Uw spaarvarken kraakt

Na het schandaal in Liechtenstein sluit Europa stilaan het net rond zijn belastingparadijzen. Het bankgeheim smelt. Bovendien overweegt vicepremier Didier Reynders (MR) een belasting op de inkomsten uit beleggingsverzekeringen. Toch blijven er uitwegen voor uw spaargeld.

Door het schandaal met Duitse belastingfraudeurs in Liechtenstein vervroegt Europa zijn evaluatie van de Spaarrichtlijn. Die legt lidstaten een uitwisseling van informatie op over de opbrengsten van buitenlandse spaargelden. Vier belastingparadijzen – Andorra, Liechtenstein, Monaco en Zwitserland – passen gelijkaardige regels toe.

Rechtspersonen, aandelen, opties en verzekeringsproducten vallen echter buiten het toepassingsgebied. Daar wil de Europese commissaris voor Fiscaliteit, Laslo Kovacs, nu iets aan doen. Ook het bankgeheim, dat vele belastingplichtigen zo dierbaar is, staat ter discussie. Dat privilege erodeert snel. Moeten de Belgische beleggers zich nu ongerust maken, nadat ze begin dit jaar een meerwaardetaks op obligatiefondsen in hun maag gesplitst kregen? (Zie kader Overheid kan miljoenen euro mislopen door nieuwe belasting. )

“De soep wordt nooit zo heet gegeten, als ze wordt opgediend”, sust Gerd Goy- vaerts, vennoot van Tiberghien Advocaten. “Inkomsten uit stichtingen in Liechtenstein zullen waarschijnlijk wel aan een roerende voorheffing onderworpen worden, maar deze operatie kan anoniem via de banken lopen. De kans op uitbreiding naar andere rechtsfiguren, zoals de trust, is echter klein. Hiervoor is unanimiteit van 27 lidstaten nodig. Aan dividenden wordt zeker niet geraakt.”

Wel heeft de Belgische minister van Financiën Didier Reynders (MR) op de Europese Raad van ministers van Financiën het voorstel op tafel gelegd om in de toekomst ook de beleggingsfondsen, verpakt in levensverzekeringen (Tak 21 en Tak 23), aan de spaarrichtlijn te onderwerpen. Zulke producten genieten tot op heden een fiscale vrijstelling in België.

Reynders’ voorstel is geen regeringsstandpunt. “De idee moet nog in onderling overleg met de coalitiepartners besproken worden”, zegt Carl Devlies, belastingspecialist van de CD&V. “Hiervoor is eerst een grondige analyse van de mogelijke gevolgen op de financiële instellingen en de schatkist noodzakelijk.”

Sp.a-ondervoorzitter Dirk Van der Maelen vreest zelfs dat Reynders onder maatschappelijke druk enkel wat zand in de ogen van het publiek wil strooien. “Ogenschijnlijk staat hij achter een uitbreiding van de Europese spaarrichtlijn, maar telkens verstopt hij zich achter het vetorecht van de andere lidstaten”, aldus Van der Maelen.

Beleggingsverzekeringen in vizier

Net als bij de invoering van de maatregel zelf, voorspellen waarnemers een jarenlange discussie over mogelijke aanpassingen. Vooral Luxemburg – waar Belgen miljarden euro parkeren in Tak 21 en Tak 23 – ligt dwars. Als de Europese Unie de intresten op beleggingsverzekeringen wil belasten, zullen de lidstaten hun respectieve wetgevingen moeten harmoniseren. Dat is niet simpel. Bovendien zal België zijn vrijstelling voor producten, die langer dan acht jaar aangehouden worden, moeten opgeven.

