleet gemist. Het ging toch zo goed met de Belgische economie? In de Wetstraat werd zelfs hoorbaar gefluisterd dat de buurlanden waarnemers hadden gestuurd om het mysterie van de snellere Belgische groei te doorgronden.

Spijtig genoeg is de kwaliteit van die ‘snellere Belgische groei’ zeer magertjes. Onze economie is er tussen 2000 en 2006 helemaal niet in geslaagd om jobs te creëren in de privésector (zie grafiek). In euroland, de buurlanden en de andere kleinere Europese economieën – zoals Oostenrijk en Zwitserland – hadden ze daar blijkbaar minder problemen mee. Vooral in de dienstensector liet België steken vallen. Nieuwe banen in de privédienstensector kwamen er nauwelijks bij. De waarheid is hard: België heeft, als enige Europese economie, de switch naar de diensteneconomie compleet gemist. Een feit dat wellicht nog dramatischer is dan de sluiting van Volkswagen in Vorst!

De financiële sector is de belangrijkste privédienstensector. Heel wat expertise en jobs met een hoge toegevoegde waarde verhuisden tijdens de jongste consolidatiegolven naar het buitenland. Maar ook in andere dienstenbranches heeft België onvoldoende kunnen profiteren van de snelle evoluties in de informatie- en communicatietechnologie.

Loonnorm gaat voorbij aan economische realiteit. De nieuwe jobs waarover de overheid zo euforisch doet, werden eigenlijk vooral gecreëerd door… de overheid zelf. Pijnlijk is het om te moeten vaststellen dat onze ondernemingen tijdens een goede conjunctuurfase geen banen in eigen land meer creëren, maar wel in het buitenland. Er is dus iets grondig mis.

In de industrie zouden de loonkosten sterk moeten dalen om de tewerkstelling te stimuleren of te behouden. Maar in hoogwaardige diensten zouden de lonen dikwijls fors moeten stijgen! Want daar woedt momenteel een ware talentenoorlog, en wel op internationale schaal. De braindrain naar dienstencentra zoals Londen, New York en – meer en meer ook – Azië is omvangrijk. Een goede IT-specialist kan zijn talent vandaag veel beter valoriseren in het buitenland.

De zogenaamde loonnorm is het belangrijkste sturingsmechanisme op onze arbeidsmarkt. Die loonnorm komt tot stand tijdens het tweejaarlijkse hoogtepunt van een aantal lobbygroepen. De onderhandelingen over de ‘aanvaardbare stijging van de lonen in de volgende twee jaar’ worden traditiegetrouw voorafgegaan door een rekenoefening van een 25-tal specialisten van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, die met een pseudowetenschappelijke zekerheid de loonmarge voor de economie bepalen, om later met al even grote nauwkeurigheid vast te stellen dat de cijfers moeten worden herzien, waardoor de loonhandicap elk jaar wat toeneemt.

Meer fundamenteel gaat de loonnorm compleet voorbij aan de kenmerken van een moderne economie. Bedrijven kunnen namelijk moeilijk in hokjes worden geplaatst, laat staan dat ze allen in één hok samen kunnen worden gezet en gevoed met eenheidsworst. Er is onvoldoende differentiatie mogelijk tussen de verschillende bedrijven en kwalificaties: industrie versus diensten, laag- versus hooggeschoolden, internationale versus domestieke sectoren enzovoort.

Is er beter dan second best?

De loonnorm is niet alleen een conceptueel gedrocht, hij wordt ook niet nageleefd. De overschrijdingen worden niet gecorrigeerd. De onderhandelingen dienen niet langer de ontwikkeling van de tewerkstelling, maar eerder het behoud van machtsposities. Intussen betalen we wel de rekening van die suboptimale loonpolitiek: duizenden jobs en activiteiten verdwijnen. Ondernemers vrezen dat het afschaffen van de loonnorm – als gevolg van het typische syndicale opbod – elke discipline zal onderuithalen. Met nog meer jobverlies op termijn. Ze leggen zich dus neer bij die second best-oplossing… Als we de industrie in België willen redden en nieuwe investeringen aantrekken, zullen de loonkosten in die sectoren drastisch naar beneden moeten. Maar een bedrijf in de hoogwaardige dienstensectoren dat de loonnorm naleeft, ziet zijn beste krachten net vertrekken. Om Einstein te parafraseren: als we met dezelfde logica verder blijven werken, mogen we nog veel drama’s à la Vilvoorde en Vorst verwachten. En zullen de hoogwaardige diensten België links laten liggen.

Het is dus tijd voor een nieuwe logica. De auto-industrie is zoals de kanarie in de koolmijn: als die doodgaat, sterven ook heel wat andere activiteiten. Benieuwd of we tijdens de loononderhandelingen alsnog een nieuw geluid horen.

De auteur is hoofdeconoom van Petercam Vermogensbeheer. Reacties: visienoels@trends.be

Geert Noels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content