“Toch is dit een voorbode van een belasting op verzekeringsproducten”, zegt Niklaas Claeysoone, verantwoordelijk voor patrimoniaal advies van de Bank Delen. “In ruil voor deze inkomsten is Reynders bereid om versneld over te schakelen op de uitwisseling van fiscale informatie. Bovendien heft deze maatregel de huidige discriminatie van de gewone beleggingen op. Die vallen nu onder de spaarrichtlijn. Deze evolutie is niet te stuiten. Bovendien begrijp ik de beleggers in Tak 23, die nu in Luxemburg zitten, niet. De totale meerkost van dit product overstijgt ruimschoots de kost van de roerende voorheffing in ons land. Het lijkt alsof de Belg nog liever een buitenlandse verzekeringsmaatschappij betaalt, dan een euro te moeten afstaan aan de Belgische schatkist.”

“De uitbreiding van de Europese spaarrichtlijn zal sneller gaan dan algemeen verwacht”, bevestigt Luc De Broe, professor Fiscaal Recht aan de K.U. Leuven. “Liechtenstein is te klein om veel verweer te kunnen bieden. Vele beleggers gingen op zoek naar de mazen in het net. Die gaten zal de Europese Commissie nu zo snel mogelijk dichten. In die zin ligt de aanpak van stichtingen, trusts en verzekeringsbeleggingen, die nu nog ontsnappen aan de maatregel, voor de hand.”

Alleen discretieplicht

Tegelijkertijd zullen de bestaande akkoorden met de buurlanden van de Europese Unie – zoals Liechtenstein en Zwitserland – over de uitwisseling van informatie moeten worden uitgebreid naar de nieuwe producten. De Broe: “Het bankgeheim erodeert. Wie nu nog in alle discretie wil beleggen, zal met zijn vermogen naar exotische oorden in de Caraïben moeten verhuizen. Maar het juridische apparaat van die landen is niet zo onderbouwd.”

Absoluut bankgeheim is een mythe. Nu al, als gevolg van internationale akkoorden geven de meeste landen bij ernstige vermoedens van criminele feiten, op verzoek van betrokken parketten de rekeningen van buitenlandse belastingplichtigen vrij. Goyvaerts: “Sinds 9/11 legt de Amerikaanse Patriot Act deze verplichting aan alle financiële instellingen op. Anders mogen ze geen filiaal in de Verenigde Staten aanhouden.”

Ons land kent alleen maar een discretieplicht van de banken. Door tal van maatregelen is de anonimiteit van de beleggers al lang niet meer verzekerd. Volgens Reynders kan iedere overheid via de rechtbank informatie over banktegoeden opvragen. Liechtenstein, Luxemburg en Zwitserland houden daarentegen mordicus vast aan hun vorm van bankgeheim. Alleen in uiterste gevallen, zoals bij ex-dictator Ferdinand Marcos, laten zij in hun rekeningen kijken. Eind jaren negentig keurden beide landen echter een antiwitwaswet goed, waardoor hun bankgeheim sneller kan worden opgeheven. Nochtans blijven zij zich beroemen op hun stilzwijgen. Goyvaerts: “Hier ligt de aantrekkingskracht van hun financiële centra. De fiscale troeven zullen behouden blijven, op voorwaarde dat ze de Europese voorheffing over de roerende inkomsten uit beleggingen van buitenlanders aan de fiscus van de betrokken lidstaat doorstorten, en dat over een voldoende grote belastbare grondslag. Particulieren en vennootschappen zullen dus van internationale gunstregimes kunnen blijven genieten, aangezien de dubbele belastingverdragen de nodige vrijstellingen waarborgen.”

Over de volledige opheffing van het bankgeheim zullen de 27 lidstaten nooit unanimiteit bereiken. Alleen de Verenigde Staten lijken in staat ingrijpende maatregelen te treffen. Iven De Hoon van het gelijknamige belastingadvieskantoor in Antwerpen: “In zijn heilige oorlog tegen drugs en terrorisme deinst de politieman van de wereld er niet voor terug om andere landen de duimschroeven aan te draaien. Zo hebben de Zwitserse banken moeten beloven mee te werken aan de Amerikaanse strijd tegen het witwassen van crimineel geld. In hun eigen achtertuin hebben de Verenigde Staten gelijkaardige belastingverdragen afgesloten met de meeste belastingparadijzen in de Caraïben.”

Ondertussen verhoogt de transparantie door een uitwisseling van fiscale informatie. Maar de spaarrichtlijn kan nog altijd legaal omzeild worden door het vermogen onder te brengen in een offshorevennootschap. Deze vennootschappen ontsnappen grotendeels aan de controle van buitenlandse autoriteiten. Hun belangrijkste kenmerken zijn: discretie, een soepele vennootschapswetgeving en lage belastingen.

Ontsnappingsmogelijkheden zonder risico?

De tijd van de brievenbusvennootschappen is voorbij. Je kunt niets gaan doen op een atol, dat binnen enkele jaren onder de zeespiegel verdwijnt. De beste locaties zijn landen met een stevige reputatie op het vlak van vennootschapswetgeving en financiële spelregels. Ook een transparant belastingstelsel is belangrijk. Daarnaast zijn politieke stabiliteit, betrouwbare infrastructuur en internationale talenkennis mooi meegenomen.

Vandaag liggen de offshorevennootschappen onder vuur. “Maar er is niets mis met een buitenlandse structuur”, zegt De Hoon: “Alleen zijn er twee aandachtspunten die het verschil zullen maken tussen een alerte internationaal georiënteerde bedrijfsleider die fiscale optimalisatie nastreeft, en iemand die belastingen ontduikt. Ten eerste moet de offshore ‘substantieel’ zijn. Dat kost geld, een geloofwaardige infrastructuur opzetten. Zo is het logisch dat de vennootschap over een kantoor, telefoonnummer en website beschikt. Ten tweede moet u ter plaatse belastingen betalen om in eigen land vrijstelling te kunnen genieten. En uiteraard ligt het tarief in het buitenland veel lager dan hier.”

De Hoon is de auteur van Belastingparadijzen. Handleiding voor de fiscale wereldreiziger (Roularta Books, 2006). Hij waarschuwt voor bepaalde tussenpersonen, die valse offshores verkopen. De Hoon: “Zo bestaat het gevaar dat de constructie naar het recht in de Seychellen is opgericht, maar met een adres in Dubai. Dat kost een pak minder, maar is fiscaal niet correct. Zorg ook voor een deftige bankrekening, waarmee u de normale verrichtingen – liefst elektronisch – kunt doen, inclusief bankkaarten en Visa. Laat ook niemand anders aan uw rekening komen.”

Ten slotte ergert De Hoon zich aan de publieke opinie, die alles op één hoop gooit: “Een Liechtensteinse stichting – Stiftung genoemd – is een prachtig én volkomen legaal instrument om bijvoorbeeld je erfopvolging te regelen. Zo kan een vermogende particulier tijdens zijn leven bepalen wat er later met zijn geld zal gebeuren. Dankzij het bankgeheim in Liechtenstein blijft deze regeling uit het zicht van de fiscus. Ook valt de stichting als rechtspersoon buiten het toepassingsveld van de Europese spaarrichtlijn.”

Maar of dit laatste nog lang blijft duren, is zeer de vraag. Langzaam maar zeker sluit Europa zijn net rond het buitenlandse spaargeld. In zijn editoriaal van het Algemeen Fiscaal Tijdschrift, dat eind deze maand verschijnt, klaagt professor-emeritus Frans Vanistendael – tevens directeur van het International Bureau for Fiscal Documentation (IBFD) in Amsterdam – de grote lacune in de spaarrichtlijn aan. “Ik stel voor om alle inkomsten uit vermogens te dekken”, stelt hij. “Hierbij dient bijzondere aandacht geschonken te worden aan de zogenaamde trusts, waarbij de eigenaar zijn rechten aan een beheerder afgeeft en zo anoniem wordt voor de fiscus of schuldeisers. Toch zullen de lidstaten deze rechtsfiguren niet te zwaar mogen belasten. Want andere centra in Hongkong, Macao en Singapore staan klaar het vluchtkapitaal uit Europa op te vangen.” (T)

Door Eric Pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content